Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Dreigende bouwstop AWBZ-sectoren

Kamerstuk, 9-3-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-CB-U-2657590

9 maart 2006

Aanleiding
Op 14 december 2005 ontving uw Kamer een brief van Stichting De Goede Zorg te Apeldoorn. In deze brief sprak genoemde Stichting haar verontrusting uit over het gedurende een periode van 16 maanden verzamelen van ingediende bouwaanvragen teneinde beoordeling en prioritering aan de hand van nog nader op te stellen criteria mogelijk te maken. De Goede Zorg geeft aan dat dit voor hen betekent dat de plannen voor vervangende nieuwbouw van één van hun woonzorgcentra (Avondzon te Apeldoorn) en de ontwikkeling van vernieuwbouwplannen voor twee andere woonzorgcentra stil komen te liggen. Genoemde Stichting geeft aan dat dit zou neerkomen op een zogenoemde bouwstop. Zij geven de Staatssecretaris in overweging om bij de besluitvorming over het invoeringstraject van de WTZi, alle plannen die bij het College bouw zorginstellingen (Cbz) zijn ingediend, alsmede alle in ontwikkeling zijnde plannen die voor 1 april 2006 nog worden ingediend, op basis van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) af te wikkelen.

Procedure bouwprioriteiten voormalige Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV)
Sinds 1991 is er (binnen de WZV) sprake van een exploitatiekostenplafond. De kaders hiervoor worden jaarlijks achteraf geïndexeerd aan de hand van de gemeten prijsontwikkelingen. Deze kaders leggen een beperking op aan de omvang en samenstelling van het bouwprogramma en aan de termijn waarop gewenst planning- en bouwbeleid kan worden geëffectueerd. Het bouwprogramma beslaat een periode van vier jaar, waarbij ongeveer tweejaarlijks wordt geactualiseerd. De laatste bouwprioriteitenlijst (onder de WZV) voor de Geestelijke Gezondheidszorg is gepubliceerd in december 2005. Voor de sectoren Verpleging en Verzorging en Gehandicaptenzorg vindt deze publicatie binnenkort plaats.

Procedure bouwprioriteiten Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) Sinds 1 januari 2006 is de WTZi van kracht. De toelating van instellingen waarbij sprake is van bouw, vindt binnen de WTZi plaats volgens het systeem van een tweejaarlijkse prioriteitsstelling. Nadat de minister over aanvragen advies heeft ingewonnen bij o.a. het Cbz, toetst hij de aanvraag aan de beleidsregels van artikel 4 WTZi en aan het bouwkader. De systematiek van het exploitatiekostenplafond is dezelfde als onder de WZV. In de beleidsregels artikel 4 WTZi zijn criteria opgenomen waarmee aanvragen om een (wijziging van de) toelating kunnen worden geprioriteerd en waarmee het bouwprogramma periodiek kan worden vastgesteld.
Met behulp van deze criteria wordt bepaald of een bouwinitiatief in aanmerking komt voor plaatsing op de bouwprioriteitenlijst, en of het betreffende initiatief sneller gerealiseerd moet worden dan andere initiatieven. Door op deze wijze prioriteiten te stellen ontstaat een rangorde van bouwinitiatieven waarin, in het geval van budgettaire schaarste, wordt aangegeven waar het meeste behoefte aan is.

Dienen alle initiatieven de vaststelling van de bouwprioriteitenlijst (in 2008) af te wachten?
Het antwoord op de vraag of alle initiatieven de vaststelling van de bouwprioriteitenlijst af dienen te wachten is nee. Indien een initiatief:
a. betrekking heeft op uitbreiding van capaciteit, zal het initiatief in het kader van de aanpak wachtlijsten op de bijhorende bouwprioriteitenlijst (dat geen exploitatiekostenplafond kent) worden geplaatst en kan na afgifte van de toelatingswijziging en de vergunning door het Cbz gestart worden met de bouw. Bovenstaande geldt niet voor uitbreiding van verzorgingshuiscapaciteit; b. op een eerdere bouwprioriteitenlijst is opgenomen, kan na afgifte van de toelatingswijziging door VWS en de vergunning door het Cbz gestart worden met de bouw. Dit geldt ook indien in het verleden het initiatief bijvoorbeeld opgenomen is geweest op een zogenaamde provincielijst en om deze reden niet opgenomen kon worden op de bouwprioriteitenlijst (voorkoming dubbele financiering). Bij deze provinciale projecten zal nog wel een nieuwe aanvraag moeten worden ingediend. Voornoemde ter voorkoming dat er op basis van de toen geldende (maar thans verouderde) bouwnormen een nieuw (maar wel bouwkundig-functioneel verouderd) gebouw wordt neergezet; c. in een eerder stadium (onder de WZV) een verklaring met uitstelpassage heeft gekregen in verband met overschrijding van het bouwkader, heeft dit initiatief voorrang op projecten zonder uitstelpassage en zal voor deze initiatieven, zodra het bouwkader voor de komende tweejaarlijkse prioriteitscyclus bekend is, de uitstelpassage worden opgeheven en kan na afgifte van de toelatingswijziging en de vergunning door het Cbz gestart worden met de bouw. Overigens zullen onder de WTZi geen toelatingswijzigingen worden afgegeven met uitstelpassages;
d. betrekking heeft op oranje en/of rood scorende plaatsen, zullen conform de toezeggingen, deze initiatieven met voorrang worden afgehandeld en kan na afgifte van de toelatingswijziging en de vergunning door het Cbz worden gestart met de bouw. In de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg geldt dit voor alle oranje-/roodscorende plaatsen (ongeacht de reden waarom zij oranje/rood scoren). In de sector verpleging en verzorging geldt dit voor de afbouw van meerbedskamers (drie of meer personen op één kamer).
Algemeen geldt dat indien een initiatief meerdere onderdelen bevat, ieder onderdeel wordt beoordeeld op basis van de voor dat onderdeel geldende criteria. Bij het ontwikkelen van plannen zal daar door de aanvrager rekening mee worden gehouden. Hierdoor is het niet mogelijk dat een initiatief dat op zichzelf geen prioriteit heeft, door toevoeging van een onderdeel dat wel prioriteit heeft, boven aan de prioriteitenlijst komt te staan c.q. versneld zal worden afgehandeld.

Beoordeling casus
Bij de beoordeling van de casus is uitgegaan van de door de aanvrager en door het Cbz aangeleverde (en bevestigde) informatie: Initiatief Bijzonderheden Stand van zaken Afhandeling onder WTZi Vervangende nieuwbouw WZC Avondzon Opgenomen op provinciale prioriteitenlijst Vernieuwde aanvraag in behandeling Na afgifte toelatingswijziging/ vergunning kan met bouw worden gestart (conform b., met restrictie genoemd onder algemeen)
Vervangende nieuwbouw WZC De Veenkamp Oranje scorende plaatsen Opgenomen in LTHP, nog in planstadium, indieningsdatum nog niet bekend Indien aanvraag wordt ingediend en betrekking heeft op afbouw van meerbedskamers, kan na afgifte toelatingswijziging/vergunning met bouw worden gestart (conform d. met restrictie genoemd onder algemeen) Vervangende nieuwbouw WZC De Matenhof Groen scorende plaatsen Opgenomen in LTHP, nog in planstadium, indieningsdatum nog niet bekend Indien aanvraag voor 1 mei 2007 wordt ingediend zal aanvraag worden meegenomen in tweejaarlijkse prioriteitsstelling

Resumerend kan worden gesteld, en dit is door De Goede Zorg telefonisch bevestigd, dat indien het traject als bovenstaande wordt doorlopen de plannen binnen de WTZi geen vertraging oplopen en van een bouwstop geen sprake is.

De Goede Zorg doet ter oplossing van het door hen geconstateerde, maar thans niet meer herkende probleem, het voorstel om voor alle plannen die bij het Cbz zijn ingediend, alsmede alle in ontwikkeling zijnde plannen die voor 1 april 2006 nog worden ingediend, op basis van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) af te wikkelen. Kijkende naar de casus en de beoordeling daarvan onder de WTZi:
1. is dit feitelijk niet meer noodzakelijk;
2. had beoordeling onder de WZV hetzelfde resultaat opgeleverd met eenzelfde doorloop-/ beoordelingstijd;
3. kent de WTZi en kende de WZV eenzelfde exploitatiekostenplafond, met eenzelfde werking en dezelfde financiële (on)mogelijkheden; 4. kent de WTZi een meer frequente prioriteringscyclus in vergelijking met de WZV en biedt daarmee meer duidelijkheid en houvast.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp