Ministerie van Justitie

Persbericht

Antwoorden minister Verdonk op vragen Kamerlid Van der Staaij (SGP) over vermissing uitgewezen Syriërs
16 maart 2006
Hierbij deel ik u mee dat de vragen van het lid Van der Staaij (SGP) over de vermissing van uitgewezen Syriërs worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.

Ik verzoek u het individuele ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken (bijlage 2) uitsluitend VERTROUWELIJK ter inzage te leggen.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

Antwoorden van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie op de vragen van het lid Van der Staaij (SGP) over de vermissing van uitgewezen Syriërs (ingezonden 3 maart 2006, nr. 2050609110).

Vraag 1. Kent u het bericht 'Zorgen over terugkeer asielzoekers'? 1)

Antwoord. Ja.

Vraag 2. Heeft u kennis genomen van de verontrustende signalen dat drie personen, behorend tot een gezin dat enige tijd geleden is uitgezet naar Syrië, inmiddels vermist zijn en mogelijk in detentie zijn genomen?

Antwoord. Mij hebben signalen bereikt dat twee personen behorend tot een gezin dat enige tijd geleden is teruggekeerd naar Syrië mogelijk in detentie zijn genomen. Het zou gaan om de vader en een zoon van het gezin.

Vraag 3. Zijn u ook anderszins recente berichten bekend over problemen die uitgezette Syriërs na terugkeer in hun land ondervinden? Wanneer is voor het laatst in het algemeen onderzoek gedaan naar problemen die kunnen worden ondervonden na terugkeer in Syrië van de zijde van de autoriteiten?

Antwoord.Er hebben mij geen andere recente, specifieke berichten bereikt over problemen die vanuit Nederland teruggekeerde Syriërs in hun land ondervinden.

Het laatste algemene ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken dateert van 26 mei 2005. Hij zal in augustus 2006 een nieuw ambtsbericht uitbrengen.

Vraag 4. Bent u bereid de genoemde signalen en berichten spoedig nauwkeurig te (doen) onderzoeken en de Kamer over de uitkomst daarvan te informeren?

Antwoord. Ja, in deze signalen heb ik voldoende aanleiding gevonden om een onderzoek te laten instellen. Daartoe heb ik reeds op 2 maart jongstleden de minister van Buitenlandse Zaken verzocht een onderzoek in te stellen naar de gestelde detentie van twee leden van het Syrische gezin. De minister van Buitenlandse Zaken heeft zijn ambtsbericht heden uitgebracht. Zijn bericht treft u bijgevoegd aan.

Uit het ambtsbericht blijkt dat de betrokken gezinsleden niet bij aankomst gedetineerd zijn. Voorts zijn er geen concrete aanwijzingen dat zij thans gedetineerd zijn.

Op grond van het onderzoeksresultaat kom ik tot het oordeel dat het niet geboden is nadere acties te ondernemen. Ik beschouw het onderzoek hiermee als afgerond.

1) Reformatorisch Dagblad, 1 maart 2006