| |Nr. |2006-045 | | |Arnhem|31 januari 2006| | |, | |huisvesting van vluchtelingen in gelderse gemeenten verloopt steeds beter
Gedeputeerde Staten hebben de rapportage over de huisvesting van statushouders (vluchtelingen die een verblijfsvergunning hebben) in Gelderland vastgesteld. Belangrijke conclusies uit deze rapportage zijn: o dat in 2005, in tegenstelling tot de voorgaande jaren, de grootste aantallen statushouders vooral buiten het KAN zijn opge- vangen. o dat in het tweede halfjaar van 2005 veel meer statushouders gehuisvest zijn dan in de eerste helft van 2005. o dat het verscherpte toezicht, dat de provincie halverwege 2005 ingevoerd heeft richting de gemeenten die erg ver achterbleven, effect heeft gehad. o Dat er op 1 januari 2006 nog een geringe achterstand is (46 van de 984). De verwachting is, dat wanneer het huidige tempo in opvang wordt vastgehouden, deze achterstand halverwege 2006 is ingelopen.
Op basis van de Huisvestingswet moet iedere gemeente een bijdrage leveren aan de huisvesting van statushouders volgens een in de wet vastgelegde rekenformule. De provincie heeft hierbij een coördinerende taak.
Op 1 januari 2005 had de provincie Gelderland de taakstelling voor 2004 voor de gehele provincie ruimschoots gehaald. Dit positieve resultaat was vooral gerealiseerd door het KAN-gebied, dat meer dan de opgelegde taakstelling had gehaald. In 2005 moest Gelderland in totaal 984 personen huisvesten. Afgesproken werd dat dat vooral in de achterlopende gemeenten buiten het KAN-gebied moest gebeuren. Dit met het oog op een meer evenwichtige spreiding over de gehele provincie. In de eerste helft van 2005 ontstond een achterstand. Van de 381 te huisvesten personen werden er slechts 295 gehuisvest (92 in het KAN en 203 in overig Gelderland). Deze achterstand was voor de provincie aanleiding om het toezicht op een aantal achterlopende gemeenten te verscherpen. Al deze gemeenten hebben de tweede helft van 2005 een grote extra inspanning laten zien. Dit heeft ertoe geleid dat in de tweede helft van 2005 570 personen gehuisvest konden worden (115 in het KAN en 455 in overig Gelderland). Hoewel de achterstand in de tweede helft van 2005 sterk is ingelopen, was er op 1 januari 2006 sprake van een geringe achterstand van 46 personen. Dit was vooral te danken aan de inspanningen van een aantal gemeenten die in de tweede helft van 2005 meer statushouders wisten te huisvesten dan de taakstelling bedroeg. Opvallend hierbij was de inspanning van de gemeente Aalten, die een aanzienlijke achterstand wist om te buigen naar een voorsprong.