Ingezonden persbericht



* 10-03-2006: Beantwoording Kamervragen Schreijer-Pierik (CDA)

Directie Natuur

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op vragen van het lid Schreijer-Pierik (CDA) over uitgaven voor natuur- en landschapsbeheer (ingezonden 10 november 2005) met excuses voor de late beantwoording.

1
Hebt u kennisgenomen van het bericht van het Centraal Bureau voor de Statistiek 1), waarin de jaarlijkse uitgaven voor natuur en landschapsbeheer becijferd worden op bijna ¤ 1 miljard per jaar?
Ja, het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de totale uitgaven voor natuur- en landschapsbeheer van Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, natuurbeschermingsorganisaties en particulieren becijferd. Het aandeel van het ministerie van LNV is, op basis van het LNV Jaarverslag 2003 (Kamerstuknummer 29540 nr. 30), ¤ 419 miljoen ofwel ongeveer 43% van totale uitgaven voor natuur- en landschapsbeheer in 2003.
2
Hoe verklaart u dat de totale kosten voor natuur en landschapsbeheer in 2003 ongeveer 30% hoger liggen dan in 1999? Op welke factoren is dit precies terug te voeren? Het verschil in kosten over de jaren 1999 tot en met 2003 is geen lineaire groei van 30 procent op alle kosten, maar is opgebouwd uit diverse toe- en afnames in de verschillende jaren, zie de onderstaande tabel.

Bruto kosten naar activiteit (bedragen X 1.000.000 euro)
1999 2000 2001 2003
Verwerving 123 234 228 135
Inrichting en beheer 299 320 375 369
Overige activiteiten 127 136 142 171
Apparaatskosten 201 224 255 299
Bron: CBS, Statline: kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Natuur
Willem Witsenplein 6
Pos tadr es: Pos tbus 20401
2500 EK 's -Gra venhage
Telefoon: 070 - 3786 868
Fax: 070 - 3786 100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
10 november 2005 2050602850 DN. 2006/436 10 maart 2006

Beantwoording Kamervragen Schreijer-Pierik (CDA).

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 maart 2006 DN. 2006/436 2

De volgende factoren van de zijde van LNV hebben hierop invloed gehad. Ten eerste het in de nota 'natuur voor mensen, mensen voor natuur' in 2000 ingezette beleid en de in 2001 ingezette beleidsimpuls 'Natuuroffensief'. In 2003 is er een vermeerderde inzet geweest op overige activiteiten en apparaat en een verminderde inzet op verwerving.
3
Hoe is de kostenstijging door overheidsorganisaties als Staatsbosbeheer en de Dienst Landelijk Gebied (DLG) te verklaren? 2)
De kostenstijging van 52% naar 57% van de totale kosten betreft niet alleen de kosten van organisaties als Staatsbosbeheer en Dienst Landelijk Gebied, maar de totale kosten (verwerving, inrichting en apparaatskosten) van alle door het CBS meegerekende overheidsorganisaties: te weten Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Voor de factoren die aan deze stijging ten grondslag liggen verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2, voor zover deze betrekking heeft op het beleid van LNV.
4
Kan een overzicht gegeven worden van de nu geraamde kosten voor natuur en landschapsbeheer tot het jaar 2018, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen kosten voor verwerving van grond, inrichting, beheer, voorlichting, educatie en onderwijs, en apparaatskosten?
Voor verwerving en inrichting van de EHS en voor beheer binnen en buiten de EHS zijn ramingen tot en met 2018 gemaakt. Voor de posten voorlichting, educatie en onderwijs en apparaatskosten zijn budgetten uit verschillende artikelen van de LNV-begroting samengevoegd. Dekking van deze bedragen is voorzien uit meerdere financieringsbronnen, waaronder de LNV-begroting, begrotingen van andere departementen, bijdragen van de provincies en bijdragen van de EU.
Geraamde kosten voor verwerving van gronden, inrichting en beheer van de EHS tot en met 2018 (bedragen x
1.000.000 EURO)
De cijfers voor voorlichting, educatie en onderwijs en apparaatskosten betreffen alleen de kosten van de rijksoverheid en zijn daarom niet vergelijkbaar met de cijfers van het CBS, dat ook de kosten van andere overheden, bedrijven en particulieren meerekent. Voor deze posten zijn de budgetten uit de huidige begroting geëxtrapoleerd. Het was om budgettairtechnische redenen niet mogelijk om een scheiding aan te brengen tussen de posten voorlichting, educatie en onderwijs.

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Verwerving 135 159 123 112 118 92 94 87 82 95 77 72 50
Inrichting 66 68 93 98 91 95 91 88 85 82 102 104 123
Beheer 196 206 216 226 235 245 255 265 274 284 294 306 313 Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 maart 2006 DN. 2006/436 3

Geraamde kosten voor voorlichting, educatie en onderwijs en apparaat skosten tot en met 2018 (bedragen x
1.000.000 EURO)

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
dr. C.P. Veerman