Rol leraren en ouders centraal in onderwijsdebat
woensdag 15 maart 2006
De Eerste Kamer heeft afgelopen dinsdag gedebatteerd met minister van
Onderwijs over de kwaliteit van het onderwijs. De rol van de leraren
en de ouders stond daarbij centraal. Zo vroeg VVD-woordvoerder mevrouw
Dupuis de bewindsvrouwe hoe een departement van OCW de leraar kan
vergeten Minister Van der Hoeven constateerde dat de 'afwezigheid' van
de leraar in wet- en regelgeving de VVD hoog zit. Ik zelf kijk daar
een slag anders naar, maar ik zal er naar kijken, beloofde de
minister. SP-senator Van Raak en mevrouw Linthorst van de PvdA zetten
vraagtekens bij de rol van de ouders bij de kwaliteitsbewaking van het
onderwijs.
Niet nageleefd
Volgens woordvoerder mevrouw Linthorst is de overheid bezig een van
haar kerntaken op te geven: erop toezien dat de kwaliteit van het
onderwijs goed is. De PvdA-senator signaleerde dat de drie jaar oude
Wet op het Onderwijstoezicht door scholen onder de noemer
'modernisering' soms niet wordt nageleefd. Het moet niet nog gekker
worden, zei mevrouw Linthorst.
Toezicht
CDA-woordvoerder Klink legde een ander accent. Volgens hem neemt de
kwaliteit van het onderwijs toe: de CITO-scores verbeteren, evenals de
examenresultaten. Klink pleitte er voor om ouders die zich betrokken
voelen bij het onderwijs van hun kind ook meer in te schakelen bij het
toezicht. Een soortgelijk geluid liet woordvoerder Schuurman namens de
fracties van ChristenUnie en SGP horen. Tussen de opvoeding thuis en
op school moet eenheid zijn, zei Schuurman.
Ouders op afstand
GroenLinks-senator Van der Lans ging vooral in op de schaalvergroting
in het onderwijs als gevolg waarvan de ouders 'op afstand' worden
gezet. Hij pleitte voor statuten waarin de rechten en plichten van
ouders zijn geregeld naar het voorbeeld van de 'citycharters' in het
Verenigd Koninkrijk.
Kwaliteit
Over de rol van ouders ontspon zich een interruptiedebatje tussen Van
Raak, Van der Lans, mevrouw Linthorst en Klink. SP-senator Van Raak
prees minister Van der Hoeven' om de liefde die zij uitstraalt voor de
kwaliteit van het onderwijs', maar zette wel vraagtekens bij de
instrumenten die zij hanteert om die kwaliteit te bewaken. Van Raak
vond dat de overheid bij de beoordeling van de kwaliteit niet teveel
kan leunen op het oordeel van ouders. Naar zijn mening wordt de
toekomst van kinderen zo nog meer afhankelijk van hun
opleidingsniveau. Sommige ouders hebben de vaardigheid niet om
kwaliteit te beoordelen, zei Van Raak. Van der Lans vroeg hem hoe hij
dit weet. Volgens hem is de opleiding van ouders tegenwoordig door de
bank genomen zo goed dat de overheid wel een bijdrage van hen kan
verwachten.
Mevrouw Linthorst was het met haar SP-collega eens: lang niet alle
ouders zijn goed opgeleid en goed gebekt. Daar komt volgens haar nog
bij, dat er soms geen alternatief is voor ouders: als zij kritiek
uiten en hun kind wordt daar op school op aangekeken, kunnen zij vaak
niet uitwijken naar een andere school. Dan houden zij hun mond.
Kritische betrokkenheid
CDA-senator Klink zag in dit verband als oplossing dat je ouders
structureel een positie moet geven in de kwaliteitsbeoordeling van het
onderwijs. Hij verwees naar Rotterdam waar ouders erin waren geslaagd
van een voorheen 'zwarte school' een gemengde zwart/witte school te
maken. Gedwongen spreiding van leerlingen door de overheid is het
paard achter de wagen spannen, aldus Klink. Dat is
symptoombestrijding. Een grotere invloed van ouders kan heilzaam
werken. De CDA-senator pleitte ervoor de Raden van Toezicht in het
onderwijs meer representatief samen te stellen. Er is kritische
betrokkenheid van ouders nodig om scholen scherp te houden. Klink zag
een mogelijkheid om net als in België maatschappelijke ondernemingen
mogelijk te maken, waardoor ouders en verzorgers hun eigen rol in het
onderwijs kunnen spelen.
Leraar centraal
In haar bijdrage aan het debat over de kwaliteit van het onderwijs in
Nederland zette mevrouw Dupuis (VVD) de leraar centraal. Zij haalde
uit een rapport van de WRR de passage aan over de nog steeds grote
regeldruk in het onderwijs die 'leidt tot belemmering van de
onderwijsinstellingen en van de mensen die daar het echte werk doen:
namelijk onderwijs geven'. Maar steeds lijkt het bij wetgeving zo te
zijn dat de leraar er van allen het minst toedoet, aldus de
VVD-senator. In dit verband verwees mevrouw Dupuis nog eens naar de
beslissing om kinderen met leermoeilijkheden in het reguliere
basisonderwijs te laten meedraaien. Naar haar oordeel worden leraren
ook daardoor teveel belast. In de plannen voor de lerarenopleiding
gebruikt het onderwijsministerie 'een verbijsterende hoop woorden en
bureaucratische beleidsplannen, aldus de VVD-senator. Volgens haar
komt de vakinhoudelijke kant er bekaaid af. De VVD-fractie maakt zich
ernstige zorgen voer de vakkennis, de professionaliteit en de positie
van de leraar, aldus mevrouw Dupuis.
Oneigenlijke selectie
Mevrouw Linthorst (PvdA) zei dat benchmarking bij de beoordeling van
de kwaliteit in het onderwijs wel kan werken bij universiteiten en
hogescholen, maar zij betwijfelde of dit ook bij het primair onderwijs
het geval kan zijn. Volgens de PvdA is het beter om de inspectie een
paar dagen de tijd te geven op scholen en vervolgens ook maatregelen
te treffen als de inspecties leemten heeft vastgesteld. De
PvdA-fractie vindt verder de horizontale verantwoording aan de
maatschappelijke omgeving minder gemakkelijk dan de regering denkt.
Informatieoverdracht aan scholen voor voortgezet onderwijs zou tot
oneigenlijke selectie kunnen leiden, omdat veel vo-scholen bij
voorkeur leerlingen nemen waarvan weinig problemen van zijn te
verwachten. Het beleid op het punt van de maatschappelijke opdracht
aan scholen vindt de PvdA-fractie 'onvoldoende helder'. Mevrouw
Linthorst pleitte ervoor dat uiteindelijk iemand de
verantwoordelijkheid moet nemen om knopen door te hakken en dat zou de
verantwoordelijke wethouder van onderwijs moeten zijn. Het gaat er in
de grond van de zaak om onderscheid te maken tussen scholen. Volgens
de PvdA kan men ze bij de kwaliteitsbeoordeling niet over een kam
scheren.
---
link (opent in een nieuw venster) stenogram 14 maart 2006 Dit is een
downloadbaar word-bestand van 465.5 Kilobyte word
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal