Speech Toogdag, Minister Dekker, Leeuwarden 28 januari 2006
Dames en heren,
Ik ben blij vandaag te kunnen spreken én luisteren op deze eerste
Toogdag over het beleid voor het waddengebied. Een dag waarop wij als
rijksverantwoordelijken voor Waddenzaken voortaan jaarlijks met u in
gesprek willen gaan. Het is jammer dat onze collega Brinkhorst hier
vanwege buitenlandse verplichtingen niet bij kan zijn. De heer Veerman
en ik zullen daarom mede namens hem met u van gedachten wisselen over
het rijksbeleid en daarmee ook over de gaswinning.
De naam toogdag is goed gekozen. Niet alleen omdat het naar de
inspirerende aard van bepaalde kerkelijke manifestaties verwijst, maar
ook omdat er een oudere betekenis van het woord bestaat. Al in de
dertiende eeuw duikt toogdag op als naam voor de dag waarop de
kooplieden officieel hun waren mogen uitstallen. Een mooi beeld, want
wat mij betreft zijn de Wadden geen hermetisch afgesloten schatkamer,
maar een dynamisch gebied dat zijn kwaliteiten en kansen wil tonen en
benutten.
Dat was ook de gedachte achter het advies van de commissie-Meijer. Een
gedachte die leidde tot de aanbeveling: instelling van een Waddenfonds
en verbetering van de bestuurlijke organisatie in combinatie met
gaswinning. We zullen daar later over in gesprek gaan. Als opening van
dit plenaire deel zullen de heer Veerman en ik u eerst op hoofdlijnen
informeren over de kabinetsvoornemens omtrent de Wadden. Ik neem drie
thema's voor mijn rekening:
* de pkb Derde Nota Waddenzee
* het waddenfonds
* de bestuurlijke organisatie van het waddengebied
Daarna zal de heer Veerman het stokje overnemen en spreken over:
* gaswinning
* de waddenacademie
* de visserij
Pkb derde nota Waddenzee
Laat ik beginnen met de pkb Derde Nota Waddenzee. Ik vermoed dat de
meesten onder u naar één van de acht inspraakavonden / hoorzittingen
zijn geweest. Van mijn medewerkers heb ik begrepen dat de avonden
wisselend zijn bezocht. Op Texel kwam men stoelen tekort, terwijl op
Vlieland slechts dertien gasten konden worden verwelkomd!
Ik was zelf erg benieuwd naar de reacties tijdens de hoorzittingen.
Uit de terugmelding heb ik begrepen dat een groot aantal bewoners en
gebruikers toch vindt dat het waddengebied te veel op slot wordt
gezet.
Hoewel ik op dit moment nog niet inhoudelijk kan reageren, wil ik hier
wel benadrukken dat ik de reacties zorgvuldig zal bekijken. Want als
gezegd: de Wadden is meer dan een uniek natuurgebied. Het is ook een
gebied waar mensen wonen, werken en recreëren. Op de samenhang en
dynamiek daartussen is ons beleid gericht.
Vanwege de unieke kwaliteiten van de Waddenzee stellen we wel grenzen
aan de mogelijkheden voor menselijke activiteiten. Dat is de enige
manier om de kwaliteiten te behouden. Het schept bovendien kansen voor
initiatieven die juist gebruik maken van die kwaliteit. Om dit mede
mogelijk te maken stelt het kabinet ook een forse investeringspot
beschikbaar.
Pas na het voltooien van de inspraak zal het kabinet de balans
opmaken. Vooralsnog verwacht ik nog voor de zomer deel 3 van de PKB
Derde Nota Waddenzee aan te kunnen bieden aan de Tweede Kamer.
Waddenfonds
Daarmee kom ik op het volgende onderwerp: het waddenfonds.
Zoals bekend is er een koppeling tussen de gaswinning en het
waddenfonds. Dit betekent dat het waddenfonds van start kan gaan
wanneer alle (circa 35) vergunningen voor het winnen van aardgas zijn
verleend. Dit gebeurt via de rijksprojectenprocedure (RPP). Mocht er
door beroepsprocedures uitstel of zelfs afstel van gaswinning
ontstaan, dan heeft dat consequenties voor het Waddenfonds. Bij
uitstel kan alleen geld worden ingezet dat nu al in het Waddenfonds in
gevloeid (1/20 ste van het totale fonds) en bij afstel komt het hele
Waddenfonds in heroverweging. Verplichtingen die al zijn aangegaan
zullen uiteraard worden nagekomen.
Laten we daarom hopen dat de vergunningverlening voor de
Aardgaswinning snel rondkomt en het Waddenfonds even snel door de
beide Kamers wordt goedgekeurd. Ik zal één dezer dagen het
Wetsvoorstel op het Waddenfonds en het Investeringsplan naar de
Tweede Kamer sturen. Dan weten we snel waar we aan toe zijn en kunnen
we het over de uitvoering hebben.
Eerst is er het Uitvoeringsplan. Dit plan wordt door rijk, regio en
stakeholders opgesteld met als doel om de prioriteiten voor de eerste
vijf jaar te bepalen. Het uitvoeringsplan zal uiteindelijk door de RCW
gebruikt worden bij het advies over subsidies voor projecten en
programma's. Daarmee heeft de regio natuurlijk de grootste invloed
waar het geld naartoe gaat. Tot mijn vreugde circuleren er nu al veel
voorstellen en ideeën!
De bestuurlijke organisatie
De bestuurlijke organisatie van het waddengebied is een onderwerp dat
ons uitermate kan boeien maar waarvan eilanders en 'burgers aan de
wal' terecht vinden dat het gewoon goed moet zijn geregeld: besluiten
nemen en resultaten boeken.
Twee weken geleden mocht ik het advies 'natuurlijk gezag' van de Raad
voor de Wadden en de Raad voor het Openbaar Bestuur in ontvangst
nemen. De Raden adviseren - kort samengevat - om het bestuurlijk model
voor de wadden te kneden rondom het natuurbelang. Hoewel de Raden
terecht stellen dat het natuurbelang een grote stempel drukt op het
Waddenbeleid, hecht dit kabinet aan een integrale en dus ruimtelijke
benadering van het waddengebied.
Dit gebeurt via de PKB Waddenzee waarin het natuurbelang stevig is
geborgd, maar waarin ook ruimte wordt geboden voor wonen en werken in
het gebied. Als programmaminister ben ik bovendien verantwoordelijk
voor de offensieve ontwikkeling van het waddengebied met behulp van
het Waddenfonds. Ook dit gaat over meer dan alleen natuurontwikkeling.
Kort samengevat vind ik dat de Raden meer vertrouwen zouden kunnen
hebben in een dynamische ontwikkeling van natuur, wonen, werken en
recreëren samen. Een opgave die vooral ter plaatse vorm zal krijgen.
Door mensen die kansen zien én zich verbonden weten met dit unieke
gebied: wie zou dat beter kunnen? Een Waddenhuis in Leeuwarden kan
daarin een belangrijke rol spelen. Een huis waar het secretariaat van
de RCW, het secretariaat Waddenfonds en anderen hun thuisbasis hebben.
Dit idee moet de komende tijd verder vorm krijgen.
Dames en heren,
Ik verheug mij nu al op de uitstalling van Wadbelangen en -kansen
tijdens de tweede editie van de Waddentoogdag, volgend jaar. Ik wil nu
graag het woord geven aan collega Veerman.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer