Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Minder pillen dankzij Doorbraakproject Depressie

Utrecht, 17 maart 2006. Huisartsen schrijven minder snel pillen voor, ze houden hun patiënten beter in de gaten en ze sturen mensen met ernstige klachten eerder door. Dat zijn enkele van de belangrijkste resultaten van het Doorbraakproject Depressie, dat de afgelopen twee jaar in tien proefregio's is uitgevoerd en waarvan de resultaten gisteren in Utrecht werden gepresenteerd. In dit project hebben een honderdtal hulpverleners intensief samengewerkt aan het verbeteren van de depressiezorg. Het project werd door het Trimbos-instituut opgezet om de in 2005 uitgekomen multidisciplinaire richtlijn depressie in te voeren in de dagelijkse praktijk.

Opdrachtgever voor het Doorbraakproject Depressie is het College van Zorgverzekeringen. Het Trimbos-instituut voerde het project uit in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO. De belangrijkste verbeteringen werden gerealiseerd in de eerstelijn, bij de huisartsen. In veel huisartspraktijken worden patiënten met een depressie vaak nog onnodig behandeld met antidepressiva. Dit is onwenselijk omdat uit onderzoek blijkt dat pillen niet effectief zijn bij niet-ernstige depressieve klachten (ongeveer 60 tot 70% van de gevallen) en bovendien voor vervelende bijwerkingen zorgen. Daarnaast houdt 55% van de mensen de behandeling met medicijnen niet vol.

In het Doorbraakproject Depressie is het gelukt om het percentage mensen met niet-ernstige klachten dat met antidepressiva wordt behandeld, terug te brengen van 40% naar 8%. In plaats van medicijnen konden patiënten kiezen uit korte behandelingen die volgens de richtlijn ook werken bij depressie, uiteenlopend van zelfhulpcursussen, tot gesprekken met een verpleegkundige of gewoon twee keer in de week hardlopen. Deze behandelingen, waarbij mensen getraind worden in het zelf oplossen van problemen die met de depressie samenhangen, hebben geen bijwerkingen, kosten vaak minder geld en maken patiënten minder machteloos.

Een tweede succes van het project is de invoering van een monitoringsysteem bij de huisarts. De huisartsen in het project werken met vragenlijsten, waarmee ze maandelijks de ernst van de depressie bij hun patiënten kunnen meten. Patiënten vullen zelf de lijst in en bespreken de resultaten met de dokter. Hierdoor ziet de huisarts meteen of de patiënt opknapt en kan gezamenlijk besloten worden of de behandeling moet worden aangepast. Zowel patiënten als huisartsen blijken heel tevreden over dit systeem.

Een derde aandachtspunt van het Doorbraakproject Depressie is het sneller doorverwijzen van patiënten met ernstige depressieve klachten. Ervoor zorgen dat mensen binnen een maand worden behandeld door een psychiater of psychotherapeut om te voorkomen dat de depressie chronisch wordt. Dit punt zal speciaal aan de orde komen in het Doorbraakproject Depressie II, dat in juni 2006 van start gaat en waarbij naast het aanpakken van de wachtlijsten, ook speciale aandacht zal worden besteed aan het beter herkennen van ernstige en niet-ernstige depressie, vooral bij ouderen.

Voor meer informatie bel Harald Wychgel (030-2971116) of Henk Maurits (030-2971138), voorlichters van het Trimbos-instituut.