Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk UB/A/2006/21036 Doorkiesnummer Datum 16 maart 2006

Onderwerp Vervolg rapport `Informatie aantoonbaar
betrouwbaar'

Op 15 februari jl. heeft er een Algemeen Overleg met de Tweede Kamer plaatsgevonden over de 10e voortgangsrapportage van de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI). Tijdens dit AO heb ik u toegezegd binnen 4 weken te informeren over de maatregelen die de SUWI-organisaties hebben genomen, en nog gaan nemen, ten aanzien van de betrouwbaarheid van de niet-financiële informatie.

Zoals aangegeven in mijn brief van 18 januari jl., heb ik de SUWI-organisaties verzocht om in de jaarverslagen 2005 expliciet verantwoording af te leggen over de kwaliteit van de informatievoorziening en de wijze waarop deze is gewaarborgd. De jaarverslagen 2005, voorzien van mijn oordeel, bied ik u op de derde woensdag van mei aan.

Tevens heb ik u een kader voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van de niet-financiële informatievoorziening toegezegd. Dit kader, dat zijn beslag moet krijgen in de jaarverslagen 2006, zal in nauwe samenwerking met de SUWI-organisaties worden uitgewerkt. Het kader zal op hoofdlijnen normen stellen ten aanzien van een ordelijke en controleerbare totstandkoming van niet-financiële informatie als mede ten aanzien van de beheersmaatregelen die een bijdrage leveren aan de betrouwbaarheid. Tevens is van belang dat er eenduidigheid wordt geboden over definities, om de aantoonbaarheid en betrouwbaarheid van niet-financiële informatie te kunnen toetsen.

Vooruitlopend op de jaarverslagen 2005 en het kader voor de niet-financiële informatievoorziening, informeer ik u in deze brief op hoofdlijnen over de verbetermaatregelen van de SUWI-organisaties op het terrein van de niet-financiële informatievoorziening. Een definitief oordeel over de activiteiten die in 2005 hebben plaatsgevonden, zal ik u geven bij de aanbieding van de jaarverslagen 2005 op de derde woensdag van mei. Tot slot meld ik u dat IWI, in vervolg op het rapport "Informatie: aantoonbaar betrouwbaar", in 2006 wederom onderzoek zal uitvoeren naar de kwaliteit van de informatievoorziening.

Ons kenmerk UB/A/2006/21036

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
In reactie op het IWI-rapport heeft het UWV erkend dat de betrouwbaarheid van de niet- financiële informatievoorziening nog niet op orde is. Met name het grote aantal parallel opererende ex-uvi systemen voor de primaire processen ligt hieraan ten grondslag. In overleg met het UWV heb ik besloten dat in 2005 de nadruk zou moeten liggen op het zogenoemde beleidsprogramma. Dit houdt in dat de samenvoeging van de systemen meer tijd zal vergen dan oorspronkelijk was voorzien. Zolang het UWV nog niet beschikt over één uniform systeem per proces, moet rekening worden gehouden met niet-eenduidige informatiestromen en dus met enige betrouwbaarheidsmarges.

Tot op heden zijn echter al wel de nodige stappen gezet ten aanzien van de samenvoeging van systemen en de oplevering van UWV-brede nieuwe systemen, waardoor de betrouwbaarheid van de niet-financiële informatie toeneemt. Zo is het aantal ICT-stelsels voor AG en WW teruggebracht van zes naar drie. De werkprocessen bij UWV zijn inmiddels geharmoniseerd. Daarnaast heeft UWV een Taskforce Informatievoorziening AG in het leven geroepen met als opdracht de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de registraties in systemen te verbeteren. Tot slot meld ik u dat UWV in 2005 ISO-gecertificeerd is.

Centrale Organisatie Werk en Inkomen (CWI)
IWI had geconstateerd dat CWI veel aandacht heeft voor de kwaliteit van de informatievoorziening, maar dat er nog geen sprake is van een aantoonbaar ordelijke en controleerbare totstandkoming van de informatievoorziening. Ook in 2005 heeft CWI de nodige inspanningen verricht op het terrein van de kwaliteit en betrouwbaarheid van de niet- financiële informatievoorziening.

Zo is binnen CWI het normenkader voor de betrouwbaarheid van niet-financiële informatie vastgesteld en in werking getreden. Centraal in dit kader staat de ordelijke en controleerbare totstandkoming van de niet-financiële informatie. Daarnaast heeft CWI diverse controle- en beheersmaatregelen genomen die een bijdrage moeten leveren aan de betrouwbaarheid. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan beheersmaatregelen voor de invoer van gegevens, zoals het beschikbaar stellen van de registratievoorschriften voor alle medewerkers. Een beheersmaatregel om de ingevoerde gegevens te controleren is de inzet van jaarlijkse interne audits. Hierbij worden zowel de invoer als de bewerkingen in de bronsystemen getoetst. Tot slot zijn er beheersmaatregelen voor de verwerking van gegevens. Zo vraagt CWI bijvoorbeeld zogenoemde `Third Party Mededelingen' voor de externe gegevensverwerking.

Ondanks bovenstaande inspanningen is CWI er nog niet helemaal. CWI is er nog niet volledig in geslaagd om de administratieve organisatie ten aanzien van de totstandkoming van niet- financiële informatie te beschrijven. De betrouwbaarheid van de niet-financiële informatievoorziening is daarmee op dit moment nog niet volledig aantoonbaar. Ook in 2006
---

Ons kenmerk UB/A/2006/21036

heeft dit onderwerp daarom de volle aandacht binnen CWI. In 2006 wordt daarom gestreefd naar de afronding van de administratieve organisaties.

Sociale Verzekeringsbank (SVB)
IWI concludeerde dat de SVB er voor had gekozen om over 2004 geen afzonderlijke `verantwoording informatievoorziening' op te stellen, maar deze op een aantal punten in de jaarverantwoording te behandelen. IWI heeft hierdoor nog geen integraal inzicht gekregen in het proces. De SVB heeft toegezegd in het jaarverslag 2005 in een apart hoofdstuk `kwaliteitsborging informatievoorziening', aandacht aan dit onderwerp te besteden.

Ik ben het met IWI eens dat de zogenoemde `betrouwbaarheidsverklaringen' binnen de SVB, op termijn een extra waarborg vormen voor de betrouwbaarheid van de niet-financiële informatievoorziening. Het kan het zicht op de betrouwbaarheid van de informatie ten goede komen, met name voor wat betreft vastlegging van de gegevens in de informatiesystemen. Bij de uitwerking van een gemeenschappelijk kader wil ik nagaan of een dergelijke betrouwbaarheidsverklaring breder toepasbaar is bij de verschillende SUWI-organisaties.

Naast de vastlegging van de gegevens, heeft ook de samenstelling van de benodigde informatie uit de verschillende systemen de nodige aandacht. Zo is de regie op de informatievoorziening binnen de SVB belegd bij één afdeling. Door een centrale regie dient te worden geborgd dat de informatie eenduidig en uniform in de verantwoording wordt opgenomen. De betrouwbaarheid van het proces van samenstellen van niet-financiële informatie wordt periodiek onderzocht door de interne accountsdienst (IAD). Eventuele aanbevelingen van de IAD zullen worden meegenomen in het verslag van bevindingen bij de jaarverslagen die door de SVB aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden aangeboden.

Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI)
IWI had in haar rapport geconstateerd dat de betrouwbaarheid van de niet-financiële informatievoorziening nog niet op het gewenste niveau is, maar dat BKWI aan verbetering werkt. In vervolg hierop zal BKWI in 2006 de applicatie, die zorgdraagt voor de vertaling van gegevens uit de bronnen naar de rapportages, wederom laten testen. De uitkomsten van dit onderzoek zullen worden vastgelegd. Tevens zal er een onderzoek plaatsvinden naar de verbetering van de procedures voor de totstandkoming van de informatie. Daarbij zal onder andere aandacht worden besteed aan de actualisering van de werkinstructies, waarin de nadere uitwerkingen van de opzet van de informatievoorziening zijn opgenomen. Het BKWI zal in het tweede kwartaalverslag 2006 rapporteren over de uitkomsten van beide onderzoeken.


---

Ons kenmerk UB/A/2006/21036

Stichting Inlichtingenbureau Gemeenten (IB)
IWI constateerde dat IB niet expliciet rapporteert over de betrouwbaarheid van de informatievoorziening in het jaarverslag 2004 en de kwartaalrapportages. Vanaf het tweede kwartaal 2005 rapporteert IB over de betrouwbaarheid van de informatievoorziening in de kwartaalrapportages.

Tevens zal IB in 2006 meer gebruik gaan maken van gestandaardiseerde methoden van gegevensmodellering en verregaande geautomatiseerde rapportagemethodieken. IB zal hierover in het eerste kwartaalverslag over 2006 rapporteren.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)


---