Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA 's-Gravenhage

Uw brief Ons kenmerk
11 januari 2006 W&B/B&K/06/3823

Onderwerp Datum
Beantwoording kamervragen 2050606120 10 februari 2006

./. Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de antwoorden op de vragen van de leden Vietsch en Verburg (CDA) over schuldhulpverlening in gemeenten.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

2050606120
Vragen van de leden Vietsch en Verburg (beiden CDA) aan de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid Welzijn en Sport over schuldhulpverlening in gemeenten. (Ingezonden 10 januari 2006)

Vraag 1
Is het waar dat mensen die diep in de schulden zitten en in aanmerking willen komen voor schuldhulpverlening zeer lang moeten wachten op een eerste afspraak met het algemeen maatschappelijk werk waarbij een wachttijd van 5 maanden zoals in de gemeente Utrecht 1), geen uitzondering is?

Antwoord 1
Schuldhulpverlening en het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) vallen onder verantwoordelijkheid van gemeenten.
De Kredietbank van de gemeente Utrecht voert in deze gemeente de schuldhulpverlening (schuldregelen, schuldsanering en budgetbeheer) uit; het AMW doet de budgetbegeleiding en budgettraining.
Landelijk wordt geen informatie verzameld over wachttijden.

Vraag 2
Hoe lang is de wachttijd in andere gemeenten zoals bijvoorbeeld in de gemeente Amsterdam? Hoe verhouden deze wachttijden zich tot de termijn voor afsluiting van gas en elektra en voor huisuitzetting ten gevolge van huurschuld?

Antwoord 2
Zoals al bij vraag 1 is vermeld, worden er landelijk geen gegevens verzameld over wachttijden.

Vraag 3
Stellen de gemeenten voldoende prioriteit bij het algemeen maatschappelijk werk en is er voldoende personeel beschikbaar? Zo ja, waardoor ontstaan dan de genoemde wachttijden?

Vraag 4
Welke wachttijd is volgens u acceptabel? Wat gaat u doen om de wachttijden tot aanvaardbare proporties terug te brengen?

Antwoord op vragen 3 en 4
Het AMW valt onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Zij beslissen over de prioriteiten van het AMW.
Het ministerie van VWS heeft wel in de periode van 2000 tot en met 2003 via de Tijdelijke Stimuleringsregeling AMW de gemeenten in staat gesteld het aantal fte's te verhogen. Op jaarbasis is hiermee 11 miljoen extra geïnvesteerd in het AMW. Na 2003 is dat bedrag structureel beschikbaar gesteld aan gemeenten via opname in het gemeentefonds.

Aangezien zowel de schuldhulpverlening als het AMW de verantwoordelijkheid zijn van gemeenten, past het niet om aanwijzingen te geven vanuit het rijk over wachttijden.


2

Vraag 5
Neemt u de wachttijd voor het algemeen maatschappelijk werk en de wachttijd voor de aanmelding voor schuldsanering mee in het gevraagde onderzoek 2) naar voedselbanken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5
Nee, omdat het onderzoek beoogt de achterliggende oorzaken waarom een beroep wordt gedaan op de Voedselbanken in kaart te brengen. Het gaat daarbij niet om de organisatie van het AMW of de gemeentelijke schuldhulpverlening.


1) Gemeente Utrecht, begroting 2006: amendement 40: Drempels weg bij maatschappelijk werk d.d. 10 november 2005