31-1-2006
Onderwerp
Provincie geeft waterbeheerders nieuwe kaders
Jeannette Duin
Provinciale Staten van Noord-Holland hebben op 30 januari jl. het
Provinciaal Waterplan 2006-2010 Bewust omgaan met Water vastgesteld.
Met het plan geeft de provincie de kaders voor het waterbeheer in
Noord-Holland. De waterschappen en gemeenten treffen binnen dit kader
de nodige maatregelen om Noord-Holland tegen wateroverlast te
beschermen en de waterkwaliteit te verbeteren.
Klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling hebben steeds
meer invloed op het waterbeheer. In het Provinciaal Waterplan staat in
hoofdlijnen beschreven wat de provincie samen met haar partners de
komende vier jaar (2006-2010) doet om veilig te kunnen wonen achter de
dijken, geen natte voeten te krijgen bij hevige regenbuien en er voor
te zorgen dat de kwaliteit van het water voldoet aan de eisen die het
gebruik hier aan stelt. Het plan is de basis voor allerlei door de
provincie, waterschappen en gemeenten uit te voeren maatregelen. De
Wet op de waterhuishouding bepaalt dat de provincie een Waterplan
maakt.
Versterking dijken
Om de veiligheid in Noord-Holland te waarborgen worden de zwakke
schakels in de Noord-Hollandse kust (Kop van Noord-Holland,
Hondsbossche en Pettemer Zeewering) versterkt. Uitvoering vindt,
afhankelijk van rijksgelden, plaats tussen 2008 en 2020. Naar
aanleiding van de dijkdoorbraak in Wilnis werkt de provincie
Noord-Holland, samen met de provincies Zuid-Holland en Utrecht, aan
veiligheidsnormen voor dijken. Provinciale Staten stellen deze normen
vast. De normen worden bepaald op basis van de risicobenadering. Dit
houdt in dat rekening wordt gehouden met de economische waarde die
wordt beschermd door de dijk en de maatschappelijke gevolgen van een
dijkdoorbraak (risico = kans x gevolg). De risicobenadering maakt een
kosteneffectieve aanpak van de dijkversterking mogelijk.
De muskusratten vormen een groot probleem voor de veiligheid van de
dijken. Sinds 2000 is de populatie met 50% toegenomen , stelt
gedeputeerde Poelmann. Noord-Holland gaat extra piekbestrijders
inzetten om het aantal ratten in elk geval terug te brengen naar het
niveau van het jaar 2000.
Buitendijks bouwen
Regelmatig vragen gemeenten de provincie toestemming om buitendijkse
gebieden te ontwikkelen voor bewoning, recreatie of andere
bedrijvigheid. Besluitvorming hierover is op dit moment moeilijk omdat
een duidelijk wettelijk of beleidsmatig kader om eisen te kunnen
stellen aan de bescherming tegen overstroming en wateroverlast in deze
gebieden ontbreekt. Om aan deze onduidelijkheid een einde te maken
komt de provincie in de loop van 2006 met een voorstel voor de
gewenste veiligheid in buitendijkse gebieden en de verdeling van taken
en verantwoordelijkheden hierbij. De voorbereiding hiervan vindt
plaats in overleg met het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Waterberging
Met het vaststellen van het Waterplan vervallen, voor zover dit nog
niet is gebeurd, de zoekgebieden voor waterberging uit het streekplan
Noord-Holland Zuid.
De provincie wil met het Waterplan geen starre blauwdruk voor
waterberging geven. In het Provinciaal Waterplan staat, op basis van
de normen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water, welke eisen aan het
watersysteem gesteld worden om pieken in neerslaghoeveelheden op te
kunnen vangen. De provincie heeft een voorkeur voor kleinschalige
oplossingen om aan deze normen te voldoen. Voor het noordelijk deel
van Noord-Holland is dit uitgangspunt al vastgelegd in het nieuwe
streekplan (ontwikkelingsbeeld). Poelmann: Ook voor het zuidelijk deel
van de provincie hebben wij een voorkeur van fijnmazige oplossingen
zoals het verbreden van sloten. Door de sterke verstedelijking van dit
gebied biedt dit echter niet voor de gehele bergingsopgave een
oplossing. Waterberging kan in de Horstermeer en Bovenkerkerpolder
waarschijnlijk gecombineerd worden met natuur. In de loop van dit jaar
wordt de precieze aanpak in uitvoeringsplannen voor deze gebieden
vastgesteld. Een besluit over waterberging in de Haarlemmermeer wordt
ook in 2006 genomen. Hiervoor zijn de resultaten van de in de Nota
Ruimte aangekondigde integrale gebiedsuitwerking Haarlem Bollenstreek
nodig.
Voor calamiteitenberging stelt dit Waterplan nog niets vast. Op basis
van de resultaten van de pilot Ronde Hoep wordt dit jaar besloten over
de nut en noodzaak van calamiteitenberging.
Europees Kaderrichtlijn Water
Ter verbetering van de waterkwaliteit in Noord-Holland worden in het
Provinciaal Waterplan de stappen beschreven die gezet worden om aan de
Europese kaderrichtlijn water (KRW) te voldoen. Provinciale Staten
stellen in 2009 waterkwaliteitsdoelen vast die samen met de
waterschappen, gemeenten en maatschappelijke organisaties worden
geformuleerd. Hieraan gaat een zorgvuldig proces vooraf, omdat deze
normen gaan gelden als resultaatsverplichtingen. Tot vaststelling van
deze nieuwe kwaliteitsdoelen zitten we natuurlijk niet stil. Wij
blijven maatregelen nemen om de waterkwaliteit verbeteren , aldus
gedeputeerde Poelmann.
Grondgebruik
Het waterbeheer wordt afgestemd op het huidige, in streek- en
bestemmingsplannen vastgelegde grondgebruik. Soms leidt dit tot
tegenstrijdige eisen aan het watersysteem, bijvoorbeeld wanneer een
agrarisch en natuurgebied aan elkaar grenzen of elkaar zelfs
overlappen. We geven in dit plan geen kant en klare oplossingen voor
al die plaatsen in Noord-Holland waar dit probleem speelt, legt
gedeputeerde Poelmann uit. We geven wel het proces aan dat in deze
situaties gevolgd moet worden. Bij botsende eisen aan het watersysteem
gaan allereerst de waterschappen met de grondgebruikers om de tafel
zitten om naar een optimale oplossing te zoeken. Indien zij er niet
uit komen, besluiten de gemeente of provincie over de vraag op welk
grondgebruik het waterbeheer wordt gericht.
Kostenveroorzakersbeginsel
In het Provinciaal Waterplan wordt het kostenveroorzakersbeginsel,
zoals opgenomen in het Nationaal Bestuursakkoord Water en in het
ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord, verder uitgewerkt. Wanneer
door een verandering van grondgebruik investeringen in het
watersysteem nodig zijn om aan de waterstaatkundige eisen van dit
nieuwe grondgebruik te voldoen, komen de kosten hiervan voor rekening
van de veroorzaker. Per type grondgebruik gelden normen hoe vaak het
land mag overstromen. Deze normen staan in het Nationaal
Bestuursakkoord Water. Grasland mag bijvoorbeeld eens in de 10 jaar
blank staan, akkers eens in de 25 jaar, glastuinbouwbedrijven mogen
eens in de 50 jaar wateroverlast hebben en woningen eens in de 100
jaar onderlopen. Wanneer bijvoorbeeld grasland wordt omgezet in
glastuinbouw, vereist dit meestal een aanpassing aan het watersysteem:
het land mag nu immers nog maar eens in de 50 jaar in plaats van eens
in de 10 jaar met wateroverlast geconfronteerd worden. De
initiatiefnemer van de glastuinbouw is in deze situatie
verantwoordelijk voor de financiering van de aanpassingen in het
watersysteem. Het beheer blijft voor rekening van het waterschap.
Wanneer de maatregelen om een bepaald gebied aan de normen te laten
voldoen niet kosteneffectief zijn, is het voor het waterschap mogelijk
om in overleg met de provincie, gemeenten, de grondgebruikers en
andere belanghebbenden naar andere oplossingen te zoeken. Hierbij kan
bijvoorbeeld gedacht worden aan functiewijziging of het afkopen van
risicos.
Het Provinciaal Waterplan Noord-Holland 2006-2010 is binnenkort te
downloaden via
http://www.noord-holland.nl/projecten/waterplan/index.asp.
Provincie Noord-Holland