Partij van de Arbeid


Den Haag, 8 februari 2006


Bijdrage van Klaas de Vries(PvdA) aan het algemeen overleg met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie


over de Immigratie- en Naturalisatiedienst:


(Gesproken woord geldt)


Ind-ao op 8 februari over Rekenkamerrapport spreekpunten Klaas de Vries


Voorgeschiedenis


Vragen Dijsselbloem-De Vries 20 februari over de geplande overdracht van frontoffice taken aan de Vreemdelingen diensten aan de gemeenten.
Antw.:

6. De overdracht van frontoffice taken aan de VD is haalbaar op 13 april 2004.
7 Ja, de kwaliteitsnormen worden gehandhaafd (...)
8 en 9: geen sprake van achterstanden bij overdracht mvv aan IND;
IND -voorraad aanvragen verblijfsvergunningen regulier: geen sprake van
achterstanden;

IND-voorraad verlenging verblijfsvergunning regulier: geen sprake van achterstanden.


Rond eind mei komen berichten binnen over een complete administratieve chaos bij de verstrekking en verlening van vergunningen.


9 juni 2004-motie De Vries plan van aanpak achterstanden bij IND- unaniem aangenomen
Minister Verdonk: Plan komt binnen zes weken.


21 juni 2004 vragen De Vries Dijsselbloem over uitvoeringsproblemen bij uitreiking verblijfsdocumenten
Antwoord op 2 augustus: bij de omzetting van gegevens van de vreemdelingendiensten zijn automatiseringsproblemen gerezen. Minister Verdonk verwijst naar plan van aanpak van 12 juli 2004
12 juli 2004 Plan van aanpak: Met behulp van de gepresenteerde maatregelen zullen de meest acute problemen naar verwachting binnen twee maanden onder controle zijn


6 juli 2004: Vragen De Wit over uitvoeringsproblemen.
Antwoord 2 augustus: er wordt hard aan gewerkt om de situatie in augustus genormaliseerd te hebben.


7 juli 2004: Vragen De Vries-Dijsselbloem over problemen bij verstrekking verblijfspasjes.
Antwoord 2 augustus: "er is gebleken van de nodige van tevoren onvoorziene omstandigheden, met name gelegen in de sfeer van de automatisering.
Onvoorzien? Door wie eigenlijk?


Augustus 2004: Ombudsman maakt zich zorgen over het functioneren van de IND. Verzoekt om een onderhoud. Dit vindt plaats op 14 oktober!!


Brief Minister: 4 oktober 2004: Naast de maatregelen genoemd in plan van aanpak achtte de Hoofddirecteur van de IND (met instemming van de Minister?) het verstandig ter borging van de aan de Kamer gedane toezeggingen in een parallel project het Expertisecentrum een (HEC) een audit laten uitvoeren. Conclusie: "de situatie op het gebied van ICT en informatievoorziening is ernstig, maar niet onoplosbaar." Begin september 2004 vraagt minister Rekenkamer een toekomstgericht onderzoek te doen .


AO 12 november 2004: De minister: "Vervolgens is op 24 mei 2004, na een akkoord van het bureau persoonsregistratie en na een door een extern bureau uitgevoerde beperkte ketentest, alsnog de "go"-beslissing genomen." De Minister zegt de Kamer een gedetailleerd overzicht toe van wat er allemaal gebeurd is.


Rapport Algemene Rekenkamer


De minister vermeldt in dat gedetailleerde overzicht NIET dat volgens de Rekenkamer "een van de belangrijkste conclusies" van de ICT audit (maart) van PriceWaterhouseCoopers luidde dat er alsnog aanvullende ketentesten moesten worden uitgevoerd. Dat advies wordt niet opgevolgd.
En wat de minister ook NIET vermeldt in het gedetailleerde overzicht, is dat de formele instemming van het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten vergezeld ging van (Rekenkamer:) "een dringend verzoek om het proces van berichtafhandeling en titellevering nog eens kritisch door te lichten en simulaties in een testomgeving uit te voeren."
Volgens de Rekenkamer (antwoord vraag 15) is dit dringende verzoek afgewogen en niet opgevolgd. De minister heeft hier persoonlijk mee ingestemd.
Volgens de Algemene Rekenkamer namen "de stuurgroep en de minister hiermee een risico."
Het gevolg was wat NRC-Handelsblad in een hoofdartikel een 'bestuurlijke puinhoop' noemde.


Waarom heeft de minister het advies van Price naast zich neergelegd? Was de minister zich bewust van de risico's?
Waarom heeft de minister de Kamer niet over dit dringende verzoek ingelicht?
Waarom heeft de minister de indruk gewekt dat het agentschap Basisadministratie volledig akkoord was met het verrichten van de conversie terwijl dat akkoord vergezeld ging van een dringend advies?
Was de minister zich bewust van de risico's?

Moet ze geen gevolgen verbinden aan het feit dat het risico dat zij nam zich realiseerde?


Tienduizenden vreemdelingen zijn door dit optreden van de minister gedupeerd. De minister heeft gezegd dat ze dat betreurd. Maar is dat genoeg als je zelf niet naar je adviseurs hebt willen luisteren?


Verdere opmerkingen:


--In de justitiebegroting voor 2006 deelt de minister mee dat zij verantwoordelijk is voor het Vreemdelingenbeleid en tevens voor de coördinatie en uitvoering van dat beleid. Drie factoren zijn volgens haar van essentieel belang voor het welslagen van het Vreemdelingenbeleid:
Een van die factoren is: "Een goed functionerende coördinatie van de vreemdelingenketen en samenwerking van de ketenpartners."


En wat constateert de Algemene Rekenkamer enkele maanden later? (p.8):
"Op dit moment schort het aan een goede communicatie en samenwerking tussen de ketenpartners".
Ook constateert de Algemene Rekenkamer dat de Minister over onvoldoende sturingsmogelijkheden beschikt, om een effectieve sturing van de gehele keten mogelijk te maken? Was de minister dat nog niet opgevallen voordat de Rekenkamer haar daar op attent maakte? En als ze het wel wist, waarom heeft ze dat dan niet in het Kabinet aan de orde gesteld?
De conclusie moet toch wel zijn dat de verantwoordelijke minister een van de essentiële voorwaarden voor succes niet heeft waargemaakt.


Overige punten:


--De minister werkt nu aan een nieuwe terugkeerorganisatie.
De Rekenkamer heeft daar in haar toekomstgerichte onderzoek niet toe geadviseerd. Dat lag misschien niet op haar weg. Maar ze merkt wel op dat deze wijziging geen vermindering van het aantal kontaktmomenten voor de vreemdeling betekent. De politie en de gemeenten behouden een functie in het proces. Ook vraagt de rekenkamer zich af hoe de IND met vier locaties in Nederland net zo klantgericht kan werken als de 280 gemeenten
die thans frontoffice taken vervullen


--Een van de meest springende punten van het slecht functioneren van de IND was dat rechterlijke vonnissen niet prompt en onverkort werden uitgevoerd. Kan de minister ons thans de garantie geven dat dat wel gebeurt?