Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA 's-GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Onderwerp Arbeidsmarktpositie van etnische minderheden Ons kenmerk AM/AMI/06/8937 Datum 7 februari 2006

In het mondelinge vragenuur van uw Kamer op 17 januari 2006 zijn aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en ondergetekende vragen gesteld over het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) "Hoge (jeugd)werkloosheid onder etnische minderheden". In het vragenuur heb ik een nadere reactie toegezegd op het SCP-rapport. Verder heb ik toegezegd dat:

· de Tweede Kamer een toelichting ontvangt op de verschillen tussen de werkloosheidscijfers in het SCP-rapport en de werkloosheidscijfers van het CBS;
· de Tweede Kamer een overzicht ontvangt van de maatregelen/activiteiten gericht op de verbetering van de arbeidsmarktpositie van etnische minderheden;
· de Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de stand van zaken rond de leerwerkbanen en de rol van de overheid daarbij.

U hebt mij tevens bij brief van 26 januari 2006, uw kenmerk 06-SZW-B-004, verzocht om ten behoeve van het algemeen overleg over het arbeidsmarktbeleid op 8 februari 2006 een reactie te geven op het recente voorstel van de voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid over de voorbereidingscamps voor jonge drop-outs.

Reactie op de werkloosheidcijfers van het SCP
In de SCP-studie `Hoge (jeugd)werkoosheid', die gebaseerd is op het LAS-onderzoek, (Leefsituatie Allochtone Stedelingen) vraagt het SCP aandacht voor de wederom verslechterde arbeidsmarktpositie van allochtonen. Eén van de oorzaken hiervoor is de laagconjunctuur waarin Nederland zich in de afgelopen jaren bevond. Met name de arbeidsmarktpositie van de tweede generatie Turken en Marokkanen baart zorg. Dit geldt in gelijke mate voor de nieuwe jonge Antillianen. Voor deze laatste groep geldt dat ze veelal laagopgeleid zijn, de Nederlandse taal slecht beheersen en weinig autochtone contacten hebben. De SCP-studie meldt ook de positieve ontwikkeling onder eerste generatie Surinamers en tweede generatie Antillianen: ook in tijden van laagconjunctuur weten zij zich goed te handhaven op de arbeidsmarkt.
Het opleidingsniveau onder volgende generaties stijgt. Naar verwachting zal de stijgende lijn zich op termijn ook vertalen in een steeds stabieler wordende arbeidsmarktpositie onder deze

Ons kenmerk AM/AMI/06/8937
Datum

groepen. Dit wordt ook bevestigd door het recent opgeleverde SCP-onderzoek "Niet-westerse allochtonen met een stabiele arbeidsmarktpositie" naar de baanstabiliteit van allochtonen, dat in opdracht van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie is uitgevoerd (bijgevoegd). In het rapport wordt het hebben van een stabiele positie op de arbeidsmarkt als indicator voor succes gehanteerd. Er is sprake van een stabiele positie wanneer iemand een vaste baan heeft of een eigen bedrijf leidt. In 2004 had 41% van de niet-westerse allochtonen een stabiele arbeidsmarktpositie. Absoluut gezien gaat het om bijna 450.000 personen tussen 15 en 64 jaar. Onder autochtonen had in 2004 61% een stabiele arbeidsmarktpositie.

Het goede nieuws is dat tussen 1994 en 2004 het aandeel niet-westerse allochtonen met een stabiele arbeidsmarktpositie met tien procentpunten is toegenomen. In 1994 was hun aandeel niet meer dan 31%.Vooral bij Surinamers (+18%) en Turken (+16%) is de verbetering groot. Ook het aantal allochtone ondernemers is sterk gestegen: van 21.000 in 1994 tot 58.000 in 2004.

Met SCP en CBS is gesproken over de verschillen in de werkloosheidscijfers van beide instituten. De onderzoekers hebben hiervoor diverse verklaringen aangedragen. In bijlage 1 worden deze verklaringen beschreven. Zodra de nieuwe cijfers van het CBS over 2005 beschikbaar zijn, ontstaat meer duidelijkheid over de trend in de ontwikkeling van de (jeugd)werkloosheid onder allochtonen. Die cijfers worden medio februari verwacht. De zorg van de Kamer omtrent de hoge werkloosheid onder allochtonen, met name onder de jeugd, deel ik. De verschillen in de cijfers van SCP en CBS doen voor mij niets af aan deze zorg. De hoge werkloosheid onder allochtone jongeren is een bevestiging van datgene wat we in april 2005 ook al hebben vastgesteld op basis van het Regioplan-onderzoek naar de belemmeringen op de arbeidsmarkt voor allochtonen: "Etnische minderheden op de arbeidsmarkt: Beelden en feiten, belemmeringen en oplossingen". Zo moeten mijn opmerkingen in de Kamer dat de constateringen uit het SCP-rapport niet nieuw zijn, worden verstaan.

Arbeidsmarktmaatregelen voor etnische minderheden
U hebt mij gevraagd een overzicht te geven van de maatregelen die er genomen zijn om de arbeidsmarktpositie van allochtonen te versterken. In het kamerdebat van 17 januari jl. heb ik ondermeer verwezen naar de aanvullende maatregelen die we, tezamen met sociale partners, maatschappelijke en minderhedenorganisaties hebben genomen in het kader van het Breed Initiatief Maatschappelijke Binding. Deze activiteiten zijn nu alle in uitvoering en worden periodiek gemonitord. Op termijn zal bezien worden hoe de ontwikkelde methodieken bij bewezen effectiviteit verder ingebed kunnen worden in het structurele beleid.

Er is echter meer dan dat. Ook binnen het generieke arbeidsmarktbeleid zijn de maatregelen gericht op duurzame instroom van uitkeringsgerechtigden naar werk. In het SCP-onderzoek wordt terecht gewezen op de conjunctuurgevoelige positie van allochtonen. Het generieke beleid is er juist voor bedoeld om de positie van werklozen (ongeacht of zij allochtoon of
---

Ons kenmerk AM/AMI/06/8937
Datum

autochtoon zijn, jong of oud) te versterken. In bijlage 2 zijn conform mijn toezegging aan de Kamer, zowel de aanvullende als de generieke arbeidsmarktmaatregelen opgenomen.

Tijdens de Werktop zijn tussen kabinet en sociale partners afspraken gemaakt op het terrein van de arbeidsparticipatie van allochtonen. Afgesproken is onder meer dat de Stichting van de Arbeid aanbevelingen zal opstellen ten behoeve van CAO-partijen en bedrijven over het in bedrijven te voeren minderhedenbeleid en tot het tegengaan van discriminatie (werving en selectie, ongelijke behandeling, diversiteitsbeleid, rol medezeggenschapsorganen).

Met werkgevers- en werknemersorganisaties is ook afgesproken dat ze zich inzetten om een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van een door het kabinet op te zetten landelijke discriminatiemonitor arbeidsmarkt.

Leerwerkbanen bij de overheid
In reactie op de vraag van het lid Bussemaker over het aantal leerwerkbanen bij de overheid tijdens het vragenuur van 17 januari, deel ik u het volgende mee. De doelstelling voor 2004 en 2005 is ruim gehaald. Tot en met het derde kwartaal 2005 zijn 685 leerwerkbanen gerealiseerd. Naar de huidige stand mag worden verwacht dat de doelstelling om 850 leerwerkbanen te realiseren in 2007 ruim gehaald zal worden. Voor nadere gegevens verwijs ik u naar bijlage 3.

Prep Camps
In reactie op het voorstel van de voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid merk ik het volgende op. De bedoeling van de voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid is jongeren te bereiken die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt door "Prep Camps" (`voorbereidingskampen') te starten waar de jongeren in een tijdsbestek van een half jaar tot driekwart jaar wordt bijgebracht wat nodig is om de weg te vinden naar scholing, werk of leerwerktrajecten. Daarbij wordt gedacht aan samenwerking met Defensie. Dit voorstel vergt nader onderzoek naar de uitvoerbaarheid en effectiviteit. Voor een nadere reactie verwijs ik naar de antwoorden die u zult ontvangen op de vragen die over dit onderwerp zijn gesteld door de leden de heer Dijsselbloem en mevrouw Bussemaker aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de minister van Defensie en ondergetekende.

de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
mede namens de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

(H.A.L. van Hoof)

---

Ons kenmerk AM/AMI/06/8937
Datum

Bijlagen:

1. De werkloosheidscijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

2. Arbeidsmarktmaatregelen voor etnische minderheden
3. Leerwerkbanen bij de overheid

4. SCP-onderzoek "Niet westerse allochtonen met een stabiele arbeidsmarktpositie: aantallen en ontwikkelingen"


---