Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

WOB-verzoeken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DL. 2006/348
datum : 06-03-2006
onderwerp : Emancipatiebeleid en 'gender mainstreaming' bijlagen : 1

Geachte Voorzitter,

Conform de afspraak in het kabinet en de toezeggingen aan uw Kamer (Kamerstuk 27061, nr. 18) zend ik u bijgaand de voorlopige rapportage van de Visitatiecommissie Emancipatie (VCE).

In dit samenvattende tussenrapport en in het Voorlopig Beeld 'gender mainstreaming' bij LNV noemt de visitatiecommissie de LNV-bijdrage weliswaar zoekend, maar niet negatief.

Ik vind dit terecht. Mijn 'van zorgen voor naar zorgen dat' benadering stelt de burger, ondernemer, het gebied en de keten centraal. Deze benadering heeft als doel verschillende doelgroepen te emanciperen en meer eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden te geven. Dat geldt ook voor vrouwen. Afhankelijk van de concrete dossiers, kijken we ook naar sekse, etniciteit, leeftijd, validiteit, enzovoorts. Op deze manier geef ik invulling aan een diversiteitsbenadering. Dit houdt onder meer in dat we bij de ontwikkeling van beleid kritisch kijken of we niet bepaalde groepen of individuen uitsluiten.

De VCE vindt dat ik bij de overdracht van verantwoordelijkheden van LNV naar lagere overheden, een controlerende rol zou moeten houden rond participatie van vrouwen.
Op dit punt ben ik het niet met de commissie eens. Ik zie het niet als mijn taak decentrale partijen specifiek te controleren op hun participatie-inzet. Alle bestuurslagen hebben op hun eigen niveau de verantwoordelijkheid voor het betrekken van de diverse doelgroepen, inclusief vrouwen.

Ik hecht er verder aan te melden dat LNV meer aandacht besteedt aan de doelgroep vrouwen dan uit de rapportage blijkt. Zo organiseert mijn departement tijdens netwerkbijeenkomsten specifieke activiteiten over actuele ontwikkelingen voor vrouwen die regionaal actief zijn als bestuurder, ondernemer, beleidsfunctionaris of bewoner in het landelijk gebied. Dit gebeurt in de regio's met veel agrarische bedrijvigheid, zoals het noorden en oosten van het land.

Verder is er aandacht voor de ontwikkeling van vrouwelijke agrarische ondernemers.
Zo heeft de ambtelijke leiding van LNV de nota 'Kiezen voor Landbouw' ook specifiek aan deze doelgroep toegelicht en met hen gediscussieerd over de vraag wat LNV kan doen om het ondernemerschap van vrouwen te ondersteunen en te faciliteren. Ook heeft LNV een intentieverklaring getekend met de Federatie Zakenvrouwen en LTO Vrouwen over een nationaal project 'ondernemend netwerken door vrouwen voor een vitaal platteland'.
Tot slot lijkt mijn ondersteuning van arbeid- en zorgprojecten op het platteland via onderzoek van Innovatiepartner in Zorg en Welzijn (NIZW) vooral vrouwen ten goede te komen.

Emancipatie en 'gender mainstreaming' blijven een aandachtspunt bij LNV. Zo constateer ik nu al dat de visitatie een stimulerend effect heeft gehad, dat binnen LNV tot relevante noties en discussies leidt en heeft geleid.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman
Bijlagen
Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie