Vereniging Nederlandse Gemeenten

Ledenpanel verdeeld over kinderopvang als basisvoorziening

Een kleine meerderheid van het ledenpanel (55%) vindt dat kinderopvang een basisvoorziening moet worden. Burgermeester en wethouders (65%) zijn hier meer van overtuigd dan raadsleden en griffiers en ambtenaren (resp. 53% en 52%).

Een ruime meerderheid van het ledenpanel denkt dat door een basisvoorziening de bereikbaarheid van kinderopvang voor de gemeentelijke doelgroep groter wordt. 64% van de deelnemers denkt dat deze ouders dan gemakkelijker de weg naar de kinderopvang kunnen vinden. Burgemeesters en wethouders zijn daar het meest optimistisch over (72%).

Van de deelnemers vindt 67% dat de vergoeding van kinderopvangkosten beperkt moet blijven tot de situaties waarin beide ouders werken. Ambtenaren zijn daar het meest stellig in (76%), terwijl 50% van de burgemeesters en wethouders ook ouders die niet beiden werken tegemoet wil komen. Indien de kinderopvang een basisvoorziening wordt, vindt 69% van de deelnemers dat de gemeenten de regierol op zich moeten nemen. Burgemeesters zijn daarvan het meest overtuigd (77%), ambtenaren duidelijk minder (62%). Raadsleden en griffiers nemen een middenpositie in (70%).

Civil society

In het advies Vertrouwen in de buurt dringt de WRR aan op benutting van de mogelijkheden van de buurt bij het versterken van sociale cohesie en het tegengaan van afnemende betrokkenheid bij politiek en bestuur. Aan het ledenpanel is gevraagd welke initiatieven zij reeds ondernemen en welke instrumenten zij daarbij inzetten. 71% van het ledenpanel geeft aan dat er binnen zijn of haar gemeente initiatieven worden ondernomen om meer vanuit de burger te gaan werken. De deelnemers hebben in een open vraag aangegeven om welke initiatieven het gaat. Gemeenten tonen zich creatief in het bedenken van manieren om burgers te betrekken. Er blijkt een grote variëteit te bestaan.

De initiatieven vallen grofweg binnen drie categorieën: samen met burgers beleid maken of een aanpak ontwikkelen; wijk- en buurtgericht werken met een meer of minder actieve rol van bewoners; en in gesprek blijven met burgers.

Standaardisering in ICT-toepassingen

Maatwerk binnen ICT-toepassingen is belangrijk tot zeer belangrijk, vindt 79% van de deelnemers aan het ledenpanel. Burgemeesters en wethouders en raadsleden en griffiers (beide 83%) zijn daar stelliger in dan ambtenaren (71%). Een nog grotere meerderheid van 91% denkt echter dat het goed tot zeer goed mogelijk is om met gestandaardiseerde methodes te gaan werken en daarmee kosten te besparen. Dit lijkt een tegenstrijdige uitkomst: wel belang hechten aan maatwerk maar tegelijk veel zien in uniformering. Het een hoeft echter het ander niet uit te sluiten.

Ook binnen een min of meer gestandaardiseerde aanpak is nog maatwerk mogelijk. De panelleden zijn ook enthousiast over samenwerking en uniformering binnen ICT-toepassingen voor zaken als fysieke infrastructuur en werkplekken. Dit heeft een kostenreductie tot gevolg. 86% vindt dit een wenselijke ontwikkeling. Burgemeesters en wethouders scoren wederom het hoogst (89%).

Aan dit ledenpanel deden 133 raadsleden, 61 griffiers, 27 burgemeesters, 38 wethouders, 32 gemeentesecretarissen en 97 ambtenaren mee. Het ledenpanel is niet representatief, maar geeft een indicatie van de mening van de leden.

Het volledige rapport.