Universiteit Maastricht

Universiteit Maastricht
Persbericht
6 maart 2006

Aantal vrouwen in universiteitsbesturen verminderd

390 Vrouwelijke hoogleraren nodig om Lissabon-norm in 2010 te halen

Posters wijzen op noodzaak bevorderen doorstroom van vrouwen aan de Nederlandse universiteiten

Op woensdag 8 maart 2006, Internationale Vrouwendag, zet het nieuwe EQUAL-project 'Participatie van Vrouwen als Prioriteit voor Wetenschap' de oude traditie voort. Wederom verschijnen er posters over de vertegenwoordiging van vrouwen op bestuurlijke posities binnen de Nederlandse universiteiten. De uitkomsten zijn opnieuw teleurstellend: ten opzichte van 2005 zijn er per saldo evenveel vrouwen in de Colleges van Bestuur en evenveel vrouwelijke decanen. Het aantal vrouwelijke directeuren van onderzoeksinstituten is zelfs gedaald naar 3 op de 110. Van de 259 bestuurlijke posten aan de universiteiten zijn er maar 14 bezet door vrouwen, dat is net 5,5 procent.

Dit jaar verschijnt ook een tweede poster: 'Halen we Lissabon?'. Daarop is in beeld en getal uitgedrukt hoeveel vrouwelijke hoogleraren er op voltijdsposities benoemd moeten worden om in 2010 de in het Lissabon akkoord afgesproken Europese norm van 25% vrouwelijke hoogleraren te halen. Bij gelijkblijvend personeelsbestand moeten er in krap vier jaar 390 vrouwen als hoogleraar benoemd worden. Minister Van der Hoeven heeft in de notitie 'Onderzoekstalent op waarde geschat' (2005) de Nederlandse ambitie op 15% vrouwelijke hoogleraren in 2010 gesteld. Maar ook het halen van die veel lagere norm betekent dat er in de komende jaren 143 fulltime hoogleraarsposities door vrouwen moeten worden bezet. Het percentage vrouwelijke hoogleraren stijgt langzaam, met ongeveer een procent per jaar. Die stijging is te gering om ook maar in de buurt van de gestelde normen te komen.

Gecoördineerd beleid op dit terrein is dus hard nodig. In het EQUALproject 'Participatie als Prioriteit' zijn de belangrijkste organisaties vertegenwoordigd die samen veranderingen kunnen bewerkstelligen: het Ministerie van OCW, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de VSNU, VU/Windesheim, de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), het IIAV, het Landelijk Netwerk van Vrouwelijke Hoogleraren en Gaia, Netwerk van Vrouwen in de Aardwetenschappen. Geleid vanuit het Centrum voor Gender en Diversiteit van de Universiteit Maastricht, wil dit consortium in de komende jaren de deelname aan en doorstroming van vrouwen in de wetenschap door gezamenlijke acties en activiteiten een sterke impuls geven. Deze acties zijn zowel gericht op de vrouwelijke wetenschappers (mentoring, coaching en ambassadeursnetwerken) als op de beleidmakers in de wetenschappelijke instellingen (onderzoek en cultuurbeïnvloeding). Alle informatie over het project en een digitale versie van de posters vindt u op www.participatiealsprioriteit.nl.

Voor het verzamelen van de gegevens is gebruikgemaakt van de WOPI-cijfers 2004 van de VSNU. Dat is de meest actuele personeelsinformatie over de personeelsontwikkeling in het Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek. Geen rekening is gehouden met het aantal bijzondere leerstoelen dat door vrouwen en mannen wordt bezet, omdat betrouwbare informatie daarover ontbreekt. Ook de hoogleraren die binnen de Nederlandse Universitaire Academische Medische Centra werkzaam zijn, zijn niet in de berekening vertegenwoordigd.

Noot voor de pers:
Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht en de verkrijgbaarheid van de posters kunt u terecht bij de projectleiding mw. drs. Annelies van der Horst, tel 043 388 2686, e-mail a.vanderhorst@genderdiversiteit.unimaas.nl of mw. drs. Akke Visser, tel 043 388 2664, e-mail a.visser@genderdiversiteit.unimaas.nl De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 388 5222 of via pers@bu.unimaas.nl