ChristenUnie


Bijdrage debat politiebestel woensdag 8 februari 2006 - 18:17

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

André Rouvoet:

MdV,

De ChristenUnie-fractie heeft vanmiddag al aangegeven hoe wij staan in de discussie over de politie. Ik wilde dat maar niet overdoen. Het wetsvoorstel dat nu voorligt werd ingehaald door Leemhuis/Stout, en werd daarom gereduceerd tot het voor de minister hoogst noodzakelijke, maar ook het meest ingrijpende; de aanwijzingsbevoegdheid, de doorzettingsmacht. Zij willen voorafgaande aan de totstandkoming van het Landelijk Beleidskader dit voorjaar, de hoofdlijnen beslissend kunnen bepalen en willen af van overleg. Als het erop aankomt, zo stellen ze (p.3 nnavnv), moeten de ministers de knoop kunnen doorhakken. Er hoeft niet langer met alle korpsbeheerders gezamenlijk overeenstemming te worden bereikt over landelijke prioriteiten. Nee, de ministers bepalen en de korpsbeheerders, en straks de korpschefs, voeren uit. Een gelegenheidswetje dus, waarmee de positie van het regionale college, de lokale burgemeesters- zij het formeel nog in tact- inhoudelijk wordt uitgehold. De korpsbeheerders en de hoofdcommissarissen hebben daarmee ingestemd, omdat ze aan de andere kant tot een voorziening tot samenwerking konden komen. Waarmee - dachten zij - centralisatie kon worden voorkomen. Een soort losgeld dus. De teleurstelling zal bij hen inmiddels groot zijn, nu blijkt dat er verdergaande voorstellen al klaar liggen.

Maar vanavond vindt dus in al deze chaos de bespreking van de tussenwet plaats. Een wetje dat zo snel mogelijk door de Kamer moet, met een ingrijpende inhoud. Een inhoud die de koers bepaalt voor het verdere traject. Want het betekent in feite het aantrekken van de Haagse teugels en de ministers vinden het een ongelukkig woordgebruik, maar toch- een opmaat naar een gecentraliseerde politie.

Voorzitter, bij de totstandkoming van de huidige Politiewet betekende de aanwijzingsbevoegdheid achteraf van de minister van BZK al een hele verschuiving in de verhouding tussen centraal en decentraal. Deze aanwijzingsbevoegdheid, op grond waarvan de minister van BZK kan ingrijpen om zijn beleidsthemas gerealiseerd te krijgen, is weinig gebruikt. Toch wordt in dit wetsvoorstel aangegeven dat er een ander middel moet komen om de landelijke doelstellingen te realiseren. Mijn fractie vindt het op zijn zachtst gezegd merkwaardig dat, hoewel het huidige instrumentarium nauwelijks is gehanteerd, niettemin toch geconcludeerd kan worden dat dit instrument niet heeft gewerkt. Daarom de vraag van de ChristenUnie-fractie aan de minister, kunt u nog eens expliciet de noodzaak aangeven van wetswijziging op dit punt? Had men niet kunnen volstaan met een actiever gebruik van het huidige instrumentarium, zoals ook Leemhuis/Stout stelt? (zie overigens nnavv p.6) De beantwoording van onze vragen op dit punt vind ik onvoldoende.

Centrale vraag voor de inrichting van het politiebestel in het algemeen en voor dit tussenwetje is, of de veranderde samenleving rechtvaardigt dat de beleidsprioriteiten, bepalend voor het beheer en daarmee feitelijk ook voor het gezag, centraal worden vastgesteld en afdwingbaar zijn? Rechtvaardigen ontwikkelingen als globalisering van de criminaliteit en het toenemende belang van de bestrijding van terrorisme dat we meer toe gaan naar een top-down benadering? Gaat er inderdaad zoveel mis? En is het niet nog steeds zo dat 80% van al het politiewerk lokaal plaatsvindt? Dwingt de huidige situatie dan tot fundamentele wijziging van het bestel? Is een veelgehoorde klacht vanuit het veld niet juist dat er te weinig oog is voor lokale prioriteiten? De ChristenUnie-fractie vindt een fundamentele wijziging van het bestel niet nodig. Gebruik eerst de huidige instrumentaria maar eens goed! Want er zijn er nogal wat; aanwijzingsbevoegdheid achteraf waarvan meer gebruik gemaakt zou kunnen worden, de introductie van de bestuurlijke boete, de oprichting van de Nationale Recherche ter bestrijding van terrorisme en het terugbrengen van het politiewerk tot de kerntaken. De korpsen hebben de reorganisatie van 1993 net verwerkt en inmiddels wordt via prestatiecontracten ook het nodige bereikt. De knelpunten die er liggen op het gebied van samenwerking, eenduidige informatievoorziening (nog steeds), die ziet de ChristenUnie-fractie ook, maar die kunnen worden opgelost binnen de VtsPN. De ChristenUnie-fractie steunt die voorzieningen, al zijn er een aantal kanttekeningen te maken. Maar door eenzijdig de verhouding tussen centraal en decentraal zo drastisch te wijzigen, wordt geen recht gedaan aan de praktijk.

Ten slotte nog iets over de positie van de korpsbeheerder. Deze burgemeester heeft nogal wat petten op in het huidige politiebestel. Dat ziet de ChristenUnie-fractie ook. Voorzitter van het regionale college, vaak ook participerend in de veiligheidsregio en burgemeester van de centrumgemeente met een groot eigen belang. Uiteraard wil dit niet per definitie zeggen dat elke burgemeester daar op een oneigenlijke manier mee omgaat, maar ze zouden die rol gewoon niet moeten hebben. Ze worden, zo blijkt in de praktijk, onvoldoende gecorrigeerd door de andere leden uit het regionale college, daardoor ontstaat er een scheve situatie, de korpsbeheerder domineert. Het brengt de korpsbeheerders in een onwenselijke positie. De wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel zijn op zichzelf een logisch gevolg van het geformuleerde kabinetsstandpunt. De positie van de korpsbeheerder eerst versterken en vervolgens helemaal laten vervallen is niet logisch. Ook inhoudelijk kiest de ChristenUnie-fractie voor het laten vervallen van de positie van de korpsbeheerder. Al is daarmee niet per definitie de gelijkwaardigheid van burgemeesters binnen het regionale college geregeld. Dat hangt natuurlijk ook erg af van voorzitterschap, stemverhoudingen etc.

Concluderend: Stel dan dat dit wetsvoorstel er dan toch door komt - die kans is groot - dan wil de ChristenUnie-fractie het graag daarbij laten. Het is niet nodig om een enorme reorganisatie in te plannen. Laat eerst maar eens zien wat deze wijziging uitwerkt. Volgens onze fractie zijn er met de VtsPN en de aanwijzingsbevoegdheid vooraf, al voldoende mogelijkheden gecreëerd voor de geconstateerde knelpunten.
---