KNMG

Bijschrijven accreditatiepunten in persoonlijk dossier arts

De wetenschappelijke verenigingen hebben besloten om met één geautomatiseerd systeem voor accreditatie te gaan werken. Eén applicatie die zowel toegankelijk is voor de verenigingen als voor specialisten en aanbieders van nascholing. De KNMG ontwikkelt de applicatie samen met softwareleverancier Xaurum onder de naam GAIA (Gemeenschappelijke Accreditatie Internet Applicatie). Graag laten wij enkele dilemma's die zich op dit moment in het GAIA-project voordoen, de revue passeren.

De gewenste situatie als verwoord door het Accreditatie Overleg (AO) is de volgende: 'Een arts registreert zich bij een bijeenkomst van bij- of nascholing via zijn of haar UZI-pas, de punten worden direct bijgeschreven in het dossier en zijn bruikbaar voor herregistratie.'

Maar de praktijk is weerbarstiger...

Voorlopig hebben slechts enkele artsen een UZI-pas. Ook hebben veel aanbieders van nascholing geen online aansluiting of UZI-paslezer. Zij hebben net als de Wetenschappelijke Verenigingen van specialisten vragen bij hun eventuele rol in het bijschrijven van punten in het dossier van de arts. Veel nascholing leent zich (nog) niet voor zo'n vorm van registratie, zoals dat voorlopig ook nog geldt voor veel buitenlandse nascholing, individuele scholing, e-learning, het schrijven van artikelen et cetera.

Het goede nieuws is dat dit vraagstuk wel nieuw is voor artsen, maar gelukkig niet voor andere sectoren (advocatuur, accountants), zodat we van hun ervaringen kunnen leren in dit project. Leverancier Xaurum heeft haar applicatie zo ingericht dat het technisch mogelijk is de punten bij te laten schrijven door de arts en/of de aanbieder van nascholing en/of de wetenschappelijke vereniging (met of zonder UZI-pas).

Zolang de UZI-pas geen gemeengoed is, lijkt de simpelste variant dat de arts wijzigingen in het persoonlijk dossier zelf doorvoert, maar dit heeft als nadeel dat er geen 'third party' als 'getuige' aanwezig is, zodat het voor de Registratiecommissies onzeker is of de nascholing daadwerkelijk gevolgd is.

Om hieraan tegemoet te komen kunnen de Registratiecommissies pragmatisch, net zoals de Belastingdienst, kiezen voor controle via steekproeven. Dan moet de arts alleen de (papieren of digitale) certificaten beschikbaar houden voor nascholingen, waarbij de aanbieder niet als 'third party' optreedt. Dat geldt ook voor de (vele) buitenlandse en individuele opleidingen, tenzij de Wetenschappelijke Vereniging bereid is hiervoor als 'third party' op te treden.

Met Wetenschappelijke Verenigingen, Registratiecommissies en aanbieders van nascholing maken we de komende maanden afspraken over de wijze van bijschrijving van punten in het dossier, en over de simpelste en snelste route naar een volledig gedigitaliseerd accreditatie- en herregistratieproces. We zijn op de goede weg!

Via uw vereniging en onder andere via de website www.knmg.nl/accreditatie kunt u op de hoogte blijven van de vorderingen.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Chris Flim, Projectmanager GAIA, c.flim@fed.knmg.nl, tel 06 14 133 823.