Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4
Den Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken Afdeling Nucleaire Aangelegenheden en Non-Proliferatie Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum3 maart 2006BehandeldJoan J.J. Wiegman

KenmerkDVB/NN-116/06Telefoon070-348 5555

Blad1/1Fax070-348 5684

Bijlage(n)1Joan.wiegman@minbuza.nl

BetreftBeantwoording vragen van het lid Van Bommel over Amerikaanse aanvalsplannen op Iran

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over Amerikaanse aanvalsplannen op Iran. Deze vragen werden ingezonden op 15 februari 2006 met kenmerk 2050608030.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel (SP) over Amerikaanse aanvalsplannen op Iran.

Vraag 1
Hebt u kennis genomen van berichten dat het Amerikaanse ministerie van Defensie aanvalsplannen op atoomenergieinstallaties in Iran heeft ontwikkeld voor het geval de onderhandelingen over de atoom energiepolitiek van Iran niet de gewenste resultaten opleveren?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Bent u door de Amerikaanse regering op enigerlei wijze, bilateraal dan wel in NAVO-verband, op de hoogte gebracht van deze plannen? Zo ja, wanneer?

Vraag 3
Hebt u kennisgenomen van schattingen over het aantal slachtoffers van een dergelijke aanval en de ecologische en politiek-militaire gevolgen in het Midden-Oosten en de rest van de wereld? Hoe beoordeelt u de consequenties voor de wereldvrede van een dergelijke aanval?

Vraag 4
Is het mogelijk dat in dit aanvalsplan ook gebruik wordt gemaakt van de Amerikaanse basis van Kandahar in Afghanistan? Deelt u de mening dat een aanval op Iran ook ernstige consequenties kan hebben voor de Nederlandse militairen in Afghanistan? Zo ja, welke maatregelen voorziet u voor hen en welke gevolgen voorziet u voor de situatie in Afghanistan? Indien neen, waarom niet?

Antwoord
De regering is niet bekend met Amerikaanse plannen om Iraanse nucleaire installaties aan te vallen.

Vraag 5
Deelt u de mening van professor Rogers van de Oxford Research Group dat "een militair antwoord op de huidige crisis een bijzonder gevaarlijke werkwijze is, waarvan verder moet worden afgezien. Er moet naar alternatieve oplossingen worden gezocht, hoe moeilijk die ook mogen zijn"? Zo ja, op welke wijze geeft u daar vorm aan? Indien neen, waarom niet?

Antwoord
Internationale inspanningen om een oplossing te vinden voor de problemen rond het nucleaire programma van Iran, blijven onverminderd gericht op een diplomatieke oplossing. De IAEA Bestuursraad nam op 4 februari jl. een resolutie aan die Iran's nucleaire programma onder de aandacht brengt van de VN Veiligheidsraad. De Bestuursraad bevestigde zijn vastbeslotenheid te blijven werken aan een oplossing van het Iraanse nucleaire vraagstuk langs diplomatieke weg. Zoals ik aan de Kamer meldde in mijn brief van 22 november 2005 (TK 21 501-02, nr. 653) zet Nederland zich er met EU-partners voor in Iran te bewegen volledig aan zijn verplichtingen onder de IAEA-Waarborgenovereenkomst te voldoen en terug te keren naar het onderhandelingsproces, om zo een voor alle partijen bevredigende oplossing mogelijk te maken.