Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Gezondheidsraad Postbus 90801
2509 LV Den Haag
De heer prof. dr. J.A. Knottnerus Anna van Hannoverstraat 4
Postbus 16052 Telefoon (070) 333 44 44
2500 BB DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
U045/AvdB/459 ARBO/P&G/2006/15685 (070) 333 52 96
Onderwerp Datum Contactpersoon
Grenswaarden gevaarlijke stoffen 16 maart 2006 M.M.W. Wilders
Geachte heer Knottnerus,
Onlangs zond u mij een brief1 met een aantal suggesties voor het nieuwe grenswaardenstelsel. De
Gezondheidsraad heeft een lange staat van dienst in het leveren van gedegen gezondheidskundige
advieswaarden. In uw reactie op het nieuwe grenswaardenstelsel betrekt u naast
wetenschappelijke overwegingen ook beleidsmatige afwegingen waarover, zoals gebruikelijk, de
SER adviseert.
In uw brief gaat u in op twee aspecten van het nieuwe grenswaardenstelsel waarop ik in deze brief
reageer:
- criteria voor het onderscheid tussen private en publieke grenswaarden;
- kwaliteitsborging bij private normering.
Aan het eind van deze brief ga ik in op de rol van de Gezondheidsraad in het nieuwe
grenswaardenstelsel.
Criteria voor onderscheid private/publieke grenswaarden
In mijn adviesvraag over een aangepast stelsel van grenswaardenstelling voor stoffen2 heb ik
globale criteria opgenomen waaraan stoffen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor het
vaststellen van een publieke grenswaarde. Het eerste criterium dat ik noemde is een EU-
verplichting om voor de betreffende stof een publieke grenswaarde te stellen. Andere criteria in de
adviesaanvraag zijn stoffen zonder eigenaar en met een grote kans op gezondheidsschade (door
ernstige effecten van de stof en een te verwachten hoge blootstelling), én stoffen met een grote
kans op gezondheidsschade waarvoor een speciale aanleiding is om deze stof in het publieke
grenswaardenstelsel op te nemen.
1 Brief Gezondheidsraad van 17 januari 2006, kenmerk U045/AvdB/459,
onderwerp `nieuw grenswaardenstelsel'.
2 Adviesaanvraag over een aangepast stelsel van grenswaardenstelling. A&G/W&P/04 39991, 19 oktober 2004.
2 ARBO/P&G/2006/15658
Onderdeel van mijn adviesvraag was de gerichte vraag of de genoemde criteria voldoende zijn of
dat er aanvullende criteria nodig zijn.
In het advies van de Commissie Arbeidsomstandigheden3 worden als criteria genoemd de
intrinsieke gevaarseigenschappen en de te verwachten blootstelling, gerelateerd aan gebruikte
hoeveelheid, aantal blootgestelde werknemers en mate van blootstelling.
In mijn reactie4 op dit advies gaf ik aan dat ik uitwerking zal geven aan de criteria waaraan stoffen
moeten voldoen om in aanmerking te komen voor het opnemen van de stof in het publieke
grenswaardenstelsel.
Het onderzoeksrapport hiertoe heb ik voor commentaar aan de Subcommissie MAC-waarden van
de SER gezonden. Na ontvangst van het SER commentaar zal ik bepalen welke criteria ik zal
hanteren voor de selectie van publieke grenswaarden.
Borging kwaliteit private grenswaarden en goede praktijken
Ik hecht er aan te benadrukken dat private grenswaarden voor gevaarlijke stoffen in het nieuwe
grenswaardenstelsel betrouwbaar zullen zijn.
Ten eerste wil ik er op wijzen dat sociale partners in het SER advies uitdrukkelijk hebben gesteld
dat de private waarden op een veilig niveau vastgesteld zullen worden. Ten tweede constateer ik
dat de SER mijn opvatting deelt dat het bedrijfsleven zelf een kwaliteitsysteem moet opstellen om
de betrouwbaarheid van de private grenswaarden te borgen. Een aantal nog op te stellen
richtsnoeren zal moeten beschrijven aan welke criteria een private norm moet voldoen om
betrouwbaar te zijn en hoe erin voorzien is dat van een private norm de kwaliteit evident
aantoonbaar is. Voor het opstellen van goede praktijken die concrete maatregelen beschrijven
waarmee gezondheidsrisico's worden weggenomen, is eveneens een leidraad voorzien. Ik wacht
voorstellen daartoe van sociale partners af.
Betrouwbare grenswaarden kunnen ook door andere partijen dan de Gezondheidsraad worden
aangeleverd. De in het vooruitzicht gestelde wijziging van het grenswaardenstelsel leidt nu al in
kringen van deskundigen tot allerlei initiatieven5 met als doel om op basis van eenvoudige
berekeningen bedrijven te voorzien van grenswaarden die veilige werkomstandigheden mogelijk
maken. Dergelijke snelle methodes bouwen een extra veiligheidsmarge in. Het is aan bedrijven om
te kiezen tussen simpele methodes met extra veiligheidsmarge, of meer geavanceerde
beoordelingen waarmee onnodig strenge grenswaarden voorkomen kunnen worden, maar waarvan
de beoordeling veel kostbaarder zal zijn. Daar kan elke onderneming zijn financiële afweging in
maken. Al deze initiatieven zullen de toets der kritiek vanuit professionele kring moeten kunnen
doorstaan.
Zoals ik al aangaf wacht ik voorstellen van de SER voor kwaliteitsborging af die betrekking
hebben op het betrouwbaar afleiden van private normen en het opstellen van goede praktijken
waarmee maatregelen worden beschreven die specifieke gezondheidsrisico's wegnemen.
Rol Gezondheidsraad in het nieuwe grenswaardenstelsel
3 Een nieuw grenswaardenstelsel. Advies 05/08 van de Commissie Arbeidsomstandigheden van de SER.
4 Reactie op het "SER-advies grenswaardenstelsel" (Kamerstuk, 2004-2005, 25 883, nr. 58).
5 Bijvoorbeeld `beperkte grenswaarden afleiden uit beperkte datasets', F. Linneker en T. Scheffers, NVvA
Nieuwsbrief 2, juni 2005.
3 ARBO/P&G/2006/15658
Voor toekomstige nieuwe publieke grenswaarden en het opstellen van risicogetallen voor
kankerverwekkende stoffen6 wil ik ook in de toekomst gebruik maken van de expertise die de
Gezondheidraad biedt, behoudens natuurlijk in die gevallen dat publieke grenswaarden in Europa
worden vastgesteld. Ook zal, zoals nu reeds gebruikelijk is, aan de gezondheidsraad advies
worden gevraagd bij nieuwe vraagstukken rond het gebruik van gevaarlijke stoffen, zoals nu het
geval is bij oplosmiddelen en effecten op de voortplanting en normstellingvraagstukken bij stoffen
die overgevoeligheid kunnen veroorzaken. De rol van de Gezondheidsraad blijft dus ongewijzigd.
In de verwachting dat ik hiermee voldoende ben ingegaan op de onderwerpen in uw brief, sluit ik
graag af met de wens ook in de toekomst gebruik te blijven maken van de wetenschappelijke
inzichten die de Gezondheidsraad beschikbaar kan stellen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
c.c. : Tweede Kamer
Subcommissie MAC-waarden SER
6 De reden daartoe is uitgelegd in mijn brief aan Tweede Kamer over het "SER-advies grenswaardenstelsel"
(Kamerstuk, 2004-2005, 25 883, nr. 58).
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid