Amsterdam wil de boel bij elkaar houden
8 maart 2006
De Gemeenteraadsverkiezingen in 2006 hebben geresulteerd in een grote
overwinning voor de Partij van de Arbeid (PvdA). In de voorlopige
uitslag staat deze partij op 39,4% van de stemmen, de op een na
hoogste uitslag in de naoorlogse periode.
Verkiezingen Gemeenteraad Amsterdam (10 Kb) Winst is er verder voor de
Socialistische Partij (SP) en GroenLinks. Alle andere in de zittende
raad vertegenwoordigde partijen hebben stemmen verloren. De kleine
fracties, met uitzondering van Amsterdam Anders/De Groenen, keren niet
in de raad; de ChristenUnie behaalde opnieuw net te weinig stemmen
voor een zetel.
In de nieuwe raad krijgt de PvdA 20 zetels; de VVD verliest één zetel
en komt uit op 8, GroenLinks behoudt de huidige zes zetels; de SP wint
twee zetels en komt op 6; het CDA verliest twee zetels en komt op 2,
net als D66 dat één zetel kwijtraakt.
In de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezingen, waarin landelijke
ontwikkelingen altijd een belangrijke rol spelen, werd al snel
duidelijk dat er winst te verwachten was voor de linkse partijen en
verlies voor de regeringspartijen VVD, CDA en D66.
Bovendien bleek dat de protestpartijen van 2002 veel van hun aanhang
zouden verliezen. Vertaald naar de Amsterdamse situatie betekende dat,
dat het voor de collegepartij VVD het gemakkelijkst zou zijn om de
huidige negen zetels te behouden. De concurrentie van LA'92 en
MokumMobiel, samen goed voor drie zetels in 2002, zou immers
wegvallen. Ook was in een vroeg stadium duidelijk dat de SP in ieder
geval op enkele zetels mocht rekenen. In de peilingen voorafgaand aan
de verkiezingen bleek dat daarnaast GroenLinks en PvdA wisselend in de
gunst van de kiezer stonden.
De winst van de PvdA was uiteindelijk aanmerkelijk groter dan voorzien
in de peilingen. Vóór de verkiezingen was het denkbaar dat kiezers in
Amsterdam per saldo massaal zouden kiezen voor een linkse partij
anders dan de PvdA. Ook een scenario, waarbij kiezers juist de PvdA
zouden steunen, was mogelijk. De uitslag laat zien dat het tweede is
gebeurd. In de laatste dagen voor de verkiezingen - zo blijkt achteraf
- is de landelijke trend sterker geworden.
Een verklaring voor de grote steun van de Amsterdamse kiezers voor de
PvdA is ook dat zij het collegebeleid van de afgelopen jaren steunen,
het beleid dat begon bij Cohen, een vervolg kreeg met Aboutaleb en in
de campagne werd uitgedragen door Asscher (en in het college en de
raad overigens breed werd gedeeld). Amsterdammers hebben, kortom,
aangegeven 'de boel bij elkaar te willen houden'.
Ten slotte heeft de hoge opkomst bijgedragen aan de winst van de PvdA
(52,7% tegen 47,8% in 2002. Een deel van de hogere opkomst komt
namelijk op het conto van Turkse en Marokkaanse Amsterdammers, die
samen ongeveer 10% van het electoraat omvatten. Zij zijn in grotere
getale opgekomen en hebben vaker PvdA gestemd dan in 2002. Dit
verklaart ongeveer 2% (1 zetel) van de winst van de PvdA. Ruimtelijk
gezien manifesteert zich dit het sterkst in de Westelijke Tuinsteden;
daar wonen relatief veel Turkse en Marokkaanse Amsterdammers en heeft
de PvdA de meeste winst geboekt.
Gemeente Amsterdam