Provincie Noord-Brabant



|Datum         |
|9 maart 2006  |
|Nummer        |
|47            |

In 2006 en 2007 meer dan 10.000 woningen er bij
Goede vooruitzichten voor Brabantse woningbouw


De komende jaren lijkt het bouwtempo in Brabant flink aan te trekken. Op grond van het aantal recentelijk afgegeven bouwvergunningen voor 2006 een (netto) groei verwacht van een kleine 10.000 woningen. De eerste indicaties voor 2007 komen uit op een groei van tussen de 11.500 en 12.000 woningen. Afgelopen jaar zijn er in Brabant 9.000 woningen nieuw gebouwd. Tegelijkertijd zijn er bijna 2.000 woningen gesloopt. De netto groei van de woningvoorraad lag daarmee in 2005 met een kleine 7.000 woningen onder het niveau van 2004, toen de voorraad nog met zo'n 8.500 woningen toenam.

Noord-Brabant wacht de komende jaren een forse bouwopgave. De jongste provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose (uit 2005) laat zien dat tussen 2005 en 2015 de woningvoorraad nog met ongeveer 100.000 woningen zal moeten toenemen. Dit om in de verwachte groei van het aantal huishoudens te kunnen voorzien en om de huidige woningtekorten tot meer acceptabele niveau's terug te dringen. De eerstkomende jaren zal de groei tussen de 10.000 en 11.000 woningen per jaar moeten liggen, beduidend hoger dan in de afgelopen jaren. Een dergelijk niveau is sinds 2000 niet meer gehaald, al lijkt de neergaande lijn - zeker gelet op de groeicijfers voor 2006 en 2007 - wel omgebogen.


Opgaande lijn vasthouden
"2005 mag dan wat tegenvallen, voor de komende jaren zien we een duidelijk opwaartse lijn", aldus gedeputeerde Paul Rüpp van ruimtelijke ontwikkeling. "En die lijn willen we vasthouden: wonen en het verder verminderen van de woningbouwstagnatie blijft dan ook een centraal thema in ons provinciaal beleid."
'Bouwen, bouwen, bouwen', een van de speerpunten van Paul Rüpp, begint z'n vruchten af te werpen.

Op diverse manieren wil de provincie (blijven) bijdragen aan het oplossen van knelpunten en het stimuleren van de woningbouw. "Zo heb we recentelijk het Brabants Kennisplatform Wonen in het leven geroepen", geeft Paul Rüpp aan. "Daarnaast is er een provinciaal aanjaagteam en proberen we waar mogelijk procedures te verminderen en te versnellen. Passend bij onze regionale regierol intensiveren we bovendien onze monitoringsactiviteiten en volgen we de kwantitatieve én kwalitatieve ontwikkelingen op de woningmarkt nauwgezet."
Dit laatste geeft de provincie onder andere vorm en inhoud met de zogenoemde 'regionale ontwikkelingsstrategieën voor wonen'. Deze strategieën die in een groot aantal Brabantse regio's en samen met gemeenten en andere bouwpartijen worden opgesteld, zijn onderdeel van een voortdurend proces om in regionaal verband de ontwikkelingen en dynamiek op de woningmarkt te volgen. "Op die manier bewaken en bevorderen we de voortgang van de woningbouw, zowel wat betreft de kwantiteiten, maar zeer zeker ook wat betreft de kwaliteiten", aldus Paul Rüpp. "Want op een woningmarkt die meer en meer verandert in een 'vragersmarkt', hangen kwantiteit en kwaliteit heel sterk met elkaar samen."

Groei Brabant iets onder landelijk gemiddelde
Na Zuid-Holland (+11.650) en Noord-Holland (+8.000) groeit de woningvoorraad in Brabant in absolute zin het sterkst in Brabant (+6.900). Verhoudingsgewijs ligt de groei in Brabant, met 0,7%, evenwel onder het landelijk gemiddelde (0,8%).
In 2005 treffen we de hoogste groeicijfers aan in de provincies Utrecht (1,4%), Flevoland (1,2%) en Overijssel (1,1%). De laagste groei vinden we in de provincie Groningen, waar de woningvoorraad in 2005 met slechts 300 woningen toenam (0,1%).
De totale Nederlandse woningvoorraad is in 2005 met bijna 55.000 woningen toegenomen, 11% boven het niveau in 2004, toen de groei op 49.000 woningen lag.


Groei vooral in stedelijke regio's
In 2005 ligt de groei van de woningvoorraad in de stedelijke regio's (opnieuw) hoger dan in de landelijke regio's. In de stedelijke regio's ligt de groei op 0,8% (+5.300 woningen), de landelijke regio's blijven hier met een groei van 0,5% (+1.500) bij achter. Dit betekent dat in 2005 de positie van de stedelijke regio's in de Brabantse woningvoorraad verder is versterkt. Deze opwaartse lijn van verdere concentratie - een belangrijke doelstelling van het provinciale verstedelijkingsbeleid - tekent zich al af sinds het midden van de jaren '90, maar stagneerde de laatste twee jaren. Aan het begin van 2006 staat 69,7% van de woningvoorraad (zo'n 686.000 woningen) in de stedelijke regio's.

'Top-tien'
Binnen de stedelijke regio's valt vooral de groei op van de grote steden. De groei van de woningvoorraad in de vijf grote steden ligt in 2005 op 0,9%. Dit groeicijfer wordt vooral bepaald door de bovengemiddelde groei van Tilburg (+1.350, 2,2%) en 's-Hertogenbosch (+700, 1,2%). Eindhoven en Helmond (beide 0,7%) vertonen een gemiddelde groei. Breda daarentegen blijft hier, met een groei van 0,3% (250 woningen), duidelijk bij achter.

Tilburg (4) en 's-Hertogenbosch (9) vinden we ook terug in de top-tien van snelst groeiende gemeenten. In 2005 wordt de ranglijst aangevoerd door Etten-Leur (2,9%), gevolgd door Boxtel (1,8%) en Zundert (1,6%). De gemeenten Landerd, Best, Uden, Bernheze en Veldhoven completeren de top-tien.

Koopsector blijft veruit dominant, maar huursector krabbelt wel op
In 2005 zijn er in Noord-Brabant 9.000 woningen nieuw gebouwd. Tegelijkertijd zijn er bijna 2.000 woningen gesloopt. Van de gerealiseerde nieuwbouw is 67% een (grondgebonden) eengezinswoning en 33% een meergezinswoning (appartement). Verdelen we de nieuwbouw naar koop en huur, dan is 73% een koopwoning en 27% een huurwoning. De sloop daarentegen vindt voor zo'n 60% plaats in de huursector. Per saldo betekent dit dat de groei van de woningvoorraad voor 82% bestaat uit koopwoningen en voor 18% uit huurwoningen. Dit aandeel van de huursector, dat in 10 jaar tijd is teruggelopen van 30% in 1995, via 20% in 2000, naar nog slechts 5% in 2003, is de laatste jaren weer opgelopen. In 2004 ligt het percentage huur op 16,5%, in 2005 dus op 18%. Het lijkt er op dat, mede onder invloed van de economische ontwikkelingen en de stagnerende doorstroming, de huursector weer opkrabbelt.




Provincie Noord-Brabant