Den Haag, 8 maart 2006

Vragen van de leden Bussemaker en Tichelaar(PvdA) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

over de besteding van de middelen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid

1. Kent u het artikel 'Geld voor stage en scholing zit muurvast'?

2. Hoe verhoudt dit zich tot de politieke urgentie om de jeugdwerkloosheid te bestrijden die door sociale partners en kabinet is uitgesproken tijdens de werktop in 2005 waar de extra middelen zijn gereserveerd?

3. Wat is er tot nu toe gebeurd met de afspraken die tijdens de werktop zijn gemaakt, in het bijzonder de besteding van de ^ 100 miljoen?

4. Wat is er meer in het bijzonder tot nu toe gedaan met de ^ 20 miljoen die het kabinet beschikbaar heeft gesteld aan het MBO om 20.000 stages voor moeilijk plaatsbare leerlingen te realiseren? Hoe is dit geld verdeeld?

5. Wat is er tot nu toe gedaan met de ^ 15 miljoen die het kabinet beschikbaar heeft gesteld voor creatie van meer praktijksimulatie in het MBO?

6. Klopt de bewering dat het ministerie van OCenW al een regeling heeft opgesteld waarop scholen een beroep kunnen doen om geld aan te vragen? Zo ja, waarom heeft het ministerie nog geen regeling opgesteld? Wanneer krijgen de eerste scholen een deel van de in vraag 2 en 3 genoemde middelen op hun rekening gestort?

7. Wat is er tot nu toe gebeurd met ^ 25 miljoen voor stageplaatsen en waarover is precies verschil van mening om 40 miljoen euro te besteden voor belastingmaatregelen om stageplaatsen voor werkgevers aantrekkelijk te maken? Bent u bereid voor werkgevers die een structurele stageplaats aanbieden, met de grootst mogelijk spoed een fiscale tegemoetkoming te regelen? Wanneer kan de Tweede Kamer een voorstel ontvangen voor besteding van deze ^ 40 miljoen? Kunnen werkgevers nog dit jaar een beroep doen op dergelijke belastingmaatregelen?

8. Bent u ook bereid de regels voor het aanbieden van stageplaatsen te vereenvoudigen, en de bureaucratie in de certificering voor leer-werkbedrijven aan te pakken, waardoor het aanbod van stages sterk verbeterd kan worden?

9. Hoe wilt u het toegezegde geld voor bestrijding van vroegtijdige schooluitval besteden? Hoeveel verwacht u in 2006 uit te geven? Is het bedrag van 60 miljoen dat wordt genoemd in de 'tripartiete beleidsinzet op het gebied van scholing en werk' (1 december 2005) cumulatief of een bedrag per jaar?

10. Met hoeveel moet de vroegtijdige schooluitval volgens u dalen om van een effectieve inzet van middelen te kunnen spreken?

11. Hoe beoordeelt u de uitspraken van Margot Vliegenthart, de voorzitter van de BVE-raad?

12. Hoe gaat u voorkomen dat dit jaar een 'verloren jaar' wordt?

Volkskrant van 7 maart 2006