Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

WOB-verzoeken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : VD. 2006/862
datum : 16-03-2006
onderwerp : Preventieve vaccinatie vogelgriep
bijlagen : 1

Geachte Voorzitter,

In mijn brief van 23 februari jl. (TK vergaderjaar 2005-2006, 28 807, nr. 100) heb ik u geïnformeerd over het in Brussel bereikte akkoord over het preventief vaccineren van hobbydieren en kippen met buitenuitloop ter bescherming tegen hoogpathogene Aviaire Influenza H5N1. Dit is neergelegd in een beschikking van de Europese Commissie (nr. 2006/14/EG) van 24 februari jl. waarmee Nederland toestemming heeft gekregen om onder strikte voorwaarden hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije-uitloop preventief te laten vaccineren. Conform de beschikking dient de vaccinatie te geschieden overeenkomstig het door Nederland ingediende en goedgekeurde vaccinatieplan. Dit vaccinatieplan heb ik als bijlage bijgevoegd.

De afgelopen periode is er door de diverse betrokken organisaties hard gewerkt aan de benodigde voorbereidingen voor de uitvoering van het vaccinatieplan. Dit heeft erin geresulteerd dat op 15 maart jl. de 'Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije-uitloop' in de Staatscourant is gepubliceerd. De regeling geeft uitvoering aan voornoemde beschikking en maakt het vrijwillig preventief vaccineren van hobbypluimvee en biologische legkippen en legkippen met vrije-uitloop vanaf 16 maart mogelijk.

De regeling is een belangrijke stap op de weg naar beëindiging van het non-vaccinatiebeleid van de Europese Unie ten aanzien van een aantal belangrijke dierziekten. Persoonlijk ben ik zeer verheugd dat in Nederland nu gestart kan worden met het preventief vaccineren tegen het H5N1-virus. Het vaccineren van pluimvee is voor de houders van de dieren een alternatief voor het afschermen van pluimvee dat thans verplicht is. Het blijft wel mogelijk dat gevaccineerd pluimvee bij een uitbraak van vogelgriep alsnog moet worden geruimd. Uitgangspunt is echter dat er alleen geruimd wordt bij een pertinente veterinaire noodzaak.

De regeling voorziet in een vaccinatieperiode voor hobbypluimvee van maart tot en met juni 2006 en voor biologische legkippen en legkippen met vrije-uitloop van maart 2006 tot en met juni 2007 (in verband met vaccinatie in de opfok).

Naast het feit dat de toestemming om preventief te vaccineren vooralsnog voor een beperkt aantal species geldt, is deze toestemming dus ook beperkt in looptijd.

De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) voert de regie over de uitvoering van de vaccinatie. In de regeling is neergelegd op welke wijze en onder welke voorwaarden deze vaccinatie dient plaats te vinden. Daarbij zijn onder meer bepalingen opgenomen betreffende registratie, monitoring en vervoer van gevaccineerde en niet gevaccineerde dieren. De Algemene Inspectiedienst (AID) zal op naleving van deze regeling bij zowel houders als dierenartsen controleren. Het verrichten van bepaalde werkzaamheden zoals het distribueren van vaccin en pootringen gebeurt door Gezonde Dieren (GD). De daadwerkelijke vaccinatie wordt uitgevoerd door de dierenarts. De kosten van de vaccinatie zijn voor rekening van de pluimveehouder.

Intensieve monitoring van pluimvee op locaties of bedrijven waar wordt gevaccineerd, is van groot belang omdat eventuele besmetting met het AI-virus bij gevaccineerde dieren minder goed zichtbaar zou kunnen zijn. Gelet op het feit dat er nog beperkte praktijkervaring met preventieve vaccinatie van pluimvee tegen H5N1 bestaat, beschouwt de Europese Commissie het Nederlandse plan als een pilot. Om die reden dient Nederland eind juni een rapportage op te stellen over de uitvoering en effectiviteit van de vaccinatie. Het is daarom van belang dat er voldoende monitoringsgegevens beschikbaar zijn. Om de drempel voor deelname aan de vaccinatie zo laag mogelijk te houden, komen de kosten in verband met de monitoring van gevaccineerd hobbypluimvee voor rekening van de overheid.

Voor bedrijven valt de monitoring in de praktijk deels samen met de reguliere verplichte driemaandelijkse monitoring van kippen met buitenuitloop in verband met AI. Alleen de 'nulmeting' van verklikkerdieren is extra en komt daarmee voor rekening van de overheid.

Het handelsverkeer van gevaccineerde dieren en niet gevaccineerde dieren moet strikt gescheiden worden gehouden om te voorkomen dat de handel in niet gevaccineerd pluimvee en hun producten negatief wordt beïnvloed. Voor niet gevaccineerd pluimvee, broedeieren en eendagskuikens moet op het Europees voorgeschreven gezondheidscertificaat worden verklaard dat de zending bestaat uit pluimvee, eendagskuikens of broedeieren die niet afkomstig zijn van bedrijven waar wordt gevaccineerd. Om deze verklaring te kunnen garanderen, geldt binnen Nederland een strikte scheiding tussen bedrijven waar gevaccineerde dieren aanwezig zijn en bedrijven waar geen gevaccineerde dieren aanwezig zijn. Voor alle pluimvee en hun dierlijke producten afkomstig van bedrijven waar gevaccineerde dieren aanwezig geldt een streng handelsregime. Voor bedrijven waar geen gevaccineerde dieren zijn, geldt het reguliere handelsregime.

Ten aanzien van pluimvee, eendagskuikens en broedeieren die afkomstig zijn van bedrijven waar (onder andere) gevaccineerde legkippen worden gehouden, geldt dat het in beginsel verboden is het pluimvee, de eendagskuikens en broedeieren - al dan niet gevaccineerd - te vervoeren, tenzij hiervoor toestemming is gegeven. Deze toestemming wordt gegeven onder bepaalde voorwaarden.

Belangrijkste voorwaarde is dat de dieren of producten worden vervoerd naar een in Nederland gelegen slachthuis of een in Nederland gelegen bedrijf waar eveneens is gevaccineerd. Bij afvoer naar een ander bedrijf in Nederland heeft dat gevolgen voor de status van het ontvangende bedrijf.

Eieren, niet zijnde broedeieren, en pluimveevlees afkomstig van bedrijven waar onder andere gevaccineerde legkippen worden gehouden, mogen binnen Nederland vrij worden vervoerd. Het vervoer naar andere lidstaten is onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Verder geldt dat de mest afkomstig van gevaccineerd pluimvee niet geëxporteerd mag worden.

Ook voor gevaccineerd hobbypluimvee en hun dierlijke producten zijn voorschriften voor vervoer gesteld. Gevaccineerde hobbydieren en eendagskuikens en broedeieren van gevaccineerd hobbypluimvee mogen in beginsel niet worden vervoerd. Alleen onder bepaalde voorwaarden kan vervoer worden toegestaan. Een van de voorwaarden aan deze toestemming is dat gevaccineerd hobbypluimvee en eendagskuikens en broedeieren van gevaccineerd hobbypluimvee naar een in Nederland gelegen hobbypluimveehouderij worden gebracht waar eveneens is gevaccineerd. Vermenging met bedrijfsmatig gehouden dieren en in andere lidstaten gehouden dieren is daarmee dus uitgesloten.

De komende periode wordt de mogelijkheid voor preventieve vaccinatie gecommuniceerd via advertenties in dagbladen en het versturen van folders naar betrokken partijen. Tevens zal via internet en teletekst informatie worden verstrekt.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman
Bijlagen
Actieplan - Preventieve, vrijwillige vaccinatie van pluimvee in Nederland in reactie op de huidige Vogelpest dreiging