GroenLinks

Europees arrestatiebevel nog steeds mank

Europees arrestatiebevel 16 maart 2006

Het Europees arrestatiebevel werd in 2003 ingevoerd om uitleveringen van verdachten tussen Europese landen efficiënter, sneller en minder willekeurig te maken. Deze week werd in Straatsburg gekeken of het arrestatiebevel geslaagd is in zijn opzet en wat de gevolgen zijn voor de burgerrechten.

Vóór 2003 waren uitleveringen vooral een zaak voor diplomaten. Wie wel en wie niet uitgeleverd mocht worden, was vooral een kwestie van politieke afwegingen. Het Europees arrestatiebevel moest hier verandering in brengen. Gebaseerd op het beginsel van wederzijds vertrouwen, dient een EU-lidstaat nu zonder meer gehoor te geven aan een uitleveringsverzoek van een ander lidstaat, mits het voldoet aan de juridische vereisten.

Evaluatie
Bij de evaluatie blijkt nu dat het aantal uitleveringen inderdaad gestegen is en dat de beslissingen minder arbitrair genomen worden. Sinds de invoering van het arrestatiebevel zijn in een jaar tijd 2603 bevelen uitgevaardigd, 653 personen aangehouden en 104 daadwerkelijk overgeleverd.

Niettemin waren de Groenen in 2003 tegen de invoering van het Europees arrestatiebevel. "Het instrument was mank. Er werd alleen iets gedaan aan de opsporingskant, zonder de nodige garanties te treffen voor de rechten van verdachten die in een ander land terecht moeten staan. Dat lijkt daadkrachtig en "tough on crime", maar blijkt juist een obstakel te zijn voor samenwerking bij opsporing," zegt Kathalijne Buitenweg, GroenLinks-europarlementariër en woordvoerder voor dit onderwerp.

Scepsis
Drie jaar na de invoering van het arrestatiebevel, blijkt dat de Groenen zich terecht zorgen maakten. Gezien de grote verschillen tussen de lidstaten bij de behandeling van strafzaken, zijn veel rechters er niet van overtuigd dat de rechten van verdachten in een ander EU-land net zo goed gewaarborgd zullen zijn als in eigen land. In een aantal gevallen weigeren de rechters daarom hun eigen onderdanen uit te leveren.

Buitenweg: "Er moet dus nog het nodige gebeuren om het wederzijds vertrouwen tussen nationale rechters te vergroten. Dit vertrouwen zou enorm gebaat zijn bij het instellen van minimumrechten voor mensen die in een ander land dan hun eigen terecht moeten staan. Denk aan het recht op een tolk en juridische bijstand. Dit is niet overal even vanzelfsprekend."

Nederland
Een wetsvoorstel voor minimumnormen in strafprocedures wordt alleen door een aantal lidstaten geblokkeerd. Zo wil Nederland bijvoorbeeld niet dat er een advocaat aanwezig is bij politieverhoren. Iets wat in andere Europese landen wel een recht is waar verdachten zich op kunnen beroepen.

Het Europees Parlement heeft met klem een beroep gedaan op de Europese regeringen om deze minimumrechten snel door te voeren. Zolang dit niet het geval is, blijft het Europees arrestatiebevel kreupel.

«