Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Buijs en Vietsch over een salarisverhoging van ziekenhuisdirecteuren

Kamerstuk, 20-2-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2658612

20 februari 2006

Antwoorden van minister Hoogervorst op kamervragen van de Kamerleden Buijs en Vietsch over een salarisverhoging van ziekenhuisdirecteuren (205607410).

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de door de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen (NVTZ) goedgekeurde salarisregeling voor ziekenhuisdirecteuren? Zo ja, wat vindt u van dit advies?

Antwoord 1
Ik heb er kennis van genomen dat de NVTZ op 19 januari 2006 een salarisadviesregeling voor bestuurders van zorginstellingen heeft vastgesteld (dat is dus breder dan alleen de ziekenhuizen). Mijn eerste, globale reactie is dat de NVTZ hiermee inderdaad de normerende regeling heeft ingevoerd die ik al eerder aan de Kamer had aangekondigd. De regeling valt, zoals de ver-wachting was, lager uit dan de nu in gebruik zijnde adviesregeling, die van de koepels van de directeuren: de NVZD en VDZ Nederland. Het feit dat de NVTZ de regeling heeft geba-seerd op het salarisgebouw van de sector vind ik een vooruitgang ten opzichte van de huidi-ge situatie.

Vraag 2
Hoe is het verschil te verklaren van bijna 20% tussen het maximumsalaris in de conceptsa-larisregeling (EUR 160.000) en het maximumsalaris in de goedgekeurde regeling (EUR 190.000)?

Antwoord 2
De NVTZ deelde mij mee dat dit verschil voortkomt uit het gegeven dat de AMS (arbeids-voorwaarden medisch specialisten) eerst niet en inmiddels wél als een deel van het loonge-bouw van de zorgsector wordt beschouwd. Daarbij wees ze er op dat het maximum van EUR 190.000 alleen aan de orde is bij een tijdelijke aanstelling van een bestuurder in een een-hoofdige Raad van Bestuur van een universitair medisch centrum. De kans dat zich zo'n situatie gaat voordoen, is gering.
De onderkant van de nieuwe adviesregeling is overigens ook verlaagd naar circa EUR 78.000. De daaruit voortvloeiende ruimere marge tussen minimum en maximum bewerkstelligt vol-gens de NVTZ, dat de hele variëteit aan bestuursfuncties in de zorgsector, van licht tot zwaar, nu functiewaarderingstechnisch adequaat kan worden ingeschaald.

Vraag 3
Klopt het bericht dat u de salarisregeling van de NVTZ als uitgangspunt voor de bezoldiging van bestuurders in zorginstellingen wilt nemen? Zo ja, mag de Kamer daaruit afleiden dat deze salarisregeling, en het daarin vastgelegde maximumsalaris van EUR 190.000 overeen-komt met de door u gewenste "maatschappelijk verantwoorde bezoldigingshoogte"?

Antwoord 3
In de analyses van de inkomensgegevens van bestuurders uit de jaarverslagen-2003 en -2004 is de feitelijke beloning afgezet tegen het enige toen voorhanden zijnde referentieka-der: de adviesregeling van de NVZD en VDZ Nederland. Nu er een ander referentiekader beschikbaar is gekomen, en wel een van de werkgevers van de bestuurders in plaats van een van de bestuurders zelf, ligt het voor de hand om dat als kader te gaan gebruiken in de nieuwe analyses. Dat heb ik de zorgsector ook meegedeeld.
Daarmee is de nieuwe adviesregeling niet automatisch door het kabinet als een `maatschap-pelijk verantwoorde' gekwalificeerd. Het ziet er nu naar uit dat de NVTZ-regeling een redelij-ke kans heeft om die kwalificatie te kunnen krijgen. Maar daarvoor moet ik de regeling nog nader bestuderen. De `commissie uurtarief medisch specialisten' heeft bijvoorbeeld onlangs nog een opmerking gemaakt over de hoogte van de beloning van de AMS. En die opmerking wil ik ook bij mijn nadere oordeel betrekken.

Vraag 4
Kunt u een overzicht geven van het bruto jaarloon van bestuurders in zorginstellingen ten opzichte van het maximumadvies van de NVTZ, gespecificeerd naar sector?

Antwoord 4
Dat overzicht wil ik in dit najaar presenteren in mijn (jaarlijkse) analyse van de inkomensver-antwoording uit de jaarverslagen. Het gaat dan om de jaarverslagen-2005; de NVTZ-regeling bestond echter in 2005 nog niet. Dat gegeven zal dan in de conclusies van de analyse wor-den betrokken. Omdat de NVTZ-regeling soberder is dan de NVZD- en VDZ Nederland-regeling, zal de uitkomst overigens zijn dat er meer bestuurders boven de nieuwe adviesre-geling worden beloond dan boven de regeling van de NVZD en VDZ Nederland.

Vraag 5
Hebt u de Brancheorganisatie Zorg, de vereniging van de zes brancheorganisaties in de zorg, (BOZ) al gevraagd te reageren op dit overzicht? Zo ja, hoe luidt de reactie van de BOZ? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5
In antwoord 4 heb ik aangegeven dat ik dit overzicht dit najaar zal presenteren.

Vraag 6
Zijn zorginstellingen verplicht de salarissen van zorgdirecteuren in overeenstemming te bren-gen met de salarisregeling van de NVTZ?

Antwoord 6
De Raden van Toezicht zullen zich moeten beraden op hun strategie om de situatie te berei-ken dat de beloningen van bestuurders in overeenstemming zijn met, dan wel met dragende argumenten afwijken van, de adviesregeling van de NVTZ. Het openbreken van bestaande arbeidsovereenkomsten is voor hen dan een optie, maar daar vallen juridische problemen bij te verwachten. Wanneer er echter nieuwe inschalingen aan de orde zijn, ligt het voor de hand dat de leden van de NVTZ, leden van raden van toezicht, hun eigen adviesregeling gebruiken.
De zorgbrede governancecode, die de betrokken branche-organisaties per 1 januari 2006 formeel hebben laten ingaan, stelt kaders die toezichthouders bij de vaststelling van de beloning van de bestuurders in acht moeten nemen: maatschappelijk passend en met een belangrijke rol voor de adviesregelingen van NVZD en NVTZ, met een verplichting tot uitleg in het jaarverslag als daar niet aan wordt voldaan (zie de artikelen 2.2 en 3.3, plus de toe-lichting daarop in de code).

Vraag 7
Hoe kunnen afwijkingen ten opzichte van de salarisregeling worden gesignaleerd en gecorri-geerd, en door wie? Welke mogelijkheden staan u ter beschikking, en welke maatregelen overweegt u?

Antwoord 7
Zoals uit het antwoord op vraag 6 naar voren komt, zullen afwijkingen van de salarisregelin-gen in het jaarverslag moeten worden verantwoord. Over de normering van de inkomens in de semi-publieke sector heeft de minister van BZK op 22 december 2005 een brief naar de Kamer geschreven (TK 30300/30111, nr. 5). Daarin staat het door het kabinet beoogde beleid op dit punt.