Requisitoir installatiezitting 3 maart 2006
Leeuwarden, 3 maart 2006
Mijnheer de president, leden van de rechtbank, geachte te installeren
collegaâs,
Het is mij een eer en een genoegen te vorderen dat uw rechtbank
overgaat tot de installatie van mr. Lootsma tot strafsectorvoorzitter
van uw rechtbank, van mr. Severein tot vice-president van uw
rechtbank, van de mrs. Jansen en Van der Kuijl tot rechters in uw
rechtbank, van de mrs. Wiersma en Van Vuure tot officieren van
justitie eerste klasse in mijn parket en van de mrs. De Groot en
Rietveld tot officieren van justitie in mijn parket. Ik verzoek u mij
akte te verlenen van dit requisitoir.
---
Mijnheer de president, leden van de rechtbank, geachte thans
geïnstalleerde collegaâs, partners, kinderen, familie en vrienden,
alsmede u allen die hier aanwezig bent,
Wij zijn blij dat er thans opnieuw 8 collegaâs hun functie officieel
hebben aanvaard. Met de 6 van januari brengt ons dat op 14 nieuw
geïnstalleerden.
Een getalsmatig grote versterking van zowel zittende als staande
magistratuur, maar ook een versterking door de zeer uiteenlopende
ervaringen die zij bij ons inbrengen. Bij de officieren onder hen zal
ik straks uitvoerig stilstaan. Maar ik zal ook nog een enkele
opmerking maken over één van de rechters, ondanks het feit dat ú
hen zojuist al hebt voorgesteld; wie zijn verleden kent begrijpt wel
wie ik bedoel.
Maar eerst een kleine bespiegeling over de actualiteit. Ging het de
vorige keer over de "versoaping van het strafrecht", vandaag wil ik
iets zeggen over een ander fenomeen: de "miniaturisering van het
strafrecht", â¦â¦hoewel er vandaag met zoveel mensen achter deze tafel
bepaald geen magistratuur in miniatuur zit.
Wat bedoel ik met die term "miniaturisering"?
Alvorens dat uit te leggen vertel ik u waar de term vandaan komt.
Miniaturisering van het strafrecht is één van de zeven "onbedoelde
neveneffecten van de misdaadbestrijding". Ik ontleen deze terminologie
aan een onlangs verschenen boekje van de Nijmeegse hoogleraar
strafrecht Ybo Buruma, ook buiten de kring van de strafjuristen
welbekend van zijn commentaren in het journaal over strafrechtelijke
onderwerpen. Dat boekje, getiteld: "De dreigingsspiraal", beveel ik u
allen graag ter lezing aan.
In dat boekje schetst Buruma hoe in de loop van het afgelopen
decennium de behoefte om doeltreffend op te treden tegen misdaden en
het terrorisme, heeft geleid tot aanscherpingen van de strafwetgeving,
nieuwe strafbaarstellingen en meer repressief optreden. Die
maatregelen brengen op hun beurt, aldus Buruma, weer nieuwe gevaren
teweeg: inperkingen van onze vrijheid en inbreuken op wat we
rechtvaardig vinden. Naar zijn mening wordt zo het beoogde doel van
die maatregelen, te weten een ideale verhouding tussen veiligheid,
vrijheid en rechtvaardigheid, steeds weer negatief beïnvloed door de
onbedoelde neveneffecten ervan.
Dat klinkt redelijk abstract en ik kan me voorstellen dat niet iedere
toehoorder daar onmiddellijk beelden bij heeft. Daarom is het dus goed
hier één van die neveneffecten, de miniaturisering, toe te lichten
en van enkele kanttekeningen te voorzien.
Welnu, de miniaturisering van het strafrecht houdt in dat er sprake
zou zijn van het steeds vaker bestraffen van "flutzaken", of het
strafrechtelijk veel te zwaar aanzetten van zulke zaken.
Buruma ziet daarvoor drie oorzaken:
1. het toegenomen mededogen met slachtoffers die ook bij geringe
feiten niet in de kou mogen blijven staan;
2. de behoefte veelplegers, ook wel draaideurcriminelen genoemd,
steviger aan te pakken, ook als ze alleen een rolletje drop of een
fles port hebben gestolen;
3. en de criminalisering van ergerlijk gedrag, waarbij hufterig of
onfatsoenlijk gedrag volgens Buruma van te zware strafrechtelijke
stempels wordt voorzien. Als voorbeelden uit de rechtspraak noemt
hij onder meer:
* belediging van een politieman met de woorden: "die kankerwouten,
die teringlijders moeten ze allemaal afmaken", wordt als
bedreiging met een levensdelict aangemerkt;
* en de opgedrongen tongzoen, die van walgelijk onfatsoen evolueerde
tot verkrachting.
Als OM besteden wij inderdaad meer dan voorheen aandacht aan de
positie van het slachtoffer en één van onze richtlijnen schrijft
voor dat de politie onderzoek verricht als een aangifte daarvoor
aanknopingspunten biedt. Dat betekent dus automatisch dat, indien de
burger ook met relatief kleine zaken eerder dan voorheen naar de
politie gaat, er ook als vanzelf meer kleine zaken worden opgespoord,
vervolgd en aan de rechter voorgelegd.
Natuurlijk moet je daarbij blijven nadenken over de vraag of
strafrechtelijk ingrijpen toegevoegde waarde heeft en we niet met een
kanon op een mug gaan schieten. Als ik echter zie wat er bij het
parket aan geweldzaken omgaat, levert dat niet een beeld op van
opgeklopte of te zwaar aangezette zaken. Ik constateer dat ook in 2005
hier in Friesland het aantal geweldsdelicten, waaronder heel ernstige,
weer is toegenomen in vergelijking met het voorafgaande jaar (bij een
gelijktijdige verdere daling van de inbraken overigens); dat daarbij
in teveel gevallen jeugdigen betrokken zijn en dat alleen al daarom
een duidelijke strafrechtelijke reactie op zijn plaats is, óók bij
de vele feiten die gelukkig niet zo heel zwaar zijn. Een snelle en
duidelijke straf bij een klein delict kan immers voorkomen dat het van
kwaad tot erger gaat.
Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de vrees dat de politie
"flutfeiten" zou gaan opsporen om maar aan de met de politieministers
afgesproken aantallen zaken te komen, niet is uitgekomen: er komen bij
ons wel degelijk meer zware feiten binnen, hetgeen ook wordt
geïllustreerd door het in de afgelopen jaren gestaag stijgen van de
aantallen mensen die in voorlopige hechtenis zitten.
Ter illustratie: in 2004 waren dat er 488 en in 2005 577, een kleine
100 mensen méér dus, bij een in totaal licht dalende instroom van
misdrijven.
Bij die voorlopig gehechten bevinden zich overigens inderdaad méér
dan voorheen veelplegers die vastzitten voor - op zichzelf - lichte
feiten.
We proberen ze daarmee voor langere tijd van de straat te krijgen
omdat het mensen betreft met tientallen paginaâs strafblad, waar alle
mogelijke vormen van hulpverlening onvoldoende resultaat hebben gehad
en de spiraal van strafbaar gedrag maar doorgaat. Juist daarom moet de
lange detentie van twee jaar - die drie van hen vorig jaar opgelegd
kregen - in een Inrichting voor Stelselmatige Daders gepaard gaan met
een zodanig hulpverleningstraject dat we ze na die twee jaar uit hun
jarenlange spiraal naar beneden krijgen. Inspanningen van Reclassering
en sociale teams van de gemeenten zijn dan ook essentieel om te
voorkomen dat alleen sprake is van langdurig opsluiten zonder verder
perspectief.
Het voorgaande overziende deel ik niet àlle zorgen van Buruma rond
het begrip miniaturisering. Mijn kanttekeningen laten echter onverlet
dat wij de aan ons voorgehouden spiegel niet voorbij moeten lopen.
Onze voornaamste zorg over de miniaturisering moet zijn dat wij zaken
niet gaan overdrijven. Het lijkt me bij uitstek de taak van een
magistratelijk officier - en daarvan zitten er vier om mij heen - om
daarin het goede evenwicht te bewaken.
Zo kom ik dan aan de persoon van de geïnstalleerden en begin met het
duo Knabbel en Babbel. Hoezo, zult u zeggen, wie zijn dat dan?
Sinds 1 december jl. lopen Tom Wiersma en Ronald van Vuure op ons
parket rond. Zij kwamen als teamleiders in de plaats van Warner ten
Kate en Gerard Veenstra en leiden dus ieder een geoteam. Ze zijn daar
tegelijk mee begonnen en dus ook samen gaan kennismaken met de mensen
op het parket.
Zoân onafscheidelijk duo valt al snel op en zo ontstond die bijnaam.
Vergis u overigens niet, beiden zijn heel snel vertrouwde gezichten
geworden en hebben zich ook snel en eigenlijk automatisch gezag bij
hun team verworven. En het feit dat jullie ook nog eens een duo hele
aardige collegaâs zijn draagt daar zeker aan bij.
Over Tom valt verder te vertellen dat hij een Gronings parketverleden
heeft.
Of dat in Friesland zonder meer een aanbeveling is kan worden
betwijfeld, hoewelâ¦.met types met diezelfde achtergrond, zoals Oebele
Brouwer, hebben we hier goede ervaringen opgedaan en ook Tom is een
geboren Fries. Op het Groningse parket heeft hij alle facetten van het
officierswerk in een grote stad van nabij ervaren. Zo heeft hij daar
de nodige drugszaken behandeld, en om er bij niemand misverstand over
te laten bestaan dat hij daartegen is, heeft hij zijn werkkamer hier
officieel met een bordje tot "drugs free zone" uitgeroepen.
Je moet maar nog eens uitleggen hoe die exclusiviteit zich verhoudt
tot al die andere kamers waar je als teamleider voor verantwoordelijk
bent.
Een werkkamer die overigens ook jouw toekomstdromen verraadt, al moest
je het zo begeerde zeilschip nù nog miniaturiseren vanwege de
afmetingen van je vensterbank. Maar behalve de toekomst, zien we ook
je verleden bij het ressortsparket hier in Leeuwarden op je kamer
fotografisch terug. Je deed daar niet slechts zaken in hoger beroep,
maar was er ook teamleider en later zelfs "waarnemend plaatsvervangend
hoofdadvocaat-generaal". Zoân mooie titel is voor slechts weinigen
weggelegd, die krijg je nóóit meer, en het blijft dus behelpen met
je nieuwe titel van officier der eerste klasse.
Sprak ik zojuist over een "drugs free zone", Ronald was in het
verleden aanspreekpunt voor de "Vrije Zone". Die lag hier ver vandaan,
op Aruba, waar hij een deel van zijn officiersloopbaan vervulde. En op
zoân klein eiland heb je dan heel wat taken: fraudeofficier,
aanspreekpunt voor belasting, douane en de genoemde vrije zone; de
aansturing van het recherche-samenwerkingsteam; aangelegenheden van
het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties, de kustwacht en militaire
zaken, CID, de Arubaanse Commissie van de Caribbean Financial Action
Task Force en de Arubaanse werkgroep Terrorisme en Veiligheid.
Daarnaast was je er nog districtsofficier en we kunnen dus vaststellen
dat je in je eentje vrijwel alle misdaad op dat eiland hebt bestreden.
Daarbij kwamen ook je hobbies goed van pas: als diepzeeduiker kon je
in een vroeg stadium het opduiken van drugs uit zee tegengaan. Als
sportvlieger kon je drugsvluchten volgen en onderscheppen en als
reserveofficier der veldartillerie die drugsvluchten zo nodig
gewapenderhand afstoppen. In jou hebben we er dus behalve een
teamleider ook een zeer ervaren inhoudelijke officier met vele
praktische vaardigheden bij gekregen. Daarnaast heb je ook nog twee
jaar ervaring ten departemente opgedaan bij vreemdelingenzaken, bij de
parketten in Zwolle en Groningen ongeveer alle zojuist nog niet
genoemde specialismen vervuld, en RAIOâs opgeleid. Een zo veelzijdige
officier wilden we graag aan ons parket verbinden en we zijn dan ook
heel blij met je komst vanuit Zwolle.
Caroline brengt ons parket weer heel andere ervaringen, hoewel in het
vliegen wel een verbinding met Ronald ligt: met zeven jaar
werkzaamheden als stewardess en purser heeft Caroline echter
ongetwijfeld heel wat meer gevlogen dan Ronald en vast ook onze
overzeese gebiedsdelen wel bezocht. Jou en mij verbindt meer dan ik
mij vóór vandaag realiseerde: niet alleen werkten we in Den Haag tot
2000 al eerder samen in de unit Hollands Midden van het Haagse parket.
Maar bovendien doet mijn zoon nu in Leiden hetzelfde werk wat jij daar
ruim 10 jaar geleden deed: invalwerk bij de Juridische Boekwinkel van
Jongbloed in de Kloksteeg.
Ik wil maar zeggen: ook jij hebt een zeer afwisselende loopbaan, die
jou na 5 jaar Haarlems gebiedsofficierschap van Velsen/Duinrand via
Haarlem-Centrum en de Haarlemmermeer nu in Friesland heeft gebracht.
Je behandelt hier de zaken van de politieteams Sneek en
Wymbritseradiel.
Die overstap naar Friesland hebben jullie direct grondig aangepakt
door hier een boerderij te kopen en die zo ongeveer tot de grond toe
af te breken. Daar wonen jullie ondanks winter, sneeuw en ijs op de
zolder van wat later dit jaar weer een heel mooi huis zal zijn. Als je
dàt allemaal over hebt voor het werken op dit parket en in deze mooie
provincie, dan ben je uit het goede hout gesneden.
En als je dan ook nog bereid bent je vandaag, op je verjaardag, te
laten installeren, dan geldt dat dubbel en dwars. Ik spreek vast
namens de hele zaal als ik je hartelijk feliciteer met dit dubbele
feest!
Tenslotte Anneke, die ook al een eigen bijzondere achtergrond
meebrengt. Heeft Caroline als nevenfunctie het voorzitterschap van
één klachtencommissie in de gezondheidszorg, Anneke is voorzitter
van maar liefst twèè van zulke klachtencommissies, maar is dan ook
geschoold in de gezondheidssector.
Zij had al 12 jaar werk als verpleegkundige achter de rug voordat ze
toetrad tot de rechterlijke macht en in Arnhem RAIO werd. Vanaf 1998
werkte ze vervolgens als rechter bij uw rechtbank, onder meer 3 jaar
als strafrechter, waarvan 2 jaar als rechter-commissaris, en drie jaar
in de bestuurssector.
Daar roemt men haar directe stijl en het gezamenlijke werkplezier,
waarbij veel werd gelachen.
Wij zijn dan ook erg blij dat zij haar persoon en veelzijdige ervaring
thans voor het OM wil gaan inzetten, waar we niet alleen van haar
strafrechtervaring kunnen profiteren, maar ook van haar deskundigheid
op het gebied van het bestuursrecht. Jammer genoeg voor jou verliezen
we dit jaar echter het overgrote deel van onze bestuursrechtelijke
zaken door het overgaan van de Mulderzaken naar de CVOM in Utrecht;
zoals ook onze medische zaken te zijner tijd vanuit Groningen zullen
worden behandeld.
Verbleven Ronald en Caroline ambtshalve in het Caribisch gebied, jij
zocht daar in december tussen je vertrek bij de rechtbank en je komst
op het parket rust en vakantie en bent inmiddels net weer terug van je
daar weer op volgende vakantie, de wintersport. Het wordt nu kortom
tijd om eens echt te gaan werken. Jij gaat dat doen met de zaken van
de politieteams Drachten en Opsterland.
Daarmee heb ik alle officieren aan u voorgesteld. Het zal u duidelijk
zijn geworden dat ze zeer welkom zijn en wij erg blij zijn met hun
komst, niet in de laatste plaats omdat we er vier plezierige collegaâs
bijhebben. Namens het parket feliciteer ik ook alle aanwezige
partners, kinderen, verdere familie en vrienden met hun benoeming. En
dat geldt natuurlijk ook voor de geïnstalleerde rechters en
vice-presidenten en allen die hun lief zijn.
Michiel Severein wil ik daarbij nog in het bijzonder noemen. Bij zijn
afscheid van het OM als mijn plaatsvervanger en zijn installatie tot
rechter in deze rechtbank, heb ik hem drie jaar geleden meermalen
uitgebreid toegesproken.
Ik zal niet in herhaling vallen. Maar toch dit. Bij het OM hebben we
je leren kennen als een groot vakman, zowel in
juridisch-magistratelijk als in managerial opzicht. Bij jouw overstap
naar de rechtbank hadden wij al verwacht dat je, net als destijds bij
ons, ook als rechter tot een leidinggevende rol zou worden geroepen.
Dat die verwachting zo snel is uitgekomen verheugt ons enorm en is een
extra gelukwens waard.
Ik dank u voor uw aandacht.
Openbaar Ministerie