Den Haag, 7 februari 2006

Vragen van de leden Bussemaker en Noorman-den Uyl (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

over samenloop WGA en WW

1. Klopt het dat iemand die volgens UWV 50% van zijn verdiencapaciteit heeft verloren, en die na afloop van de loondoorbetalingperiode bij ziekte direct werkloos raakt, een loongerelateerde WGA-uitkering krijgt ter dekking van het werkloosheid ( 50% ) en arbeidsongeschiktheid ( 50% )?

2. Klopt het dat, als dezelfde persoon zijn resterende verdiencapaciteit volledig benut, hij een WGA-uitkering krijgt die dan het door arbeidsongeschiktheid ontstane inkomensverlies compenseert?

3. Klopt het dat als deze persoon volledig herstelt op het moment van afloop van de loongerelateerde WGA-uitkering, en hij kort daarna zijn baan verliest, hij alleen eventueel recht heeft op een WW-uitkering voor het gedeelte dat hij is blijven werken na afloop van de loondoorbetalingsperiode bij ziekte?

4. Als het antwoord op de bovenstaande vragen ja luidt, kunt u dan aangeven waarom u het wenselijk vindt dat werknemers een groot deel van hun WW-rechten verspelen zonder één dag werkloos geweest te zijn?

5. Hoe beoordeelt u het verschil tussen de uitkeringshoogten (bij een modaal inkomen en 50% verlies aan verdiencapaciteit) van (a) iemand die werkloos is tijdens de loongerelateerde uitkeringsperiode en die werk heeft tijdens de fase daarna en (b) iemand die zijn resterende verdiencapaciteit volledig gebruikt tijdens de loongerelateerde uitkeringsperiode en de werkloos is tijdens de fase daarna? Hoe groot is dit verschil?

6. Hebt u gecontroleerd of het verspelen van rechten op een werkloosheidsuitkering zonder een dag werkloos geweest te zijn, in overeenstemming is met internationale verdragen hieromtrent? Wat was daarvan de uitkomst?