2005/2006
Feiten en Cijfers
van de Nederlandse Agrosector.2
Colofon
Uitgave Ministerie van Landbouw,Natuur en
Voedselkwaliteit
Bezuidenhoutseweg 73
Postbus 20401
2500 EK Den Haag
Redactie Ministerie van Landbouw,Natuur en
Voedselkwaliteit
Directie Industrie en Handel
Tekst Landbouw-Economisch Instituut (LEI)
Vormgeving Trossen Los º grafische communicatie
Fotografie Benelux Press
Productie IFA Bedrijfsuitgeverij
Meer Informatie?
Infotiek,tel,(070)378 4062
Internet:www.minlnv.nl/international
November 2005.3
Inleiding
Wie aan Nederland denkt,denkt vaak
ook aan bloembollen,kaas en eieren.En
inderdaad,de agrosector is één van de
belangrijkste pijlers van de Nederlandse
economie.Bloemen,vlees en vleespro-
ducten,groenten en fruit,bier,kaas en
andere zuivelproducten,chocolade,zet-
meelderivaten en zaden zijn producten
die in grote hoeveelheden in Nederland
worden geproduceerd en (internatio-
naal)worden verhandeld.Voor het over-
heidsbeleid voor deze belangrijke sector
is het ministerie van Landbouw,Natuur
en Voedselkwaliteit (LNV)primair ver-
antwoordelijk.Het ministerie heeft te
maken met ingrijpende maatschappelij-
ke veranderingen,zoals de toegenomen
aandacht voor voedsel en voedselveilig-
heid,dierenwelzijn,het gebruik van de
groene ruimte en de gewijzigde opvat-
tingen over de rol en betekenis van de
landbouw in de samenleving.Binnen het
ministerie is de directie Industrie en
Handel de gesprekspartner van de agri-
business,de agrarische handels-en dien-
stensectoren,de toeleveringssector en
de non-food agro-industrie.Met het oog
op de gewenste bijdrage van de agrosec-
tor aan de Nederlandse economie en
werkgelegenheid richt de directie zich
op het bevorderen van een duurzame
en internationaal concurrerende agri-
business.
In deze brochure wordt inzicht gegeven
in de feitelijke ontwikkelingen van de
Nederlandse agrosector.Ook komen de
andere lidstaten van de Europese Unie
aan de orde.De gegevens zijn verzameld
door het LEI,onderdeel van Wageningen
Universiteit en Research Centre.
Hoofdstuk 1 geeft een beeld van
Nederland en zijn bevolking,alsmede
de bestuurlijke kant van het geheel.Het
hoofdstuk sluit af met een korte
beschouwing over de economie.
Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de
handelsstromen van en naar Nederland,
van de producten die worden geëxpor-
teerd en geïmporteerd en van de belang-
rijkste handelspartners.Hoofdstuk 3
schetst een beeld van de ontwikkelingen
in het agrocomplex.De primaire land-
bouw in Nederland en de Europese Unie,
de visserij,de voedings-en genotmidde-
lenindustrie,de detailhandel,de groot-
handel en agrologistiek komen hier aan
bod.Hoofdstuk 4 behandelt in kort
bestek het overheidsbeleid voor de agro-
sector.
Drs R.P.J.Bol
Directeur Industrie en Handel..5
1
2
3
4
Nederland 6
Land en bevolking 7
Politiek en bestuur 8
Economie 9
Betekenis van de agrosector 10
Agrarische handel 12
Ontwikkeling 13
Samenstelling 14
Handelspartners 16
Ontwikkelingen in de agrosector 20
Ontwikkelingen land-en tuinbouw 21
Visserij 32
Voedings-en genotmiddelenindustrie 34
Groothandel en agrologistiek 37
Detailhandel en grootverbruik (foodservice)38
Onderwijs,voorlichting en onderzoek 40
Overheidsbeleid 42
Overheidsbeleid 43
Meer interessante feiten over Nederland 44
Bijlage:websites 46
Inhoud.Land en bevolking
Politiek en bestuur
Economie
Betekenis van de agrosector
1 Nederland.7 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Land en bevolking
Nederland behoort met een oppervlakte van circa 41.500 km 2 tot de kleinere landen
van de Europese Unie.Meer dan de helft van de oppervlakte heeft een landbouwbe-
stemming.Circa 8%van de oppervlakte is bebost.Op 1 januari 2005 had Nederland
16,3 miljoen inwoners.De gemiddelde leeftijd is 39 jaar en een kwart van de totale
bevolking is jonger dan 20 jaar.De bevolkingsdichtheid,ofwel het aantal inwoners
per km 2 land,bedroeg per die datum 482.Daarmee behoort Nederland tot de
dichtstbevolkte landen ter wereld.Nederland telt 7,1 miljoen huishoudens,waarvan
2,4 miljoen eenpersoonshuishoudens.Van de totale bevolking woont circa 18%in
zeer sterk stedelijke gebieden en meer dan een kwart in sterk stedelijke gebieden.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam met 739.000 inwoners.Rotterdam en
Den Haag zijn de op één en twee na grootste steden met respectievelijk 596.000 en
468.000 inwoners.Nederland heeft een multiculturele samenleving.Van de totale
bevolking is 3,1 miljoen allochtoon,waarvan 1,7 miljoen niet-westers.Turken,
Surinamers en Marokkanen vormen de grootste groep niet-westerse allochtonen.
In Nederland is veel druk op de beschikbare ruimte in het landelijk gebied.Een
evenwichtige afweging tussen de verschillende functies van het landelijk gebied -
zoals landbouw,natuur,bos,bedrijventerreinen,kantoren,wonen,vervoer -is dan
ook een politieke opgave..8 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Politiek en bestuur
Nederland is een constitutionele monarchie.Het staatshoofd is H.M.Koningin
Beatrix.Als regeringsvorm heeft Nederland een parlementaire democratie.Het par-
lement bestaat uit twee kamers:de 150 leden van de Tweede Kamer worden geko-
zen bij algemeen kiesrecht,de 75 leden van de Eerste Kamer worden indirect geko-
zen door de leden van Provinciale Staten,de 'parlementen'van de twaalf
Nederlandse provincies.Deze twaalf provincies omvatten bijna 500 gemeenten.
Amsterdam is de hoofdstad,maar de regering zetelt in Den Haag.
Bij de laatste verkiezingen van 22 januari 2003 hebben negen partijen zetels in de
Tweede Kamer bemachtigd.Het CDA werd de grootste partij,gevolgd door PvdA,
VVD en SP.De minister-president is Jan-Peter Balkenende en de bewindspersoon van
Landbouw,Natuur en Voedselkwaliteit is Cees Veerman.
Vooral ten aanzien van de agrosector worden behalve door de rijksoverheid,de pro-
vincies en de gemeenten ook semi-overheidsfuncties vervuld door de zogenaamde
publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties (PBO).Productschappen zoals het
Hoofdproductschap Akkerbouw,het Productschap Tuinbouw,het Productschap
Zuivel en de Productschappen Vee,Vlees en Eieren bestrijken zowel de primaire
productie als de toelevering,handel en verwerking van de betreffende product-
groep.De besturen van deze organisaties bestaan uit leden die zijn voorgedragen
door representatieve werkgevers-en werknemersorganisaties.
Nederland is altijd een groot voorstander geweest van internationale samenwer-
king.Zo behoorde het land in de jaren vijftig tot de zes oprichters van de Europese
Gemeenschappen,de voorlopers van de huidige Europese Unie.De Unie telt nu vijf-
entwintig lidstaten,met de recente uitbreiding met Midden-en Oost-Europese lan-
den.Nederland is vanzelfsprekend lid van de Verenigde Naties en verder onder
meer van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
(OESO),de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO),het Internationale
Monetaire Fonds (IMF)en de Wereld Handelsorganisatie (WTO)..9 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Bron:Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Enkele sociaal-economische kenmerken van Nederland
Oppervlakte 41.528 km 2
Inwoners per 1 januari 2004 16,3 miljoen
Levensverwachting bij geboorte mannen:76,7
(2005)vrouwen:81,2
Bruto Binnenlands Product (2003)454 miljard euro
Inkomen per hoofd (2002)27.466 euro
Inflatie (2004)1,4%
Werkloosheid (2004)6,4 %
Economie
Nederland kent een gemengde markteconomie.Zowel de private als de publieke
sector vervullen hierin een belangrijke rol.De economie is sterk op het buitenland
gericht.Nederland behoort tot de welvarendste landen van de wereld.Het is een
handelsland bij uitstek en ook de financiële en zakelijke dienstverlening staan op
een hoog peil.Het behoort met de Verenigde Staten en Frankrijk tot de drie belang-
rijkste exporteurs van agrarische producten.Nederland heeft een goede infrastruc-
tuur.
De haven van Rotterdam behoort wat goederenoverslag betreft tot de grootste ter
wereld.Daarmee is Nederland ook een belangrijk transitoland voor allerhande goe-
deren.
Er is nauwelijks sprake van sociale onrust en de arbeidsproductiviteit is hoog.
Mede hierdoor hebben veel internationale bedrijven zich in Nederland gevestigd.
Het Bruto Binnenlands Product heeft zich tussen 1995 en 2003 goed ontwikkeld en
bedroeg in 2003 454 miljard euro.Het volume-indexcijfer van het bruto binnenlands
product bedroeg in 2003 121,5 (1995=100),tegenover 116,5 voor de EU-totaal..10
19,5%
10,4%
31%
46%
4%
Agrocomplex in totale economie in 2003
Samenstelling agrocomplex in 2003 (in %)
Primaire landbouw
Voeding-en genotmiddelenindustrie
Handel/logistiek
Overig
Agrocomplex aandeel in totale economie
Totaal economie
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Betekenis van de agrosector
De bruto toegevoegde waarde van het totale Nederlandse agrocomplex nam toe
van 32,3 miljard euro in 1995 tot 41,6 miljard euro in 2003.Het aandeel van dit agro-
complex in de nationale toegevoegde waarde nam echter af van 12%in 1995 tot
10,4%in 2003.De betekenis voor de nationale werkgelegenheid daalde in de over-
eenkomstige periode van 11,6%naar 10,1%.De verwerkende industrie had in 2003
met 12,8 miljard euro het grootste aandeel (31%)in de toegevoegde waarde van het
agrocomplex.Hiervan had 7,9 miljard euro betrekking op voedingsmiddelenbedrij-
ven die producten produceren op basis van buitenlandse grondstoffen en 4,9 mil-
jard euro op bedrijven waar binnenlandse grondstoffen dienen als basis voor het
productieproces.
Bron:LEI.11 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
(a)Gebaseerd op binnen-en buitenlandse agrarische grondstoffen;inclusief hovenierssector,agrarische
dienstverlening,bosbouw,cacao,drank en tabak.
Bron:Agrarische input-outputtabel,bewerking LEI
Kerncijfers van het Nederlandse agrocomplex,1995 en 2003
Agrocomplex (a)
Aandeel in nationale totaal
Hoveniers,agrarische dienst-
verlening en bosbouw
Aandeel in nationale totaal
Agrocomplex,gebaseerd op
basis van buitenlandse
agrarische grondstoffen:
Aandeel in nationale totaal
Verwerking
Toelevering
Distributie
Agrocomplex,gebaseerd op
basis van binnenlandse
agrarische grondstoffen
Aandeel in nationale totaal
Primaire productie
Verwerking
Toelevering
Distributie
Toegevoegde waarde
(mrd.euro)
1995 2002
32,3 41,6
12,0%10,4%
1,0 1,7
0,4%0,4%
11,1 16,3
4,1%4,1%
5,7 7,9
2,3 3,1
3,1 5,3
20,2 23,6
7,5%5,9%
8,4 8,1
3,0 4,9
6,5 7,6
2,3 3,1
Werkgelegenheid
(1.000 arbeidsjaren)
1995 2002
659 650
11,6%10,1%
39 43
0,7%0,7%
190 211
3,3%3,2
75 70
50 44
65 97
430 397
7,6%6,2%
189 168
54 51
135 122
53 56.2 Agrarische handel
Ontwikkeling
Samenstelling
Handelspartners.13
2000 2003
Verenigde Staten van Amerika 60.0 63.5
Nederland 32.3 45.4
Frankrijk 35.1 43.6
Duitsland 25.3 35.4
Canada 27.4 28.3
Spanje 16.1 24.8
België/Luxemburg 18.3 23.8
Brazilië 13.7 22.0
Italië 15.9 21.3
China 15.2 21.1
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Ontwikkeling
Net als de Nederlandse economie als geheel heeft de agrosector een sterke interna-
tionale gerichtheid.Nederland behoort tot de drie belangrijkste exporteurs van
agrarische producten in de wereld.De Nederlandse export van agrarische produc-
ten had in 2004 een omvang van 49 miljard euro.Dat is 19%van de totale export in
dat jaar.Het merendeel van de export is gericht op de Europese Unie.Daarnaast
werd er in 2004 ook nog voor 28 miljard euro aan agrarische producten geïmpor-
teerd,met name uit de EU-lidstaten.Nederland neemt een vrij groot deel van de
agrarische handel van de Europese Unie voor zijn rekening.Het aandeel in de EU-
15-invoer bedroeg in 2003 zo'n 10%en het aandeel in de agrarische EU-15-uitvoer
18%.De verwachting is dat Nederland een sterke positie behoudt waar het gaat om
de internationale regiefunctie van import en exportstromen.Anders dan Nederland
is de EU netto-importeur van agrarische producten.
Export agrarische producten (x mrd US$)
Bron:PCTAS (ITC/WTO data).14 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Totale agrarische producten
Levende dieren
Vlees en vleesbereidingen
waaronder:rundvlees
varkensvlees
pluimveevlees
Melkproducten en eieren
waaronder:melk en room
kaas en wrongel
eieren
Vis,schaal-en weekdieren,en
bereidingen
Granen en graanbereidingen
Groenten en fruit
Suiker,suikerwerken en honing
Koffie,thee,cacao,kruiden,en
bewerkingen
Diervoeders
Diverse eetbare producten en
bereidingen
Dranken
Tabak en tabakswaren
Oliezaden en oliehoudende
vruchten
Kurk en hout
Ruwe dierlijke en plantaardige
grondstoffen,n.e.g.
Dierlijke oliën en vetten
Vaste plantaardige vetten en oliën
Dierlijke en plantaardige vetten en
oliën,bewerkt
EU 15 landen
(mrd Euro)
225
4,4
23,3
5,4
7,1
3,6
22,5
9,7
9,6
1,1
11,5
19,9
36,0
5,7
11,4
7,6
12,3
29,1
9,0
1,6
8,9
11,5
0,7
5,9
1,6
NL-aandeel (%)
20,0
15,2
18,6
24,1
14,0
25,5
18,9
14,9
19,0
35,3
14,0
5,4
20,4
11,8
19,3
25,1
17,4
7,6
35,3
27,9
2,5
52,9
11,1
17,8
25,2
EU Agrarische handel Export Periode 2003
Bron:Eurostat en LEI.15 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Totale agrarische producten
Levende dieren
Vlees en vleesbereidingen
waaronder:rundvlees
varkensvlees
pluimveevlees
Melkproducten en eieren
waaronder:melk en room
wrongel
eieren
Vis,schaal-en weekdieren,en
bereidingen
Granen en graanbereidingen
Groenten en fruit
Suiker,suikerwerken en honing
Koffie,thee,cacao,kruiden,en
bewerkingen
Diervoeders
Diverse eetbare producten en
bereidingen
Dranken
Tabak en tabakswaren
Oliezaden en oliehoudende
vruchten
Kurk en hout
Ruwe dierlijke en plantaardige
grondstoffen,n.e.g.
Dierlijke oliën en vetten
Vaste plantaardige vetten en oliën
Dierlijke en plantaardige vetten en
oliën,bewerkt
EU 15 landen
(mrd Euro)
234,6
3,9
21,9
5,4
5,1
3,5
19,0
7,9
7,8
0,7
20,3
16,0
43,8
6,4
14,6
10,9
9,3
18,2
9,3
6,4
13,1
10,8
0,6
6,7
1,6
NL-aandeel (%)
10,0
7,7
8,7
11,3
5,6
11,2
11,3
16,5
5,3
16,8
5,2
10,7
10,0
6,4
14,3
12,0
8,7
7,6
9,0
23,2
6,7
12,5
12,5
17,1
15,0
EU Agrarische handel Export Periode 2003
Bron:Eurostat en LEI.16
Samenstelling
De agrarische handel van Nederland kent een veelzijdige samenstelling.De pro-
ductgroep sierteeltproducten en planten vormt het grootste onderdeel van de agra-
rische export.In 2004 had de export van deze producten een omvang van 7,2 miljard
euro.Dat is bijna 15%van de totale export van agrarische producten in dat jaar.
Andere belangrijke exportproducten waren in 2004 vlees (5,3 miljard euro),zuivel
(4,3 miljard euro),tabaksproducten (3,3 miljard euro)en groenten (3,2 miljard euro).
Belangrijke importproducten zijn zuivel,vlees,en fruit,noten en specerijen.Deze
drie productgroepen hadden een gezamenlijk aandeel van ruim 25%in de import
van agrarische producten in 2004.De ingevoerde producten zijn zowel bestemd
voor de industrie als voor directe consumptie.
Handelspartners
De export van Nederland is voor meer dan 80%gericht op de EU.Duitsland is van
oudsher de belangrijkste handelspartner van Nederland.In 2004 werd voor bijna
13 miljard euro aan agrarische producten naar dat land verscheept.Dat is meer dan
een kwart van de totale export van agrarische producten in dat jaar.Het betrof voor-
al sierteeltproducten en planten,zuivel,groenten en vlees.Het Verenigd Koninkrijk
was in 2004 de op één na grootste afnemer van agrarische producten uit Nederland,
gevolgd door België en Frankrijk.
Nederland importeert vooral agrarische producten uit Duitsland,België en
Frankrijk.Uit Duitsland komen vooral zuivel,vlees,en granen,zaden,peulvruchten
en aardappelen.België is een belangrijke leverancier van vlees en Frankrijk van gra-
nen,zaden,peulvruchten en aardappelen.
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006.17
Totaal
26 986
28 063
46 499
49 124
2409
2587
5230
5188
4210
4576
4984
5356
1209
1220
1566
1793
123
102
324
322
3
5
48
59
126
174
137
189
44
69
42
42
28
27
45
51 32
61
50
65
606
638
3348
3404
112
110
728
750
151
156
598
630
5673
6181
12 045
12 807
17 380
18 754
37 957
39 993
36
50
136
203
19
21
53
65
1748
1901
55
47
1063
957
2065
1830
2
1
35
68
9607
9309
8542
9132
1
5
30
37
153
287
392
537
72
72
751
736
6618
6271
4591
5539
490
497
815
882
1191
1172
5522
5703
395
459
532
519
235
235
966
990
131
125
331
336
67
78
554
532
39
30
526
448
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Duitsland
Frankrijk
België/Luxemburg
Spanje
Portugal Slovenië
Hongarije
Estland
Letland
Litouwen
Italië Griekenland
Oostenrijk
Europese Unie
Tsjechië Slowakije
Brazilië Verenigde Staten
Cyprus
Derde landen
Malta
Polen
Rusland Overige derde landen
Denemarken
Verenigd Koninkrijk
Ierland
Sweden
Finland
Invoer naar 2003
herkomst 2004
Uitvoer naar 2003
bestemming 2004
Nederlandse agrarische handel
(mln.Euro)
Bron:CBS,LEI-bewerking
Zwitserland Japan.18
2979
2724
797
784
349
331
556
639
1926
2268
599
621
376
394
1744
1930
2318
2295
4485
4960
466
508
3131
3214
1538
1711
1417
1450
929
934
1811
1710
3087
3180
345
411
1690
1776
37957
39993
5700
6255
173
216
1256
1505
736
794
1709
2268
1179
1272
368
444
87
102
417
414
1025
1004
916
899
1835
1994
802
962
417
511
210
149
2041
2230
801
849
651
700
1342
1485
737
763
563
732
869
904
969
1003
17380
18754
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
2003
2004
2003
2004
Export Import
Bron:CBS en LEI
Nederlandse handel met EU landen (in miljoenen euro)
Granen,zaden
aardappelen
Oliehoudende zaden
Veevoeders excl granen
Graanbereidingen zetmeel
Suiker
Tuinbouwzaden
Sierteeltproducten en planten
Groenten
Fruit,noten,specerijen
Bereidingen aardappelen,
groenten,fruit
Vee
Vlees
Eieren
Zuivel
Vis
Margarine,vetten,oliën
Dranken
Koffie,thee,cacao
Tabak
Hout,kurk
Diversen
Totaal van /naar EU.19
2003
2004
22
13
196
198
259
320
651
794
157
180
495
439
194
205
239
323
87
122
316
354
46
69
1024
1075
360
382
293
325
1437
1316
686
799
147
164
31
28
691
837
8542
9132
187
223
1024
966
754
873
82
104
32
26
97
93
124
145
1394
1264
595
559
21
9
419
421
3
3
242
191
418
380
802
831
192
198
1390
1120
344
329
403
436
334
364
9607
9309
674
666
111
138
1176
1159
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Export
2003
2004
Import
Bron:CBS en LEI
Nederlandse handel met derde landen (in miljoenen euro)
Granen,zaden
aardappelen
Oliehoudende zaden
Veevoeders excl granen
Graanbereidingen zetmeel
Suiker
Tuinbouwzaden
Sierteeltproducten en planten
Groenten
Fruit,noten,specerijen
Bereidingen aardappelen,
groenten,fruit
Vee
Vlees
Eieren
Zuivel
Vis
Margarine,vetten,oliën
Dranken
Koffie,thee,cacao
Tabak
Hout,kurk
Diversen
Totaal van /naar
derden landen.3 Ontwikkelingen in
de agrosector
Ontwikkelingen land-en tuinbouw
Visserij
Voedings-en genotmiddelenindustrie
Groothandel en agrologistiek
Detailhandel en grootverbruik
(foodservice)
Onderwijs,voorlichting en onderzoek.21 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Ontwikkeling land-en tuinbouwbedrijven
Europese Unie
Sinds 1 mei 2004 bestaat de EU uit 25 landen.Toen zijn tien nieuwe landen tot de EU
toegetreden.De nieuwe EU-landen hebben een andere opbouw van de economie
dan de oude EU-landen.Zo is het aandeel van de landbouw en visserij in de econo-
mie van de nieuwe landen gemiddeld tweemaal zo groot.Het belang van de primai-
re landbouw is echter ook in de economie van de toetreders gering met een aandeel
van 4%in het totale Bruto Binnenlands Product.In de oude EU-landen is de financië-
le en zakelijke dienstverlening de grootste bedrijfstak.Deze sector is bij de toetre-
ders juist minder ontwikkeld.Bij de nieuwe lidstaten zijn de handel,horeca en trans-
port gezamenlijk de grootste bedrijfstak.Dat komt vooral door Polen waar dit veruit
de grootste sector is met een aandeel van 29%.De verschillen in de structuur van de
economie tussen de nieuwe en oude EU-landen zijn in de afgelopen tien jaar wel
een stuk kleiner geworden.Het belang van de landbouw en industrie is sterk afge-
nomen bij de toetreders,terwijl het aandeel van de diensten is toegenomen..22 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Bron:Eurostat
Cyprus
136
België
1392
Griekenland
3897
Duitsland
17008
Spanje
25297
Frankrijk
29433
Portugal
3745
Tsjechië
3674
Luxemburg
128
Denemarken
2641
Nederland
1924
Ierland
4370
Ver.Koninkrijk
16352
Italië
15097
Malta
11
Hongarije
5865
Slovenië
509
Oostenrijk
3374
Litouwen
2531
Letland
1582
Estland
698
Finland
2246
Zweden
3129
Slowakije
2236
Polen
16136
EU totaal
163411
Oppervlakte EU-25 landen
Oppervlakte cultuurgrond 2003 (x 1000 ha).23 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Agrarische productie waarde en agrarisch inkomen per land 2004
(miljoen euro)
EU totaal
Agr.Prod waarde 308 128 miljoen euro
plant productie 176 278 miljoen euro
Dierlijke productie 131 847 miljoen euro
Deel van landbouw in BBP (1)1,6 %
Agrarisch inkomen (2)131 979 miljoen euro
(1)BBP =bruto binnenlands product (2)netto toegevoegde waarde tegen input kosten
Bron:Eurostat
60 996
37 189
23 806
2,0
22 592
Frankrijk
6 552
2 887
3 665
1,0
1 959
België
Luxemburg
41 570
26 590
12 980
3,6
27 010
Spanje 6 311
4 042
2 269
2,5
2 927
Portugal
43 499
29 282
14 217
2,2
22 582
588 Italië
11 695
8 769
2 925
5,4
8 193
Griekenland
5 226
2 629
2 598
1,2
2 418
Oostenrijk 3 552
2 085
1 467
1,1
1 290
Tsjechië
544
283
260
2,1
235
Letland
126
48
78
1,6
70
Malta
959
447
511
1,6
278
Slovenië
41 690
22 044
19 645
0,7
10 752
8 086
3 246
4 840
1,6
2 217
Denemarken
5 816
1 394
4 422
1,9
2
Ierland
4 490
2 126
2 364
0,6
1 378
Zweden
12 774
6 440
6 334
2,3
4 884
Polen
3 732
1 608
2 124
1,0
1 825
Finland
22 911
9 482
13 429
0,7
9 720
617
321
292
3,7
345
Cyprus
260
95
165
0,5
104 N
Verenigd
Koninkrijk
17 584
9 912
7 672
2,0
5 6221
Nederland
425
173
252
2,2
209
Estland
1 324
806
518
2,6
422
Litouwen
5 642
3 363
2 279
2,7
1 887
Hongarije
1 748
1 017
731
1,2
473
Slowakije
Duitsland.24
1,2 %
0,9 %
1,6 %
10,4 %
2,4 %
15,5 %
17,9 %
1,4 %
0,3 %
9,9 %
0,0 %
3,6 %
1,5 %
1,0 %
0,1 %
0,4 %
2,2 %
10,0 %
1,9 %
1,4 %
2,3 %
2,1 %
0,1 %
9,2 %
2,7 %
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Nederland
België
Denemarken
Duitsland
Griekenland
Spanje
Frankrijk
Slowakije
Slovenië
Polen
Malta
Hongarije
Litouwen
Letland
Cyprus
Estland
Tsjechië
Verenigd
Koninkrijk
Zweden
Finland
Portugal
Oostenrijk
Luxemburg
Italië
Ierland
Nederland
De boeren en tuinders vormen een belangrijk onderdeel van het totale agrocom-
plex.Het aandeel van de primaire productie in de toegevoegde waarde van het
totale agro-complex bedraagt circa 20%.Kijken we alleen naar het agrocomplex op
basis van binnenlandse grondstoffen,dan is het aandeel van de land-en tuinbouw
35%.Het aantal land-en tuinbouwbedrijven is de afgelopen 50 jaar voortdurend
afgenomen.In 1950 telde Nederland nog circa 315.000 land-en tuinbouwbedrijven.
Deze afname is de laatste jaren versneld.Halverwege de jaren negentig stopten jaar-
lijks gemiddeld zo'n 2,5%van alle agrariërs met hun bedrijf.Tussen 2000 en 2004
daalde het aantal bedrijven met ruim 12%.De redenen hiervoor zijn ongunstige
bedrijfsresultaten enerzijds en de sterk gestegen prijs voor grond en gebouwen
anderzijds.
De sterkste daling in het aantal bedrijven lag in de meest recente jaren bij varkens
en pluimveehouders,melkveebedrijven en gecombineerde bedrijven.De teruggang
in het aantal bedrijven vertaalt zich niet naar een vermindering van de productie,
omdat de productie van de 'wijkers'bijna altijd wordt overgenomen door de 'blij-
vers'.
Aandeel (%)cultuurgrond van de afzonderlijke lidstaten in de
cultuurgrond van de EU totaal (2003)
Bron:Eurostat.25
Akkerbouwbedrijven
Tuinbouwbedrijven
w.o.glastuinbouw en
champignonsu
Blijvende teeltbedrijven
Graasdierbedrijven
w.o.melkveehouderij
Hokdierbedrijven
Gewassencombinaties
Veeteeltcombinaties
Gewassen-/veeteeltcombinaties
Totaal
14 663
12 627 14
15 889
10 745 32
10 042
6745 33
5750
4572 20
54 613
42 266 23
33 023
22 278 33
10 414
5900 43
2484
1700
4561 57
1960
4828 15
4115
113 202
83 885 26
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Bron:LEI
Aantal land-en tuinbouwbedrijven in Nederland 1995 en 2004
Tak 1995
2004 %afname
Nederland telde in 2004 circa 83.885 agrarische bedrijven De grootste groep vormen
de ruim 22.000 bedrijven met melkvee.Daarnaast zijn er nog circa 20.000 bedrijven
met andere graasdieren,zoals vleeskoeien,schapen en geiten.Het aantal akker-
bouwbedrijven,die voornamelijk granen,aardappelen en suikerbieten produceren,
bedraagt bijna 13.000.De intensieve veehouderij,dus bedrijven met (enkel)varkens
of pluimvee,telt circa 5.900 bedrijven.In de opengronds-en glastuinbouw zijn
ruim15.000 bedrijven actief.Tot slot zijn er nog circa 7.800 bedrijven die verschillen-
de productietakken combineren..26
Bron:LEI
Aantal biologische land-en tuinbouwbedrijven in Nederland,
1995 en 2004
Tak 1995
2004 %toename
Akkerbouwbedrijven
Tuinbouwbedrijven
Blijvende teeltbedrijven
Graasdierbedrijven
Hokdierbedrijven
Combinaties van bedrijven
Totaal
106
191 80
122
145 19
40
82 105
158 280
600
12
61 408
83
208 151
521 147
1287
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
In tegenstelling tot de jaarlijkse daling van het totaal aantal agrarische bedrijven
neemt het aantal bedrijven dat de biologische productiemethode hanteert juist toe.
Het aandeel van de biologische agrarische bedrijven in het totaal aantal bedrijven is
met 1,5%vooralsnog beperkt..27
Oppervlakte akkerbouwgewassen
Totaal 2000
2004
waarvan
Granen
Peulvruchten
Handelsgewassen
Graszaad
Consumptieaardappelen
Pootaardappelen
Zetmeelaardappelen
Suikerbieten
Groenvoedergewassen
Groenbemestingsgewassen
Uien
Korrelmaïs
806,2
820,9
198,9
195,8
8,8
10,3
6,0
6,5
22,0
25,3
87,4
72,6
41,8
39,3
51,0
51,5
111,0
97,7
211,9
230,5
2,6
20,4
20,0
26,2
20,3
22,4
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Bron:CBS.28
1990 2004
Grasland 1096,5 983,7
Akkerbouwgewassen 799,4 820,9
Tuinbouw 103,8 112,7
-open grond 94,0 102,2
-glastuinbouw 9,8 10,5
set-aside (1)5,9 7,5
Totaal 2005 1924
1 130
1 143
9 705
11 020
1 843
1790
628
655
1 643
1354
675
554
1 850
2 753
5 069
4538
22 543
23 520
Oppervlakte bloembollen naar gewas (ha)
Totaal 2000
2004
waarvan
Hyacinten
Tulpen
Narcissen
Krokussen
Gladiolen
Lelies
Irissen
Overig bijgoed
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
(1)2003 incl.Snel groeiend timber
Bron:CBS
Gebruik van cultuurgrond (x 1000 ha)
Bron:CBS.29
119
85
86
41
90
96
774
679
253
227
276
273
212
233
932
848
764
729
3 923
3 664
497
543
680
767
581
573
1 758
1 885
246
249
5 927
5 692
221
191
196
159
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Bron:CBS
alstroemeria
anjer
anthurium
chrysant
fresia
gerbera
lelie
orchidee
roos
overige snijbloemen
opkweekmateriaal
totaal snijbloemen
perkplanten
potplanten
-v.d.bloei
-bladplanten
totaal planten
overige bloemkwekerijgewas.
Totaal
Oppervlakte bloemkwekerijgewassen onder glas naar gewas
2000
2004.30 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Gezinsinkomen uit bedrijf (gemiddeld per bedrijf)
Totaal land-en tuinbouw
Melkveebedrijven
Vleeskalverbedrijven
met contractproductie
Varkensbedrijven
Fokvarkensbedrijven
Vleesvarkensbedrijven
Gesloten varkensbedrijven
Leghennenbedrijven
Vleeskuikenbedrijven
Akkerbouwbedrijven
2001
2002
2003
2004 (1
40 000
31 000
37 000
28 000
51 000
43 000
35 000
34 000
12 000
42 000
41 000
45 000
6000
-15 000
-8000
65 000
11 000
-17 000
-13 000
66 000
-1000
-6000
-6000
46 000
9000
-26 000
-1000
86 000
34 000
24 000
136 000
-128 000
54 000
-6000
-7000
-40 000
47 000
14 000
42 000
2000
Bron:LEI Bedrijven-Informatienet.31
(1)Raming
Bron:LEI Bedrijven-Informatienet
Glastuinbouwbedrijven,
totaal
Glastuinbouw:groentebe-
drijven
Glastuinbouw:snijbloemen-
bedrijven
Glastuinbouw:pot-en
perkplantenbedrijven
Champignonbedrijven
Opengrondsgroenten-
bedrijven
Bloembollenbedrijven
Fruitbedrijven
Boomkwekerijbedrijven
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Gezinsinkomen uit bedrijf (gemiddeld per bedrijf)
69 000
65 000
77 000
44 000
67 000
58 000
126 000
16 000
62 000
58 000
39 000
43 000
87 000
92 000
80 000
75 000
83 000
41 000
36 000
11 000
78 000
34 000
26 000
-5000
147 000
43 000
31 000
30 000
46 000
17 000
44 000
25 000
58 000
54 000
70 000
60 000
2001
2002
2003
2004 (1).32
Kotters 374 1,656 252
Grote zeevisserij 17 613 143
Mosselcultuur 69 208 66
Overige kustvisserij 20 50 5
Totaal zee-en kustvisserij 480 2,527 446
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Aantal schepen Bemanning Opbrengst
(x mln.euro)
Kenmerken van de Nederlandse vissersvloot 2003
Visserij
De Nederlandse visserij staat de laatste jaren sterk in de belangstelling,ook bij non-
gouvernementele organisaties,die hen beschuldigen van overbevissing en versto-
ring van het ecosysteem.Het vaststellen van de jaarlijks te vangen hoeveelheden vis
is een taak voor de Europese Visserijraad.Deze bepaalt uiteindelijk welke hoeveel-
heden vis elke lidstaat van de EU mag vangen,na advies te hebben ingewonnen bij
de ICES,de Internationale Raad voor het Onderzoek der Zee.Terwijl de bijdrage van
de visserij aan het binnenlands product beperkt is,heeft Nederland de meest effi-
ciënte visserijvloot van Europa en wellicht van de wereld.Het merendeel van de
Europese vangstquota voor tong en schol mag door Nederlandse vissers worden
opgevist.
Bron:LEI.33 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Tong 13.256
Schol 23.827
Kabeljauw 2.681
Wijting 1.072
Schelvis 521
Haring 94.971
Makreel 29.093
Zeeduivel 547
Schar en bot 12.112
Roggen 503
Tarbot en griet 2.710
Tongschar 872
Langoestine 511
Horsmakreel 50.792
Blauwe wijting 52.852
Eind 2003 telde de Nederlandse vissersvloot nog 484 vissersschepen,met totaal
2.550 opvarenden.De schepen zijn in een aantal categorieën in te delen,afhankelijk
van de soort van visserij die beoefend wordt.Met 374 schepen en 1.660 beman-
ningsleden is de kottervisserij de belangrijkste tak.Het deel van de Nederlandse
vloot dat behoort tot de grote zeevisserij omvat 17 grote diepvriestrawlers tot ruim
140 meter lengte.Deze schepen worden door een rederij geëxploiteerd voor het vis-
sen op pelagische soorten als haring,makreel,horsmakreel en blauwe wijting in
zowel Europese als Afrikaanse wateren.De Europese Commissie onderhandelt ook
met Afrikaanse landen,waaronder Mauritanië,over de te vangen hoeveelheden vis
in hun wateren.Op de diepvriestrawlers vonden in 2003 circa 615 bemanningsleden
emplooi.
Naast de kottervisserij en de grote zeevisserij kent Nederland ook nog een mossel-
cultuur en een oestervisserij.De twee genoemde sectoren omvatten circa 90 sche-
pen waarop 280 mensen werk vinden.
Vangsten van de Nederlandse vissersvloot 2004 (x 1000 kg)
Bron:Ministerie van LNV.34 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Voedings-en genotsmiddelenindustrie
De verwerkende industrie maakt een belangrijk onderdeel uit van het agro-
complex.Bijna 31%van de toegevoegde waarde wordt gegenereerd door de
voedings-en genotmiddelenindustrie.Er zijn in totaal ongeveer 4.800 bedrijven
actief,die werkgelegenheid bieden aan circa 140.000 personen.Door fusies en
bedrijfsconcentraties neemt het aantal bedrijven langzaam maar gestaag af.De
meeste werkgelegenheid bieden de grote bedrijven.Nederland telt relatief veel
bedrijven met 100 en meer werknemers,namelijk 250.In deze bedrijven vinden
95.000 personen emplooi,dat is 68%van de totale werkgelegenheid.In 2003 werd
door deze grote bedrijven een omzet behaald van 42,3 miljard euro.De
Nederlandse voedings-en genotmiddelenindustrie is sterk exportgericht.Van de
totale omzet wordt ruim 17 miljard euro (41%)in het buitenland behaald.
De voedings-en genotmiddelenindustrie is de grootste sector binnen de totale
industrie,die in 2003 een omzet genereerde van circa 156 miljard euro.Eén op de
vijf werknemers in de industrie heeft een baan in de voedings-en genotmiddelenin-
dustrie.Deze bestaat uit een groot aantal bedrijfsgroepen en -subgroepen met
ieder zijn eigen specifieke kenmerken.De bedrijfsgroep slachterijen en vleesverwer-
kende biedt de meeste werkgelegenheid,gevolgd door de zuivelindustrie.De mar-
garine-en vettenindustrie genereert de meeste omzet,gevolgd door de zuivel-
industrie en de slachterijen en vleesverwerkende industrie.Het fusie-en
concentratieproces is in de zuivelindustrie het verst doorgevoerd.In 2003 waren er
in Nederland nog maar 15 zuivelondernemingen.Deze boden in dat jaar werkgele-
genheid aan ruim 11.000 personen,terwijl de omzet van deze bedrijven een
omvang had van ruim 5,5 miljard euro..35
Slachterijen en vleesverwerkende
industrie 60 18,5 4952
Slachterijen (excl.pluimvee-)20 5,5 2502
Pluimveeslachterijen 15 3,0 648
Vleesverwerking 25 10,0 1802
Visverwerkende industrie 10 1,8 339
Zuivelindustrie 15 11,2 5534
Groente-en fruitverwerkende
industrie 25 9,0 2631
Margarine-en vettenindustrie 10 2,3 5702
Meelindustrie 5 3,6 1532
Diervoederindustrie 20 4,9 2585
Brood-,banket-,biscuitfabrieken e.d.50 12,3 1567
Cacaoboonverwerkende industrie 10 5,4 3125
Drankenindustrie 15 8,5 3731
Tabaksindustrie 10 4,8 3384
Overige voedings-en genotmiddelen-
industrie 20 12,6 7242
Totaal voedings-en genotmiddelen-
industrie 250 94,9 42 324
Totale industrie 1455 473,3 155 516
Aandeel (%)van V&G-industrie 17,2 20,0 27,2
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Bedrijven
met >100
werknemers
Werkzame
personen
(x 1.000)
Netto omzet
(mln.euro)
Kengetallen van de voedings-en genotmiddelenindustrie in Nederland 2003
Bron:CBS.36
Wereldwijde
omzet
(mln.euro)
Aantal
werknemers
Producten
Lijst van de tien grootste voedsel-multinationals,2004
1.Unilever 40 366 234 000 Food en non-food
2.Heineken 10 005 61 732 Bier
3.Sovion 5918 13 655 Slachterijen en vleesverwerkers
3.Friesland Foods 4449 17 580 Zuivel
4.Nutreco 3858 12 541 Diervoeder,visvoer en pluimveevlees
5.Campina 3559 7099 Zuivel
6.CSM 3475 13 242 Suiker,bakkerijbenodigdheden biochemische
producten
7.Wessanen 2120 8950 Natuur en gezondheidsvoeding en andere
voedingsproducten
8.Numico 1702 14 000 Babyvoeding en klinisch voedsel
9.Provimi 1580 8000 Diervoeder
10.Cosun 1317 3993 Natuurlijke ingrediënten en voedingsmiddelen
De Nederlandse verwerkende industrie bestaat uit een scala van bedrijven die zich
bezighouden met de productie en afzet van voedings-en genotmiddelen.Veel
bedrijven zijn onderdeel van een multinational.Nederland telt diverse grote multi-
nationale ondernemingen,waarvan een aantal op diverse continenten actief is.
Daar nemen zij met hun producten veelal vooraanstaande marktposities in al dan
niet door samenwerking met partners over de grens of het verplaatsen van activitei-
ten naar het buitenland.Dit type activiteiten geldt voor zowel multinationals als
MKB-bedrijven.De grotere bedrijven zijn vooral leidend waar het investeringen in
het buitenland betreft.De Nederlandse Voedings-en Genotmiddelenindustrie inves-
teerde in 2003 voor bijna 27 miljard euro in het buitenland,waarvan ruim 22 miljard
euro buiten de EU (De Nederlandsche Bank,2005).
Bron:Jaarverslagen
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006.37
Kengetallen van de groothandel in agroproducten,2002
Groothandel en agrologistiek
Nederland heeft van oudsher door zijn ligging voor import van overzee en export
naar het Europese achterland,een coördinerende functie opgebouwd in de han-
delsstromen van landbouwproducten en voedingsmiddelen.Zo is Rotterdam bij-
voorbeeld de grootste importhaven voor groente,fruit en plantaardige olie in de EU
en is Amsterdam 's werelds belangrijkste overslagplaats voor cacao.Tegelijkertijd
hebben land-en tuinbouw en voedingsmiddelenindustrie (agrosector)in eigen land
zich sterk ontwikkeld.Door die combinatie heeft de Nederlandse groothandel in
agroproducten zich sterk kunnen ontplooien.
Totaal groothandel
agroproducten 11 460 127 600 72 205
Waarvan:
Granen,zaden en veevoeder 1.205 10.300 9 140
Bloemen en planten 2325 23 700 8 300
Dieren,huiden,leder en
ruwe tabak 1380 4500 4940
Aardappelen,groenten en fruit 1180 17 300 10 510
Voedings-en genotmiddelen
alg.assortiment 1135 24 800 12 200
Groothandel in overige
voedings-en genotmiddelen 4235 47 000 27 115
Werkzame
personen
Netto omzet
(mln.euro)
Totaal aantal
bedrijven
Bron:CBS
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006.38 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
In 2002 bood deze bedrijfstak aan zo'n 128.000 mensen werk.De omzet bedroeg in
dat jaar ruim 72 miljard euro,waarvan bijna 35%,ofwel 25 miljard euro werd
behaald in het buitenland.De groothandel kon zich mede ontplooien door een effi-
ciënte transportsector en een adequate fysieke infrastructuur met zeehavens,lucht-
havens,binnenwateren en wegen.Het overgrote deel van de agroproducten -van
bijvoorbeeld veevoederfabriek naar boerderij,van boerderij/tuinderij naar veiling,
handel of verwerker en daarvandaan naar afnemers in binnen-en buitenland -
wordt over de weg vervoerd;zo vervoert één op de drie vrachtauto's agroproducten.
De binnenvaart verzorgt een deel van de aanvoer van grondstoffen en halffabrikaten
naar fabrieken en in sommige gevallen ook de afvoer van eindproducten.Met de
forse toename van het wegverkeer zijn er diverse knelpunten in de bereikbaarheid
van productie-,distributie-en detailhandelslocaties.Bedrijfsleven en overheid enta-
meren al dan niet gezamenlijk initiatieven om knelpunten weg te nemen,bijv.door
bevordering van intermodaal vervoer en verdere clustering van productie-en distri-
butieactiviteiten.
Detailhandel en horeca (foodservice)
De Nederlandse consument geeft gemiddeld circa 14,5%van zijn inkomen uit aan
voedings-en genotmiddelen.Het merendeel van de voedings-en genotmiddelen
wordt verkocht via de 5.600 supermarkten die Nederland in 2002 telde.Het aandeel
van de supermarkten in de totale verkopen in het detailhandelskanaal bedroeg in
dat jaar bijna 82%.Hierbij ging het om een bedrag van bijna 24 miljard euro.De spe-
ciaalzaken,zoals de groenteboer,de slager en de poelier,verliezen steeds meer ter-
rein.In 2002 bedroeg hun gezamenlijke omzet ruim 5 miljard euro,verdeeld over
11.800 winkels.
Er zijn in Nederland meerdere detailhandelsorganisaties actief.Het merendeel heeft
een landelijke dekking.Daarnaast zijn er ketens die uitsluitend regionaal opereren.
De drie grootste detailhandelsorganisaties hebben een aandeel van circa 60%.
Evenals in vele andere landen neemt het consumeren van voedingsmiddelen en
dranken buitenshuis gestaag toe;de zogenoemde foodservicemarkt.In 2003 waren
er meer dan 37.000 outlets,zoals restaurants,cafetaria's,ijssalons,hotels,cafés en
kantines e.d.In deze outlets besteedden de consumenten in 2003 zo'n 12 miljard
euro aan voornamelijk voedsel en drank.Naar verwachting zal het buitenhuishou-
delijk verbruik verder toenemen..39
Biologisch
In 2004 kocht de Nederlandse consument voor 420 miljoen euro aan biologische
producten.Dat is ongeveer 1,5%van zijn totale bestedingen aan voedings-en
genotmiddelen.De supermarkten hebben het grootste aandeel (46%)in de verkoop
van biologische producten,gevolgd door de natuurvoedingswinkels (41%).Andere
belangrijke verkoopkanalen van biologische producten zijn markten,horeca,cate-
ring en boerderijen met verkoop aan huis.Van de 5.200 boerderijwinkels zijn er
ongeveer 300 die biologische producten verkopen.De meest verkochte biologische
producten waren in 2004 aardappelen,groenten en fruit (27%),zuivelproducten
(18%)en vlees (13%).
Winkels
(x 1000)
Werkzame
personen
(x 1000 fte)
omzet
(mrd.euro)
Winkels in voedings-en
genotmiddelen (totaal)17,4 148,5 29,1
Supermarkten 5,6 107,7 23,8
Zelfstandigen (speciaalzaken)11,8 40,8 5,2
-Aardappelen,groenten en fruit 1,7 5,5 0,6
-Vlees en vleeswaren 3,2 14,2 1,4
-Wild en gevogelte 0,3 0,8 0,1
-Vis 0,7 2,2 0,2
-Chocolade en suikerwerk 0,6 1,4 0,1
-Dranken 1,6 4,2 1,1
-Tabaksproducten 1,3 3,6 0,8
-Kaas 0,6 1,9 0,2
-Reformartikelen 0,4 1,7 0,2
-Overige 1,4 5,3 0,6
Kengetallen van de detailhandel in voedings-en genotmiddelen in
Nederland,2002
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Bron:CBS.40 Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
Onderwijs,voorlichting en onderzoek
De agrosector is van wezenlijke betekenis voor de Nederlandse economie en cultuur.
Kennis was en is daarbij steeds een van de middelen om de noodzakelijke vernieu-
wing binnen de sector te stimuleren.Om de Nederlandse agrosector ook in de
toekomst succesvol en concurrerend te laten opereren is een adequate kennis-
infrastructuur ontwikkeld,die continu wordt vernieuwd.De publieke kennisinfra-
structuur kent een duidelijk zwaartepunt in het Wageningen University and
Research Centre (WUR),waar het leeuwendeel van het fundamenteel en toegepast
onderzoek plaatsvindt.In Wageningen zitten naast het WUR ook de toegepaste
instituten TNO Voeding,RIVM,A&F,NIZO (Ede),RIKILT,Wageningen Centre for Food
Science (WCFS)en de Voedsel-en Warenauthoriteit.Verder hebben een aantal
agrofoodbedrijven hun onderzoeksactiviteiten rondom Wageningen geconcen-
treerd.Maar er vindt ook buiten Wageningen relevant onderzoek en onderwijs
plaats,bijvoorbeeld op de Universiteit Maastricht (het Nutrition and Toxicology
Research Institute Maastricht),de Rijksuniversiteit Groningen,de Universiteit Leiden,
de Erasmus Universiteit Rotterdam (consumentenwetenschappen)en op de
Technische Universiteiten van Eindhoven en Delft.
Voor de komende jaren wordt een ontwikkeling verwacht naar meer innovatieve
voedselproducten,zoals functional foods (voedingsmiddelen met toegevoegde,
gezondheidsbevorderende waarde).Nederland heeft een goede kennisinfrastruc-
tuur op gebied van functionele voeding en nutraceuticals.Een voorbeeld is het
WCFS,een toonaangevend internationaal georiënteerde Nederlands topinstituut op
gebied van voedingsmiddelen,waarin overheid,bedrijfsleven en verschillende
onderzoekinstituten participeren.WCFS maakt deel uit van nationale en internatio-
nale netwerken,zoals het Kluyver Centre for Genomics of Industrial Fermentation en
het Innovative Cluster Nutrigenomics...Overheidsbeleid
Meer interessante feiten over Nederland
4 Overheidsbeleid.43
In de toekomstvisie 'Kiezen voor landbouw ' benadrukt de Nederlandse overheid dat
zij vertrouwen heeft in de toekomst van de agrosector en dat ondernemerschap
hierin de bepalende factor is.De Nederlandse overheid heeft een agrosector voor
ogen die een belangrijke drager is van de economie en van de leefbaarheid van het
platteland.Duurzame ontwikkeling is richtsnoer bij het te voeren beleid,waarbij
voortdurend moet worden gezocht naar een goede balans tussen de drie dimensies
van het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen:people,planet en profit.
Het ministerie van LNV heeft op zijn beleidsterreinen te maken met ingrijpende
maatschappelijke veranderingen.Voorbeelden daarvan zijn de toegenomen aan-
dacht voor voedsel en voedselveiligheid,milieu-en welzijnsproblemen,het gebruik
van de groene ruimte en de gewijzigde opvattingen over de rol en betekenis van de
landbouw in de samenleving.Deze ontwikkelingen nopen in verschillende sectoren
en ketens (de intensieve veehouderij,de glastuinbouw en de melkveehouderij)tot
soms ingrijpende aanpassingen.De overheid stimuleert de benodigde veranderin-
gen,maar vraagt ondernemers en sectoren om zelf hun verantwoordelijkheid te
nemen.
Speerpunten voor het overheidsbeleid voor de agrosector
Vitale,duurzame land-en tuinbouw:een agrosector die voldoet aan
maatschappelijke randvoorwaarden en eisen,een gevarieerd en divers karakter
heeft,meerdere functies vervult,daardoor bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit
van ons land en internationaal concurrerend is;
Voedselkwaliteit:voedsel dat goed,gezond en veilig is,waarvan de kwaliteit
gegarandeerd is,dat tegemoetkomt aan de uiteenlopende eisen van de
consument en het resultaat is van goed functionerende ketens van bedrijven;
Kennis en innovatie:ontwikkeling van een kennisinfrastructuur die bijdraagt
aan het benutten van kansen,o.a.via innovaties.De overheid heeft daartoe
bijvoorbeeld een Innovatieplatform ingesteld en extra middelen voor kennis en
innovatie ter beschikking gesteld;
Oog voor de internationale context:op orde brengen van randvoorwaarden
voor internationale handel,versterken van kennis-en innovatievermogen,
terugdringen van informele transactiekosten en bevorderen van duurzame
ontwikkeling.Nederland ondersteunt de liberalisering van de wereldhandel en
de hervorming van het EU-landbouwbeleid;
Agrospecifiek ondernemersklimaat:de overheidsinzet voor minder regels,
oplossen van knelpunten en eenvoudiger beleid zal zijn uitwerking krijgen in
harmoniseren van normen en eisen,verbeteren van logistieke processen bij in-
en uitvoer,het één loket-principe en het oplossen van agrologistieke
knelpunten.
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006.44
Meer interessante feiten over Nederland
Minder dan 3,5%van de Nederlandse beroepsbevolking is werkzaam in de
landbouw
Een kwart van Nederland ligt onder de zeespiegel
Nederland beslaat 0,008%van het totale wereldoppervlak
Nederland is één van de stichters van de EU en één van de motoren achter het
formuleren van een Europees voedselveiligheidsbeleid
Nederland is de derde grootste exporteur van landbouw productenNederland is
het internationaal handelscentrum voor sierteelt
In 1887 werd in Nederland de 1e tuinbouwveiling ter wereld geopend
Nederland is de grootste leverancier van aardappelen en aardappelproducten op
de Europese markt
In 2003 bedroeg de gemiddelde hoeveel melk van een zwartbonte koe 8343 liter
met 4,33%vet en 3,43 %eiwit
In 2004 bestond de Nederlandse veestapel uit:
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006
11 153 000 varkens
85 816 000 kippen
1 238 000 kalkoenen
282 000 geiten
1 236 000 schapen
3 767 000 melkkoeien..46
Websites
Overheden
Centraal Bureau voor de Statistiek www.cbs.nl
De Nederlandsche Bank www.dnb.nl
Europese Unie www.europa.eu.int
Ministerie van Buitenlandse Zaken www.minbuza.nl
Ministerie van Landbouw,Natuur en Voedselkwaliteit www.minlnv.nl
Onderzoek
A&F www.agrotechnologyandfood.wur.nl
Erasmus Universiteit Rotterdam www.eur.nl
Innovative Cluster Nutrigenomics www.genomics.nl
Landbouw-Economisch Instituut www.lei.nl
Nutrition and Toxicology Research Institute
Maastricht (NUTRIM)www.nutrim.unimaas.nl
Kluyver Centre for Genomics of Industrial Fermentation www.kluyvercentre.nl
NIZO Food Research www.nizo.com
Rijksuniversiteit Groningen www.rug.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu www.rivm.nl
RIKILT-Institute of Food Safety www.rikilt.wageningen-ur.nl
Technische Universiteit Delft www.tudelft.nl
Technische Universiteit Eindhoven http://w3.tm.tue.nl/nl
TNO-voeding www.voeding.tno.nl
Universiteit Leiden www.leidenuniv.nl
Voedsel-en Waren Authoriteit www.vwa.nl
Wageningen Centre for Foods Sciences www.wcfs.nl
Wageningen-UR www.wageningen-ur.nl
Collectief bedrijfsleven
Hoofdproductschap Akkerbouw www.hpa.nl
Productschap Dranken www.productschapdranken.nl
Product Boards for Livestock,Meat and Eggs http://bedrijfsnet.pve.agro.nl
Product Board for Margarine,Fats and Oils www.mvo.nl
Productschap Tuinbouw www.tuinbouw.nl
Productschap Vis www.pvis.nl
Productschap Zuivel www.prodzuivel.nl
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006.47
Promotie
Agency for International Business and
Cooperation (EVD)www.hollandtrade.com
Centre for the Promotion of Imports from
developing countries (CBI)www.cbi.nl
Internationaal Bloembollencentrum www.bulbsonline.org
Ministerie van LNV,
Directie Industrie en Handel www.agriculturefromholland.com
www.FoodfromHolland.nl
Netherlands Foreign investment agency www.nfia.nl
Plantum www.plantum.nl
Port of Rotterdam www.portofrotterdam.com
Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005/2006.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit