Persbericht
Oratie over naastenliefde en opofferingsgezindheid als overlevingsstrategie
Van kamikazepiloten tot Socialistische Partij
Naastenliefde en opofferingsgezindheid (oftewel altruïsme) behoren steevast
tot de moraalsystemen van de wereldgodsdiensten. Biologen en sociale
wetenschappers worstelen al decennialang met het verklaren van altruïsme.
Want waarom brengen mensen kostbare offers voor het welzijn van anderen of
voor abstracte idealen? Hoe kan het dat religies en ideologieën die zulk
gedrag voorschrijven, zich zo succesvol hebben verspreid? Hoogleraar
Sociologie Ruud Koopmans geeft op vrijdag 3 maart in zijn oratie antwoord
op deze vragen vanuit een evolutionair-sociologisch perspectief.
Koopmans brengt zowel Bijbel- als Koranteksten, maar ook voorbeelden van
opofferingsgezindheid variërend van kamikazepiloten en zendelingen tot
Hamas en de Socialistische Partij naar voren om de diepere evolutionaire
betekenis van de moraalvoorschriften binnen grote religies en politieke
ideologieën aan te geven.
Religies en politieke ideologieën bevatten een kern van eeuwige waarheid.
Normatieve regels, zoals altruïsme, hebben de mens in staat gesteld de
beperkingen van de genetische evolutie te ontstijgen, stelt Koopmans. Hij
vindt dat altruïsme alleen verklaarbaar is als je verder kijkt dan de
oppervlakkige verklaringen die verwijzen naar het goede gevoel dat
altruïstisch gedrag bij mensen opwekt, of naar hemelse genoegens die
gelovigen in het vooruitzicht worden gesteld als beloning voor hun offers.
Koopmans stelt daarom een dieperliggende vraag: aan welke voorwaarden
moeten de normatieve regels voldoen, willen zij evolutionair voordeel
opleveren? Oftewel: onder welke voorwaarden zijn degenen die de regels van
altruïsme volgen, succesvoller dan degenen die zich laten leiden door puur
eigenbelang?
Vrije Universiteit Amsterdam