Ruimtelijk Planbureau

RPB: Vinex-wijken brengen meer variatie in Nederlandse stedenbouw

print terug

Binnen de Vinex-wijken die de afgelopen tien jaar zijn gebouwd, bestaat een veel grotere variatie in bouwstijlen en woonomgevingen dan binnen woonwijken die eerder in de twintigste eeuw zijn gebouwd. Bovendien zijn de grote Vinex-uitbreidingslocaties meer dan alleen maar nieuwe buitenwijken. Soms hebben deze nieuwe woongebieden zo'n zelfstandige functie, met eigen voorzieningen, dat ze kunnen uitgroeien tot nieuwe steden en dorpen.

Tot deze bevindingen komt het Ruimtelijk Planbureau in zijn studie VINEX! Een morfologische verkenning, die op 3 maart is verschenen. In de studie staan de ruimtelijke verschijningsvorm en opzet van de Vinex-wijken centraal. De onderzoekers analyseerden, aan de hand van een groot aantal kaarten, 13 Vinex-wijken verspreid over Nederland op het gebied van ligging, stedelijkheid, identiteit en vormgeving, en vergeleken deze met enkele twintigste eeuwse woonwijken. Het feit dat zo'n tien jaar geleden werd gestart met de bouw van de Vinex-locaties en de term 'Vinex' inmiddels een begrip is geworden, was de aanleiding voor een nadere verkenning van de rol die deze recente bouwgolf heeft gespeeld in de Nederlandse stedenbouw.


---

Ligging en mate van stedelijkheid van Vinex-wijken verschilt

De Vinex-wijken hebben met elkaar gemeen dat ze liggen binnen door het Rijk aangewezen stadsgewesten. Hoewel de wijken met name waren bedoeld als uitbreiding aan bestaande steden, blijken ze in werkelijkheid flink van elkaar verschillen wat betreft ligging en de mate van afhankelijkheid ten opzichte van de stad, zo laten de onderzoekers zien.
Ook de mate van stedelijkheid, ofwel de aanwezigheid van voorzieningen en stedelijke uitstraling, verschilt sterk. Op sommige Vinex-locaties zijn zeer grote stadsdelen ontstaan die relatief geïsoleerd van de stad liggen en waar een groot centrumgebied met eigen voorzieningen en een stedelijke uitstraling is ontwikkeld. Voorbeelden hiervan zijn Ypenburg bij Den Haag en IJburg bij Amsterdam. Daarnaast zijn er ook voorbeelden van Vinex-wijken die nauwelijks een herkenbaar eigen centrumgebied hebben, zoals Houten-Vinex en Almere Buiten-Vinex, en wijken met een groene, dorpse uitstraling.

De mate van stedelijkheid kan ook worden getypeerd aan de hand van woonmilieus. Hierbij wordt onder meer gekeken naar de woningdichtheid
- het aantal woningen per hectare - en de bouwhoogte. Opvallend is dat er binnen een groot aantal van de geanalyseerde Vinex-wijken, in tegenstelling tot eerdere nieuwbouwwijken, meerdere woonmilieus voorkomen.

Thematisering geeft wijken identiteit

De identiteit van de woonwijk wordt in vrijwel alle geanalyseerde Vinex-wijken bevorderd door thematisering. Deze komt tot uitdrukking in het motto van de wijk, maar vooral in de naamgeving van wijk, buurten en straten, en in vormthema's. Thematisering is een geschikt middel om de bijzondere uitstraling van de wijk te benadrukken. In dit licht is het overigens bijzonder dat de wijken daarbij in de praktijk vaak voor dezelfde thema's kiezen; vooral water, bos en historie zijn succesnummers. Wel bestaat er een ruime variatie in de manier waarop deze algemene thema's zijn ingevuld.

Vormgeving gekenmerkt door veelheid aan oplossingen en stijlen

Wat betreft vormgeving kenmerken de onderzochte Vinex-wijken zich door een veelheid aan oplossingen en stijlen. Zo komen er binnen de wijken verschillende stratenpatronen naast elkaar voor, iets wat in de twintigste-eeuwse wijken nauwelijks voorkomt. Ook de vorm van de bouwblokken ken een grote variatie: van geheel gesloten bouwblokken tot open bouwblokken. Het merendeel van de wijken bestaat overigens uit semigesloten bouwblokken. De binnenhoven, woonpleinen en wooneilanden verschillen eveneens sterk in hun stedenbouwkundige en architectonische vormgeving, evenals de mate van openbaarheid. Deze veelheid aan oplossingen laat zien dat er in de Vinex-wijken op ruime schaal rekening wordt gehouden met een behoefte aan herkenning, beslotenheid en exclusiviteit.

De studie laat kortom een grote variatie zien binnen en tussen de verschillende Vinex-wijken. Een dergelijke 'variatie vanuit het gemiddelde' brengt echter ook een gevaar met zich mee, namelijk dat, ondanks de variatie binnen de wijk, op het hogere schaalniveau alle wijken uiteindelijk toch op elkaar lijken. De onderzoekers concluderen dat de Vinex-wijken ten opzichte van de twintigste-eeuwse wijken in elk geval meer afwisseling bieden.

VINEX! Een morfologische verkenning. Han Lörzing, Wiebke Klemm, Miranda van Leeuwen, Suus Soekimin, Rotterdam/Den Haag: NAi Uitgevers/RPB.

ISBN 90-5662-475-x / 978-90-5662-475-0
Prijs ⬠22,50

Te bestellen bij de boekhandel of via NAi Boekverkopers, telefoon 010 4401203


---

Voor een recensie-exemplaar (uitsluitend voor pers) of meer informatie:
Ruimtelijk Planbureau, Bureau Communicatie, Paul Splinter, telefoon 070 3288 746 of 06 5267 1626; splinter@rpb.nl.