KPMG


Hoogste baas bemoeit zich steeds meer met uitbesteding

8 maart 2006

De hoogste baas van de Nederlandse onderneming, de CEO, heeft bij het uitbesteden van activiteiten een steeds grotere vinger in de pap. Het gaat daarbij zowel om het initiëren als de beslissing om tot daadwerkelijke uitbesteding over te gaan.

Hoewel het uitbesteden van activiteiten vooral te maken heeft met uitvoering, is de chief operations officer bij het proces veel minder in beeld. Bestuursvoorzitters die activiteiten willen uitbesteden aan andere ondernemingen, zoeken de mogelijkheden vooral binnen de eigen landsgrenzen. De bedrijven kijken daarbij vooral naar de locatie en in veel mindere mate naar de deskundigheid die nodig is om succesvol te kunnen uitbesteden. Zelfs ondernemingen die overwegend internationaal en multinationaal opereren, blijken niet verder te kijken dan Nederland bij het maken van een keuze. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG onder bestuurders van Nederlandse ondernemingen. Bijna de helft van de bedrijven kijkt alleen maar naar Nederland bij het kiezen van de meest optimale vorm uitbesteding en de locatie om uit te besteden.

Volgens Theo Huibers van KPMG Business Advisory Services leggen de bedrijven zich onnodige beperkingen op wanneer zij ervoor kiezen activiteiten uit te besteden. Huibers: Bedrijven doen er verstandig aan om over geografische grenzen heen te kijken. De vraag zou moeten zijn waar zich de benodigde competenties bevinden, ongeacht de locatie. Ongeveer driekwart van de ondernemingen die enkel in Nederland actief zijn geeft aan dat er alleen naar Nederland wordt gekeken bij het kiezen van de optimale vorm van uitbesteden en de locatie. Dat een onderneming zich bij de verkoop van haar producten of diensten alleen richt op de Nederlandse markt hoeft niet te betekenen dat ook de hele keten om te komen tot een dienst of product wordt uitgevoerd in eigen land.

Iets meer dan de helft van de bedrijven vindt dat het besluitvormingsproces rond sourcing planmatig verloopt. Huibers: Dit betekent dat van tevoren vaststaat welke stappen worden genomen. Bij andere bedrijven verloopt het proces incrementeel. Hierbij wordt stapje voor stapje geleerd van de opgedane ervaring en worden de plannen daarop aangepast. In de praktijk echter worden veel uiteenlopende sourcingsvraagstukken volgens dezelfde aanpak benaderd. Een dergelijke standaard aanpak doet onvoldoende recht aan de specifieke factoren die doorgaans spelen. Het is dan ook essentieel dat ieder besluit tot uitbesteden wordt afgestemd op de specifieke situatie van het bedrijf.

Bij het bepalen van de wijze van uitbesteden blijken de bestuursvoorzitters vooral naar andere sectoren te kijken en in mindere mate naar de wijze waarop de concurrentie ermee omgaat. Bij de keuze van de vorm van uitbesteden vormt het opstellen van een businesscase het meest favoriete hulpmiddel. Bij ruim 80% van de bedrijven is dit de eerste stap die genomen wordt in het besluitvormingsproces. De helft van de ondernemingen kiest ervoor om ontbrekende expertise in te kopen.

Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039

© 2006 KPMG Holding N.V., member of KPMG International, a Swiss cooperative. All rights reserved.