Gemeente Steenbergen

"persbericht"

Hieronder treft u aan de tekst die burgemeester J.J. Hoogendoorn heeft uitgesproken tijdens de persconferentie op 25 januari 2006. De aanleiding van de persconferentie was de uitgebrachte notitie van de voormalig sectordirecteur Middelen van de gemeente Steenbergen.

Persconferentie 25 januari 2006

Beste vertegenwoordigers van de media, ook namens mij welkom bij deze persconferentie.

De aanleiding van deze bijeenkomst betreft de uitgebrachte notitie van voormalig directeur van de sector Middelen van de gemeente Steenbergen. De zorgvuldigheid waarover het college de afgelopen weken heeft gesproken, is een bewuste keuze geweest. Het college wenste eerst volledige duidelijkheid te hebben van de situatie over de inhoud en gang van zaken rondom notitie. Dat moment hebben wij nu bereikt met het opgestelde en uitgebrachte advies van de algemeen directeur / gemeentesecretaris, waarna het college een standpunt heeft bepaald. Het college stelt nadrukkelijk zich niet te hebben willen verschuilen achter haar verantwoordelijkheid. Nee, zij heeft "juist" haar verantwoordelijkheid genomen, door eerst alle noodzakelijke en gewenste informatie te verzamelen, te rubriceren en vervolgens zorgvuldig een standpunt te bepalen.

Tot zover de inleiding. Het vervolg van deze persconferentie en mijn uitleg is verdeeld in twee hoofdzaken. De inhoud en het ambtelijke en bestuurlijke proces en tot slot de maatregelen van het college van burgemeester en wethouders.

De inhoud
De notitie van de voormalig sectordirecteur illustreert de bestuurlijke en organisatorische procesgang bij een gemeentelijke organisatie. Voor alle duidelijkheid meld ik het u nog maar eens. De gemeenteraad zet de politieke lijnen van beleid uit. Het college van burgemeester en wethouders maakt hiervan een bestuurlijke vertaalslag. Het voorgenomen politiek-bestuurlijke beleid wordt uitgewerkt door de ambtelijke organisatie in samenspraak met de verantwoordelijk portefeuillehouder en uiteindelijk met het college van b en w. De algemeen directeur / gemeentesecretaris vervult in dit proces een belangrijke rol als eind en hoofdverantwoordelijke voor de producten van het ambtelijk apparaat. Maar ook als "eerste adviseur" van het college. Uiteindelijk komt het resultaat van het voorgenomen politiek-bestuurlijke beleid via het managementteam ter vaststelling terug in de vergadering van b en w.
Vervolgens legt het college het uiteindelijk bestuurlijk gedragen voorstel ter besluitvorming voor aan de gemeenteraad. Over de inhoud van de notitie gesproken: "dit is nou precies waar het in de notitie van de voormalig sectordirecteur om gaat". Alles in de notitie is terug te brengen tot de door mij hiervoor genoemde interne procesgang. Daarmee concludeert het college van b en w, dat de sectordirecteur zijn werkzaamheden gedurende zijn ambtelijke loopbaan bij de gemeente Steenbergen conform de bestuurlijk-organisatorische afspraken naar behoren heeft uitgevoerd. Zijn functie was immers de vaksectoren bij te staan, te adviseren en te corrigeren als het om de financiering van hun beleidsvoorstellen ging. Hij heeft daarbij de ambtelijk-bestuurlijke organisatie gewezen op hun verantwoordelijkheid in dit proces. Hij heeft aangegeven dat er tijdig is gecorrigeerd. Met de constatering hiervan geeft het college aan, dat het ambtelijk en bestuurlijk systeem van Steenbergen uitstekend functioneert.

Het managementteam heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. De algemeen directeur / gemeentesecretaris is voorzitter van dit managementteam en verantwoordelijk voor het management van de ambtelijke organisatie in zijn geheel, de inhoud van de sectoroverschrijdende adviezen en uitvoering van de bestuursopdrachten.

De gemeentelijke organisatie van Steenbergen bestaat uit drie sectoren. Het college stelt in volle overtuiging vast, dat deze sectoren, Grondgebiedzaken, Inwonerszaken en Middelen, hun stinkende best doen op het werkterrein, waarvoor zij verantwoordelijk zijn. En laten we eerlijk zijn, doordat zij hun stinkende best doen en keihard werken, maken zij uiteraard ook fouten. Waar wordt gewerkt, worden nu eenmaal ook fouten gemaakt. Dat is overal het geval. Het college wil bij de Steenbergse bevolking "absoluut" de indruk wegnemen, dat er maar wat wordt aangerommeld. "Niets is minder waar". De conclusie van het college is derhalve, dat er inderdaad fouten zijn en worden gemaakt. Ik zou bijna zeggen "gelukkig", want zoals eerder gesteld: " waar wordt gewerkt worden ook fouten gemaakt". Het college stelt tevens, dat gemaakte fouten tijdig worden en zijn aangekaart en aangepakt. Het systeem functioneert derhalve goed, dat heeft de voormalig sectordirecteur in zijn notitie beschreven. Het college neemt echter uitdrukkelijk afstand van de woordkeuze van de voormalig sectordirecteur. Deze is voor onze medewerkers kwetsend en schadelijk. Daardoor heeft de vertrokken sectordirecteur de totale ambtelijke organisatie er bij betrokken en beschadigd. Dit had nooit mogen gebeuren. Het is de taak van het college van b en w om alle medewerkers te beschermen en daarom neemt het college afstand van deze kwetsende en beschadigende uitspraken.
Zorgvuldigheid, daar draait het in het bijzonder om in het openbaar bestuur en dus ook in de gemeente Steenbergen. Het is de plicht van college, ambtenaren en raadsleden die zorgvuldigheid centraal te stellen.

Ambtelijke procesgang
Zoals inmiddels bekend is, heeft de voormalig directeur sector Middelen het rapport op 6 december 2005, op enig moment, bij een onbekend aantal personen "persoonlijk" op informele wijze neergelegd danwel afgegeven, zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Gaande het proces werd ons pas duidelijk wie over het rapport beschikten. Aan het college van b en w was en is nog steeds niet via het Managementteam de notitie als officieel stuk aangeboden. Op 27 december 2005 heeft de burgemeester en voorzitter van het college van b en w vragen gesteld aan de algemeen directeur / gemeentesecretaris over de status van de notitie en de verspreiding hiervan. Op 30 december 2005 heeft de algemeen directeur / gemeentesecretaris geantwoord, dat hij op deze vragen niet kon antwoorden. Het was volstrekt niet de intentie van het college om de notitie te negeren, vandaar deze actie van de burgemeester en voorzitter van het college. Integendeel het college had intern al actie ondernomen.
Het college heeft op 5 januari 2006 de algemeen directeur / gemeentesecretaris schriftelijk opdracht gegeven om aan het college van b en w met spoed advies uit te brengen. Aan deze opdracht aan de algemeen directeur / gemeentesecretaris heeft het college op 9 januari 2006 zes persoonlijke vragen toegevoegd met het verzoek uiterlijk 24 januari 2006 te rapporteren aan het college.

Bestuurlijke procesgang
De algemeen directeur / gemeentesecretaris heeft in zijn rapportage gemeld, dat de opsteller van de notitie niet de intentie heeft gehad om de notitie openbaar te maken. Hij heeft verklaard nu dit wel is gebeurd, te betreuren. Het college is echter van mening dat de sectordirecteur zich had kunnen realiseren, dat het risico hiertoe bestond, doordat de notitie ook buiten het gemeentehuis is verspreid aan 1 ex-wethouder. Het college betreurt het, dat hij dit vooraf niet goed heeft ingeschat. Het college neemt daarom afstand van de door hem toegepaste handelwijze.
Bij het proces dat is gelopen is richtinggevend de Nota Integriteit Gemeente Steenbergen, die de gemeenteraad op 29 januari 2004 heeft vastgesteld. De bepalingen in de nota gelden voor ambtenaren, leden van het college van b en w en voor de leden van de gemeenteraad. Na vaststelling door de gemeenteraad hebben de raadsleden persoonlijk hun handtekening geplaatst in een document, waarmee zij verklaren te handelen conform de bepalingen van de nota Integriteit gemeente Steenbergen. De in de nota vastgelegde algemene gedragsregels voor bestuurders en ambtenaren vormen daarom een handleiding voor ieders persoonlijke handelen.

De tekst uit de nota Integriteit gemeente Steenbergen over de omgang met informatie luidt als volgt: Van gegevens dient de bestuurder of ambtenaar het geheim te bewaren wanneer hij/zij weet of kan vermoeden, dat kennisneming van die gegevens door onbevoegden:
· ernstige schade of nadeel aan het belang van de gemeente kan veroorzaken;

· uit beleidsoverwegingen ongewenst moet worden geacht;
· de privacy van personen zou kunnen schaden.

Daarop behoort de burgemeester en de voorzitter van de raad bestuurders en ambtenaren aan te spreken als zij zich niet conform deze gedragsregels gedragen. Het voltallige college heeft zich bij voortduring rekenschap gegeven van haar verantwoordelijkheid om te handelen in het kader van deze integriteitsregel. Het college kon en mocht derhalve de privé-notitie van de ex-ambtenaar niet openbaar maken. Zeker niet nu is vastgesteld dat de opsteller ook niet de intentie had dit openbaar te maken.

Op 24 december heeft de VVD-fractievoorzitter in BN/De Stem geëist dat de notitie van de voormalig sectordirecteur openbaar wordt gemaakt. De burgemeester bevestigt in een reactie daarop het bestaan van de notitie en ontkent dat het in het college is besproken. De burgemeester verklaart dat het een niet openbaar stuk is en daarom is de burgemeester er in zijn reactie niet op in gegaan.

Op 28 december 2005 verklaarde de VVD-fractievoorzitter ook in de Westbrabander, dat de rapportage in de openbaarheid moet komen. Hij zegt: "als ik het rapport in mijn vingers krijg, dan krijgt de hele wereld het".

Op 6 januari 2006 verklaart de VVD-fractievoorzitter in BN/De Stem, dat hij het rapport in handen heeft gesteld van de pers. Ook de Steenbergse Courant heeft dezelfde dag uitvoerig over het rapport bericht. De VVD-fractievoorzitter: "ik vond het mijn plicht dit rapport openbaar te maken".
Het college constateert dat de VVD-fractievoorzitter door dit handelen de integriteitsregel van de gemeente Steenbergen overschrijdt en daardoor het voltallige personeel van de gemeente Steenbergen heeft beschadigd.
Het college merkt bovendien op dat de fractievoorzitter van de VVD in zijn functie van buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand en dus parttime medewerker van de gemeente Steenbergen zeker ook op de hoogte had moeten zijn van deze integriteitsregel.

Op 11 januari 2006 heeft de burgemeester in het Seniorenconvent de fractievoorzitters van alle politieke partijen geadviseerd en verzocht uitermate zorgvuldig om te gaan met de notitie en zich verder voorlopig te weerhouden van commentaar in de media. Hij heeft vervolgens gewezen op de voor hen van toepassing zijna nota Integriteit gemeente Steenbergen.
Naar aanleiding van uitlatingen in de pers van twee voormalige wethouders heeft het college van b en w bovendien gemeend hen op 11 januari 2006 een brief te moeten sturen met de vraag om op voorhand geen verdere mededelingen of oordelen uit te spreken in de media en net als het college zorgvuldig te handelen in het belang van de medewerkers van de gemeente Steenbergen.

Op 13 januari 2006 verklaart de fractie van D66 dat de provincie Noord-Brabant de gemeente Steenbergen onder curatele moet stellen. In deze reactie zegt D66, dat dient te worden uitgezocht of er strafbare feiten zijn gepleegd.
Daarmee wordt geïnsinueerd alsof dit het geval zou zijn. Tevens werd geïnsinueerd als zou er niet integer zijn gehandeld. Het college van b en w heeft geconstateerd dat door deze stellingname ook de fractie van D66 de integriteitsregel overschrijdt en ook zij daardoor het voltallige personeel van de gemeente Steenbergen heeft beschadigd. Het college van burgemeester en wethouders is van mening dat in de gemeente Steenbergen sprake is van een goede en correcte advisering aan het college en de gemeenteraad. Er is geen sprake van onjuiste besluitvorming, die negatieve financiële gevolgen voor de gemeente zou hebben gehad. Daarmee neemt het college afstand van de uitspraken van D66 alsof de begroting op drijfzand zou zijn gebaseerd.

Op zondag 15 en 22 januari 2006 constateert het college dat de VVD-fractievoorzitter willens en wetens doorgaat met zijn uitingen in de media, getuige de televisie uitzending van de SLOS. Dit zelfs na de bijeenkomst van het Seniorenconvent, waarin hem is verzocht zich te onthouden van dergelijke uitspraken.

Op 19 januari 2006 heeft de burgemeester van Steenbergen een gesprek gehad met de Commissaris der Koningin. In dat gesprek heeft de burgemeester de Commisssaris bijgepraat over de gebeurtenissen in de gemeente Steenbergen. Tevens heeft de burgemeester in het provinciehuis nagevraagd of het voorstel van D66 om de gemeente Steenbergen onder curatele te stellen is ontvangen. Dat bleek niet het geval te zijn.
De provincie reageerde overigens dat voor een "onder curatele stelling" volgens D66, geen enkele aanleiding bestaat. Integendeel, de provincie heeft het volste vertrouwen in het financiële beleid van de gemeente Steenbergen en heeft de begroting 2006 onverkort goedgekeurd en heeft zelfs besloten het financieel toezicht op de gemeente Steenbergen te versoepelen.

Naar aanleiding van deze acties van de fractie VVD en de fractie D66 zijn er in de media vooronderstellingen geuit op basis van opmerkingen in de notitie van de voormalig sectordirecteur, als zou er niet integer zijn gehandeld en als zou er in de gemeente Steenbergen ook geen visie zijn. Met name is dit geuit via Omroep Brabant televisie.

Het is kennelijk aan sommigen ontgaan, dat het vorige college al in maart 2004 juist grote duidelijkheid heeft geschapen door vijf hoofdlijnen van beleid vast te stellen, de speerpunten van de gemeente Steenbergen. Deze hoofdlijnen zijn in 2004 door de raad bekrachtigd en nogmaals in 2005 vastgesteld in de kadernota en de begrotingen. Ook wordt er sinds januari 2005 gewerkt aan een nieuwe organisatiestructuur met als twee heldere uitgangspunten: vraaggericht werken en de verantwoordelijkheid laag in de organisatie leggen. Daar is in 2005 aan toegevoegd het motto "Ruimtegevend voor Ontwikkeling", zowel intern als extern. Over visie en duidelijkheid gesproken!

Rol raadsleden
Raadsleden hebben de plicht om vragen te stellen aan het college van burgemeester en wethouders over zaken aangaande het besturen van de gemeente. Raadsleden hebben echter niet het recht om te eisen, dat een persoonlijke beleidsopvatting en als vertrouwelijk bedoelde notitie van in dit geval de ex-ambtenaar, openbaar te maken. Dus raadsleden hebben het recht om hierover vragen te stellen, maar hebben geen recht om eisen te stellen om het openbaar te maken.

Maatregelen
Op 24 januari 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders in vertrouwelijkheid het advies/de rapportage besproken van de algemeen directeur / gemeentesecretaris dat op verzoek van het college is opgesteld. Het college heeft tevens op 24 januari 2006 in vertrouwelijkheid een reactie gegeven aan de algemeen directeur / gemeentesecretaris. Na dit uitgebreide en diepgaande gesprek met de algemeen directeur / gemeentesecretaris heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om de hierna genoemde maatregelen te treffen.

Het college is al in januari 2005 begonnen met de voorbereidingen voor een nieuwe organisatiestructuur. Later is daar de opdracht voor een cultuurveranderingsproces aan toegevoegd. Voor de nieuwe organisatiestructuur is een interne werkgroep geformeerd, waarvan deel uitmaakte de vertrokken sectordirecteur, de algemeen directeur / gemeentesecretaris, het hoofd Personeel en Organisatie en de burgemeester.
Voor het cultuurveranderingsproces is een extern adviseur ingeschakeld. Deze extern adviseur heeft een managers meeting georganiseerd over het cultuur proces. In een later stadium heeft het overige personeel deelgenomen aan teamdagen over de nieuwe gewenste cultuur in de gemeentelijke organisatie.

Op 10 januari 2006 heeft de extern adviseur zijn rapport uitgebracht en toegelicht in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders. Mede op basis van de adviezen van de extern adviseur heeft het college besloten voortvarend door te gaan met de implementatie van de nieuwe organisatiestructuur, zoals deze unaniem was geadviseerd door de werkgroep.
Op het gebied van de cultuurverandering is eveneens besloten om voortvarend door te gaan met de uitvoering van het advies van de extern adviseur. Het is het college gebleken, dat de rapportage van de extern adviseur aanleiding is geweest voor de voormalig sector directeur Middelen om zijn notitie op te stellen.

Het college heeft na overleg met de algemeen directeur / gemeentesecretaris zich beraden over te treffen van maatregelen. Het college heeft gemeend passende maatregelen te moeten treffen om zo spoedig mogelijk de schade te herstellen en ook om zo spoedig mogelijk de juiste werksfeer in onze organisatie te scheppen.

Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten opdracht te geven om op korte termijn een functiebeschrijving van de algemeen directeur / gemeentesecretaris op te stellen. Het college heeft namelijk geconstateerd, dat na invoering van de nieuwe gemeentewet en het duale bestel, verzuimd is een functiebeschrijving van de algemeen directeur / gemeentesecretaris te maken en vast te stelen. Dit was noodzakelijk, omdat door deze wetswijziging de functie van algemeen directeur / gemeentesecretaris inhoudelijk drastisch wijzigde en het accent kwam te liggen op het algemeen directeurschap

De maatregelen zijn waartoe het college heeft besloten zijn:
1. het college verzoekt de algemeen directeur / gemeentesecretaris om aansluitend op de b en w vergadering van 31 januari 2006 met het voltallige managementteam aan het college toe te lichten op welke wijze vorm, inhoud en uitvoering wordt gegeven aan het organisatie-, cultuurveranderings- en scholingstraject, waartoe het college heeft besloten;

2. ook zal het college voorleggen een verplicht individueel managementtrainingsprogramma voor de directie, zo mogelijk met de start in februari voor de algemeen directeur / gemeentesecretaris;
3. na het duidelijk advies van de extern adviseur over de organisatie brede kritiek op het functioneren van de directie, heeft het college besloten om op korte termijn een second opinion te vragen over het functioneren van de directie, de algemeen directeur / gemeentesecretaris in het bijzonder. Het college hecht aan een second opinion, omdat zij uiterst zorgvuldig wenst om te gaan met de mogelijke gevolgen hiervan voor de organisatie.