RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
P/06/48
Brussel, 16 maart 2006
7469/06 (Presse 83)
P 48
(OR. en)
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie betreffende
de oprichting van de Raad voor de mensenrechten
De EU juicht het toe dat de Algemene Vergadering van de VN op 15 maart
in New York de resolutie houdende oprichting van de Raad voor de
mensenrechten heeft aangenomen. De oprichting van de Raad voor de
mensenrechten is een essentieel onderdeel van de verdere uitbouw van
het mensenrechtenbestel van de VN, en een belangrijke stap in de
hervorming van de VN. Met de oprichting van de Raad voor de
mensenrechten geeft de wereldgemeenschap ervan blijk dat zij de
bescherming van de mensenrechten wil intensiveren, door in het kader
van de Verenigde Naties zich daarvoor constructief in te zetten en de
dialoog gaande te houden, en tegelijk te zorgen voor de nodige
mechanismen om schendingen van de mensenrechten terstond en efficiënt
aan te pakken en te voorkomen.
De staatshoofden en regeringsleiders hebben vorig jaar besloten een
Raad voor de mensenrechten op te richten, als onderdeel van het
hervormingsproces van de Verenigde Naties. In de lijn van het Handvest
van de Verenigde Naties hebben zij geoordeeld dat de mensenrechten,
naast veiligheid en ontwikkeling, een van de grote pijlers van het
bestel van de Verenigde Naties vormen. Zij hebben dan ook besloten het
budget van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten te
verdubbelen en onderhandelingen te openen over de oprichting van een
slagvaardiger mensenrechteninstantie.
De EU beschouwt de resolutie als een authentieke poging om het
multilaterale mensenrechtenbestel, zoals wij het thans kennen,
geloofwaardiger en efficiënter te maken. Hoewel de slottekst niet
geheel aan haar verwachtingen beantwoordt, is de EU toch van mening
dat de resolutie voldoet aan de basisvoorwaarden van een aanvaardbaar
compromis. De EU betreurt het dat de resolutie niet bij consensus is
aangenomen, maar is ingenomen met de uitdrukkelijke toezegging van de
VN-lidstaten de Raad voor de mensenrechten te zullen steunen en de in
hem gestelde verwachtingen te helpen inlossen.
De EU acht de Raad voor de mensenrechten een verbetering ten opzichte
van de Commissie voor de rechten van de mens. De resolutie bevat
diverse elementen die ertoe zullen bijdragen het
VN-mensenrechtenbestel geloofwaardiger en doeltreffender te maken. Om
te beginnen staat het lidmaatschap weliswaar voor alle lidstaten open,
maar verbinden de leden van de Raad voor de mensenrechten zich ertoe
aan de hoogste normen inzake mensenrechten te voldoen, waarop zij
zullen worden afgerekend. Geen enkel land zal zich hieraan kunnen
onttrekken. Op elke staat rust de verantwoordelijkheid die kandidaten
te selecteren welke het best geschikt zijn voor de taak de
mensenrechten te bevorderen en te beschermen. De samenstelling van de
Raad en de kwaliteit van de leden heeft namelijk onmiskenbaar invloed
op de werking van de Raad en de geloofwaardigheid van zijn optreden.
De EU-lidstaten hebben daarom afgesproken niet voor kandidaten te
stemmen die het voorwerp uitmaken van door de VN-Veiligheidsraad
opgelegde sancties wegens schending van de mensenrechten. Ook is het
de vaste overtuiging van de EU dat geen enkele staat die zich schuldig
maakt aan grove en stelselmatige schending van de mensenrechten,
zitting mag hebben in de Raad. Het verheugt de EU dan ook dat de
Algemene Vergadering, ten aanzien van een lid dat zich aan zulk een
schending schuldig maakt, de aan het lidmaatschap van de Raad
verbonden rechten bij een meerderheid van twee derde van de aanwezige
en stemmende leden kan opschorten.
Ten tweede heeft de Raad voor de mensenrechten als opdracht onverwijld
te reageren op noodsituaties op mensenrechtengebied en in het geweer
te komen tegen schendingen van de mensenrechten. Daartoe zal de Raad
vaker tijdens het jaar bijeenkomen, desnoods in speciale zitting. In
dat verband beschouwt de EU de tien zittingsweken waarin de resolutie
voorziet als het absolute minimum. Ook moet het nieuwe te ontwikkelen
systeem van universele periodieke evaluatie aan een tijdsbestek worden
gebonden, zodat de Raad zich over alle relevante vraagstukken kan
buigen. De Raad voor de mensenrechten kan aanbevelingen doen ter
bevordering van de mensenrechten, alsook van technische bijstand en
capaciteitsopbouw, en kan de mainstreaming van de mensenrechten binnen
de Verenigde Naties aanmoedigen, en dus zal hij zich tot alle bevoegde
instanties, waaronder de Veiligheidsraad, en tot alle lidstaten,
kunnen richten. De Raad zal fungeren als een forum voor bestendig
engagement inzake mensenrechtenvraagstukken en -situaties en aldus een
belangrijke rol spelen bij de preventie van mensenrechtenschendingen.
Tot slot zal de Raad voor de mensenrechten voortbouwen op de
verwezenlijkingen van de Commissie voor de rechten van de mens, met
name op het stelsel van speciale procedures en op de actieve deelname
van niet-gouvernementele organisaties en andere statelijke en
niet-statelijke waarnemers. De uitbouw van deze verwezenlijkingen is
voor de EU van het grootste belang. Hoewel de Commissie voor de
rechten van de mens het voorwerp was van kritiek, is het nuttig dat
haar reële prestaties, vooral op het gebied van normstelling, te
beginnen met de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en
de vaststelling van toezichtsmechanismen, in herinnering worden
gebracht.
De EU verwelkomt deze unieke kans om de beslissing van de
wereldleiders ten uitvoer te brengen. Zij feliciteert en dankt allen,
met name de voorzitter van de Algemene vergadering de heer
Jan Eliasson, die zich ervoor hebben ingespannen dat de aanneming van
deze resolutie haar beslag kon krijgen. Het akkoord over de nieuwe
Raad voor de mensenrechten is een duidelijk bewijs dat de
internationale gemeenschap bereid is de mensenrechten verder te
bevorderen en te versterken. De EU hoopt dat deze verbintenis in de
praktijk zal resulteren in een tastbare verbetering van de
mensenrechtensituatie. Ons gezamenlijke voornemen de dialoog te
intensiveren zal ook het begrip en de tolerantie tussen de
verschillende beschavingen, culturen en godsdiensten ten goede komen.
De EU zal alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat de Raad
voor de mensenrechten zijn opdracht op een verantwoordelijke en
efficiënte manier kan vervullen. De Europese Unie zal met alle
VN-lidstaten nauw samenwerken bij de uitvoering van de resolutie, om
ervoor te zorgen dat de Raad voor de mensenrechten in zodanige
omstandigheden van wal kan steken dat de verwachtingen worden
ingelost.
De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten
Turkije, Kroatië * en de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en
mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië
en Montenegro, en de EVA-landen IJsland en Liechtenstein, die lid zijn
van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek
Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.
*Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven
deel uitmaken van het stabilisatie- en associatieproces.
European Union