Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Smilde en Omtzigt over de zorgpolis van zorgverzekeraar VGZ

Kamerstuk, 10-2-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2659841

10 februari 2006

Antwoorden van minister Hoogervorst op de vragen van de Kamerleden Smilde en Omtzigt (beiden CDA) over de zorgpolis van zorgverzekeraar VGZ (2050607690).

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat zorgverzekeraar VGZ eenzijdig de zorgpolis opzegt met 500 werknemers van KPN-dochters, zonder hen daarvan op de hoogte te stellen?

Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van de opzegging, door de werkgever, van het collectief contract dat hij bij VGZ had lopen. Van een eenzijdige opzegging door VGZ is mij niet gebleken.
Het volgende heeft zich voorgedaan. In 2005 had VGZ, via een assurantietussenpersoon een collectieve ziektekostenverzekering voor de particulier verzekerde werknemers van SNT.
VGZ heeft in november 2005 aan alle bij hem ingeschreven verzekerden, dus ook de in het collectief contract van SNT verzekerden, een individueel aanbod voor de zorg- en de aanvullende verzekering gedaan. Daarbij is ten algemene aangegeven dat verzekerden die deelnemen in een collectieve regeling mogelijk een gunstiger premie zouden kunnen krijgen als zij via dat collectief verzekerd zullen worden. Daarmee heeft VGZ voldaan aan de afspraak dat alle verzekerden een aanbod wordt gedaan dat zoveel mogelijk lijkt op de verzekering die de verzekerden op dat moment hadden. In de onderhandelingen tussen KPN en SNT over de collectieve ziektekostenverzekering voor de werknemers van SNT heeft KPN aangegeven de werknemers van SNT te willen onderbrengen in de reeds ten behoeve van de overige werknemers van KPN gesloten of te sluiten collectieve zorgverzekeringen. Daarvan heeft KPN mededeling gedaan aan de tussenpersoon die voor SNT optrad naar VGZ. Op 9 december zegt de werkgever de relatie met de tussenpersoon en VGZ op, en zegt daarbij het lopende collectieve contract voor alle verzekeringen die daarbinnen vallen, bij VGZ schriftelijk op. VGZ en de tussenpersoon hebben dit bericht van de werkgever opgevat als een mededeling dat de via het collectief contract verzekerden niet van het door VGZ gedane aanbod gebruik willen maken.. VGZ heeft de verzekerden op basis van de berichtgeving van de werkgever per 1 januari 2006 uitgeschreven. VGZ ging er daarbij van uit dat de werkgever, die actief de collectieve verzekering bij VGZ had opgezegd, ook zijn werknemers daarvan op de hoogte had gesteld. De opzegging door de werkgever van de collectieve overeenkomst bij VGZ is echter geschied nog voordat door middel van een nieuwe collectiviteit voldoende waarborgen voor de verzekering van de werknemers waren geboden. Toen VGZ hiervan begin februari 2006 kennis nam heeft zij alle deelnemers in de collectiviteit van SNT alsnog geïnformeerd over het feit dat zij niet verzekerd zijn en hen gewezen op de mogelijkheid om zich tot 1 mei individueel bij VGZ te verzekeren op het aanbod dat VGZ eerder had gedaan. Werknemers van SNT die zich melden bij VGZ zijn dan met terugwerkende kracht tot 1 januari in 2006 individueel bij VGZ verzekerd, waardoor voor hen zowel juridisch als materieel de situatie wordt hersteld zoals die gold ten tijde van het eerder gedane aanbod van VGZ.

Vraag 2
Deelt u de mening dat dit een onwenselijke ontwikkeling is?

Antwoord 2
De gang van zaken is ongelukkig geweest. Tegelijkertijd stel ik vast dat zowel de werkgever als VGZ alles in het werk stellen om de verzekering voor de werknemers van SNT alsnog zo snel mogelijk tot stand te brengen.

Vraag 3
Wat bent u voornemens te gaan doen aan de ontstane situatie?

Antwoord 3
Gelet op bovenstaande zie ik geen noodzaak om stappen te ondernemen.

Vraag 4
Wilt u deze vragen beantwoorden voor 11 februari a.s., zodat ruim voor 1 maart a.s. een oplossing voor dit probleem gevonden is?

Antwoord 4
Ja.