Ministerie van Buitenlandse Zaken

Met verwijzing naar het AIV - briefadvies nr. 11 'Terrorismebestrijding in Europees en internationaal perspectief; interim-advies over het folterverbod' bied ik u de reactie van de regering aan.

Algemeen
Ik heb de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) op 15 juli 2005 een oordeel gevraagd met betrekking tot het onderwerp terrorismebestrijding in Europees en internationaal perspectief, waarbij onder meer aandacht wordt gevraagd voor mensenrechtengerelateerde aspecten. Zo wordt onder andere het oordeel en advies van de AIV gevraagd inzake de genomen maatregelen ter bestrijding van internationaal terrorisme, de toepasbaarheid van mensenrechtenverdragen en internationaal humanitair recht in de strijd tegen terrorisme, de mogelijke opschorting van bepaalde rechten, de vraag hoe overheden dienen om te gaan met via derden verkregen informatie en met de uitlevering van personen die van terrorisme worden verdacht, mogelijke verbeteringen in het internationale mensenrechtenacquis en de wijze waarop Nederland hier een wezenlijke bijdrage aan kan leveren.

De Adviesraad meent dat een spoedige advisering over alle in mijn brief van 15 juli 2005 genoemde onderwerpen niet mogelijk is, maar acht de internationale ontwikkelingen inzake (handhaving van) het folterverbod dermate zorgelijk, dat het op 2 december jl. een interim-advies over dit onderwerp heeft uitgebracht.

Briefadvies
De Adviesraad is van mening dat de overheid in haar optreden tegen het terrorisme al het mogelijke dient te doen om te voorkomen dat er slachtoffers vallen en dat de maatschappij wordt ontwricht. Bij de uitvoering van de taken van de staat blijven afwegingen tussen de verschillende rechten, en tussen de rechten van verschillende personen geboden. Bij deze afwegingen zijn de betrokken overheidsorganen gebonden aan internationale verplichtingen, met name op het terrein van de rechten van de mens, waaronder het absolute folterverbod.

De AIV wijst er op dat er tot voor kort nationaal en internationaal consensus bestond over het absolute karakter van het folterverbod, maar dat er sinds enkele jaren een tendens waar te nemen valt om de absolute gelding van het folterverbod te relativeren. De Adviesraad meent dat daardoor het absolute folterverbod wordt ondergraven en afbreuk gedaan wordt aan het stelsel van onderling samenhangende mensenrechtennormen.

De Adviesraad beveelt de regering aan krachtig en publiekelijk stelling te nemen ten gunste van de onvoorwaardelijke handhaving en verdediging van het folterverbod. Zowel in beleid als in concrete gevallen roept de AIV de regering op onverkort vast te houden aan de universele gelding van mensenrechtennormen. Niet alleen komen anders de basisbeginselen van de rechten van de mens op het spel te staan, ook komt de bescherming van de gewone burger door de rechtsstaat in het geding.

Reactie regering
De regering verwelkomt het interim-advies en deelt de zorgen van de Adviesraad over de handhaving van het folterverbod. Nederland is actief betrokken bij de strijd tegen het internationaal terrorisme, teneinde de internationale rechtsorde te beschermen, extremisme een halt toe te roepen en terroristische aanslagen en het verlies van onschuldige levens te voorkomen. Bij het bestrijden van terrorisme mogen de mensenrechtelijke aspecten uiteraard niet uit het oog worden verloren. De rechtstaat behoort zich met rechtstatelijke middelen te verweren tegen terroristen, want indien ons motto "het doel heiligt de middelen" zou zijn, plaatsen we ons op gelijke hoogte met dezelfde terroristen die juist bestreden dienen te worden. De regering acht het naleven van de verplichtingen op het terrein van de mensenrechten en het internationaal (humanitair) recht, inclusief de toepassing van de bepalingen van de Geneefse Conventies daarbij van het hoogste belang .

In aanvulling daarop wil de regering de Kamer graag nader informeren over de Nederlandse positie inzake de vier door de AIV genoemde aspecten van het folterverbod: de reikwijdte van het verbod, de incommunicado detentie, het non-refoulement beginsel en het gebruik van informatie. Ook worden de inspanningen van Nederland tegen foltering beschreven en wordt aangegeven op welke wijze in bilateraal en VN-verband is aangedrongen op naleving van het verbod van foltering en wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing.

Reikwijdte van het verbod
De Nederlandse regering onderschrijft het standpunt van de AIV dat relativering van het begrip verbod van foltering niet acceptabel is. Daarnaast onderschrijft de regering het standpunt van de AIV dat gedragingen en handelingen die een wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing voorstellen onder het absolute folterverbod dienen te blijven vallen.

Nederland zal zich ook in de toekomst blijven inzetten om de absolute status van het folterverbod te handhaven, teneinde foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling en bestraffing te voorkomen en te bestrijden.

Incommunicado detentie
De AIV signaleert dat tal van landen steeds vaker verdachte personen incommunicado houden en benadrukt dat het risico dat zij aan foltering of andere wrede, onmenselijke en vernederende behandeling worden onderworpen juist in dergelijke omstandigheden groot is. De AIV zet derhalve vraagtekens bij incommunicado detentie van personen wier namen en identiteit kenbaar zijn gemaakt. De AIV spreekt nadrukkelijk zorg uit over de situatie van gedetineerden die zich in geheime detentiecentra bevinden.

De regering deelt de zorgen van de Adviescommissie en wijst het incommunicado houden van gedetineerden zonder strafrechtelijke aanklacht af. Zoals reeds eerder gemeld aan de Tweede Kamer acht de regering ook het gebruik van geheime detentiecentra ontoelaatbaar. Op dit moment worden er onderzoeken uitgevoerd door de Raad van Europa en het Europees Parlement naar de vermeende aanwezigheid van geheime detentiecentra. De regering werkt mee aan de beantwoording van de vragen die aan ons land zijn gesteld en wacht de uitkomsten van de onderzoeken af. Uit het tussenrapport over vermeende geheime CIA-kampen in Europa van de speciale onderzoeker van de Raad van Europa Dick Marty blijkt dat hier nog geen onomstotelijke bewijzen voor zijn gevonden.

Non-refoulement beginsel
Ten aanzien van 'reguliere' overdracht van verdachte personen is de AIV van mening dat het gebruik van diplomatieke garanties niet categorisch behoeft te worden afgewezen, maar dat het gebruik ervan moet worden uitgesloten met betrekking tot landen waar folterpraktijken endemisch en systematisch zijn en/of waar de over te dragen persoon aan ernstige vervolging dreigt bloot te staan. Daarmee is de Adviesraad in zijn oordeel over het gebruik van garanties minder absoluut dan de VN Speciaal Rapporteur inzake Marteling, Manfred Nowak, die het instrument onder alle omstandigheden afwijst .

De regering onderschrijft de stelling van de AIV dat het gebruik van diplomatieke garanties het beginsel van non-refoulement niet mag ondermijnen. Indien er gegronde redenen bestaan aan te nemen dat een individu persoonlijk gevaar loopt om in het land waaraan hij dreigt te worden uitgezet, te worden onderworpen aan foltering, zal deze uitzetting niet plaatsvinden. In dergelijk gevallen zijn diplomatieke garanties niet voldoende.

In andere gevallen, waar geen aanwijzingen zijn dat betrokkene persoonlijk gevaar loopt te worden onderworpen aan foltering of wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, zouden diplomatieke garanties wel een rol kunnen spelen, indien extra zekerheid over de behandeling van of controle op een correcte behandeling van betrokkene wenselijk is.

De AIV benadrukt niet in te gaan op de zogeheten "extraordinary rendition' waarbij personen zonder enige justitiële tussenkomst en rechterlijke procedures worden opgepakt en weggevoerd naar veelal onbekende bestemmingen, maar geeft wel aan dat deze praktijk onder alle omstandigheden onaanvaardbaar is. De Nederlandse regering onderschrijft deze opvatting.

Gebruik van informatie
De Adviesraad benadrukt dat het absolute folterverbod onder alle omstandigheden als imperatieve norm geldt. De AIV verwerpt het gebruik in een rechtzaak van informatie die mogelijkerwijs via folterpraktijken dan wel andere vormen van mishandeling is verkregen en meent dat de overheid ontvangen inlichtingen en hun bron dient te evalueren en zo nodig handelend dient op te treden, zeker als er een onaanvaardbaar risico voor de maatschappij en haar burgers bestaat.

De regering ondersteunt de zienswijze van de AIV en verwijst, wellicht ten overvloede, naar antwoorden die ik heb gegeven op vragen van het Tweede Kamerlid Van der Laan inzake geheime gevangenissen in Afghanistan (TK II 2005/2006, nr. 815).

Nederlandse inspanningen
De AIV benadrukt de voorname rol die Nederland in de loop der jaren heeft gespeeld in de uitwerking en verankering van het folterverbod en beveelt de regering aan de ontwikkelingen op dit terrein nauwlettend en kritisch te blijven volgen. Waar nodig dient Nederland, aldus de AIV, krachtig en publiekelijk stelling te nemen om te voorkomen dat aan het folterverbod wordt getornd. Hierbij dient speciale aandacht worden besteed aan de vier bovengenoemde aspecten.

De regering wijst op de Nederlandse inzet tot nu toe. Daarnaast treft de regering momenteel voorbereidingen voor de ratificatie van het Optioneel Protocol bij het VN-verdrag tegen Foltering dat tot doel heeft een internationaal toezichthoudend mechanisme, ondersteund door nationale toezichtmechanismen in te stellen.

In de diverse VN-overlegfora maakt Nederland zich sterk voor krachtige resoluties over het verbod op foltering en de bescherming van mensenrechten in de strijd tegen het terrorisme. In deze resoluties wordt het absolute karakter van het verbod van foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing onderstreept en worden verplichtingen van staten op het terrein van mensenrechten en internationaal humanitair recht bevestigd. Voorts worden hierin staten opgeroepen om samen te werken met de relevante VN-instanties, zoals de Speciale Rapporteur inzake Foltering en de Speciale Rapporteur inzake de Bescherming van Mensenrechten in de Strijd tegen het Terrorisme.

Om de activiteiten van de VN voor slachtoffers van foltering te ondersteunen, draagt Nederland in 2005 EUR 830.000,- bij aan het VN Fonds voor slachtoffers van foltering. Het is daarmee een van de grootste donoren van dit fonds. Dit geschiedt naast de bijdrage aan het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, mede ter ondersteuning van de toezichthoudende verdragscomité's en de Speciale Rapporteurs.

Zowel bilateraal als in EU-verband worden staten aangesproken als individuen in betreffende landen mogelijk onderworpen worden aan foltering of andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. De tenuitvoerlegging van de "EU Guidelines on torture and other cruel, inhuman or degrading treatment or punishment" benadrukt het belang dat de EU-landen hechten aan dit onderwerp.

Nederland zal ook in de toekomst bilateraal en in EU/VN-verband blijven aandringen op het respecteren en naleven van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht in de strijd tegen het internationaal terrorisme, waaronder de onverkorte handhaving van het absolute folterverbod.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

-----------------------
Zie ondermeer mijn brief d.d. 23 december jl. (Kamerstuk 27925/30300 V, nr 196) over de uitkomst van de informele bijeenkomst van NAVO- en EU-ministers van Buitenlandse Zaken op 7 december 2005 en de wijze waarop de regering uitvoering geeft aan de motie Bakker/Van Baalen inzake het naleven van de Geneefse Conventies bij de operatie Enduring Freedom (Kamerstuk 27 925, nr 169) en de motie Van Baalen c.s. inzake de behandeling van gedetineerden bij militaire missies overeenkomstig de Geneefse Conventies (Kamerstuk 30 300 V, nr. 55). Beantwoording kamervragen van het Tweede Kamerlid Van Bommel over geheime CIA-gevangenissen in Roemenie en Polen (TK II, 2005/2006 nr. 449). Rapport van de Speciale Rapporteur M. Nowak aan de Algemene Vergadering van de VN, doc. A/60/316.

---- --