VU Medisch Centrum

Effect geneesmiddelen in de hersenen door phMRI te volgen

Farmacologische functionele MRI (phMRI) is een nieuwe methode om de effecten van geneesmiddelen op de hersenactiviteit te volgen. phMRI is voorlopig nog een onderzoeksinstrument, maar zou op termijn tot interessante klinische toepassingen kunnen leiden. Dat concludeerde arts Rutger Goekoop onlangs in zijn proefschrift Pharmacological fMRI; a clinical exploration. Goekoop promoveerde 16 januari jl. cum laude aan VU medisch centrum Amsterdam.

phMRI is een methode waarbij met behulp van functionele MRI (fMRI) driedimensionale afbeeldingen van hersenactiviteit worden onderzocht op intensiteitveranderingen als gevolg van de blootstelling aan een bepaalde pharmacologische stof. phMRI biedt artsen een mogelijkheid die ze tot nu toe niet hadden. Met behulp van een zeer geavanceerde techniek (fMRI) kunnen de effecten van geneesmiddelen op hersenactiviteit tot op centimeters precies gelokaliseerd worden in de hersenen. Op die manier kan bekeken worden óf geneesmiddelen de hersenfunctie beïnvloeden (psychotroop zijn) en zo ja, tijdens welke hersenprocessen dit gebeurt en in welke hersengebieden deze veranderingen plaatsvinden.

Veel neurologische en psychiatrische ziekten worden gekenmerkt door stoornissen in de functie van specifieke signaalsystemen (neurotransmittersystemen), systemen die een rol spelen in de onderlinge communicatie van hersencellen. De meeste psychotrope geneesmiddelen werken in op deze signaalsystemen. Goekoop prikkelde de signaalsystemen kortdurend met bepaalde geneesmiddelen en kon de reactie van de hersenactiviteit daarop uitlezen met behulp van phMRI. phMRI verschaft daarmee informatie over de toestand van deze signaalsystemen. De unieke reactiepatronen zouden mogelijk kunnen worden gebruikt voor het bijstellen van diagnoses, het geven van prognoses of het voorspellen van het succes van behandeling met het geteste geneesmiddel.

Goekoop onderzocht in zijn studie, zowel nationaal als internationaal uniek in zijn soort, de effecten van drie verschillende geneesmiddelen op de hersenactiviteit van respectievelijk gezonde controles, gezonde ouderen en patiënten met geheugenklachten (waaronder de ziekte van Alzheimer). de bètablokker propranolol, de selectieve oestrogeen-receptor modulator (SERM) raloxifene en de cholinesteraseremmer galantamine. De resultaten van dit onderzoek leidden tot bovenstaande conclusies.

Het promotieonderzoek van Goekoop werd uitgevoerd onder begeleiding van prof. dr. Philip Scheltens, neuroloog en hoofd Alzheimercentrum en prof. dr. Frederik Barkhof, neuroradioloog, beiden werkzaam in VU medisch centrum.