Productschap Margarine
16.03.2006
Interdepartementale Directie Energietransitie ontwikkelt minimumcriteria
duurzaamheid biomassa
Op dit moment is het Ministerie van Economische Zaken van mening dat
het onvoldoende mogelijk is om de geïmporteerde biomassa te toetsen op
duurzaamheid. Als hierin geen verandering komt, roept dat
verschillende risico's op. Dit risico moet verminderen. Het project
Duurzaamheidcriteria voor de import van biomassa moet daarin de eerste
stap zetten. De overheid is van mening dat zij in deze problematiek
geen directe verantwoordelijkheid heeft. Wel neemt zij vanuit de
Interdepartementale Directie Energietransitie voor dit project een
regisserende rol op zich.
Biomassa wordt in Nederland op grote schaal geïmporteerd. Omdat er
hoge ambities zijn ten aanzien van het gebruik en de toepassing van
biomassa, in energie, brandstoffen en chemie, zal de import de komende
decennia naar verwachting sterk toenemen. Daarbij gaat het om vele
miljoenen tonnen per jaar. Het grootste deel van deze biomassa zal
afkomstig zijn van landen buiten de EU.
In het recente verleden zijn - o.a. via Kamervragen - vraagtekens
gezet bij de duurzaamheid van sommige biomassastromen die op de
Nederlandse markt terechtkomen. Over de uitgangspunten voor een
beoordeling van de kwaliteit van biomassa bestaat nog geen
overeenstemming in het veld. Overigens is op veel andere terreinen wel
reeds ervaring opgedaan met duurzaamheidsvraagstukken. Daarbij valt te
denken aan FSC, Roundtable for Sustainable Palm Oil, BRL hout, Taak 40
IEA Bio Energy, Essent Green Gold etc.etc. Voor toepassing van de
criteria moet het overigens niet uitmaken of de biomassa van
Nederlandse, EU- of niet-EU-oorsprong is, aldus EZ.
In de energietransitie is de duurzaamheid van geïmporteerde biomassa
een zogenoemd 'doorsnijdend thema' doordat vrijwel alle
transitieplatforms in meer of mindere mate te maken hebben met
biomassa en derhalve last kunnen krijgen van het ontbreken van
criteria voor de duurzaamheid daarvan.
De doelstelling van het project duurzame import van biomassa is:
* Het ontwikkelen van een lange-termijnvisie op duurzaamheid van
geïmporteerde biomassa. De visie bevat een algemeen kader (met
uitgangspunten voor food, feed, fuel), van waaruit de vertaling
naar toetsbare criteria kan worden gemaakt;
* Het opstellen van toetsbare criteria voor duurzaam geïmporteerde
biomassa;
* De rijksoverheid een set toetsbare criteria aanbieden die in
wetgeving rond MEP en biobrandstoffen kan worden toegepast;
* Het voorbereiden van een certificeringtraject. Een certificaat
ontwikkelen is een kwestie van lange adem, en zal dus ook na
beëindiging van deze projectopdracht doorlopen.
Afgeleide doelstellingen:
* Het opzetten van een structuur waarin kennis wordt gedeeld,
overleg plaatsvindt en aanbevelingen worden geformuleerd om de
overgang naar duurzaam geïmporteerde biomassa mogelijk te maken;
* Het creëren van draagvlak bij overheid, marktpartijen en NGO's
voor proces, toetsingscriteria, certificeringmethodiek en
toepassingen in beleid. Breed draagvlak is nodig aangezien de
overheid zelf maar een beperkt deel van het speelveld kan
beïnvloeden. Mocht het niet lukken om tot overeenstemming te
komen, dan zal de rijksoverheid desondanks duurzaamheidcriteria
verwerken in de relevante wetgeving (MEP, biobrandstoffen);
* Adviseren over de vraag hoe elektriciteit uit biomassa nog als
groene stroom kan worden aangemerkt als de biomassa niet voldoet
aan duurzaamheidscriteria.
De looptijd voor dit project betreft de periode 1 januari - 1 juli
2006 en biedt de rijksoverheid een bruikbare set
duurzaamheidscriteria, die zich lenen voor toepassing in wetgeving
binnen een universeel raamwerk, dat vervolgens op de verschillende
biomassastromen kan worden toegepast. Hierbij moet vooral worden
gedacht aan MEP en biobrandstoffen.