Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording schriftelijke vragen over Papoea

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Azië en Oceanië
Afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |17 maart 2006                       |Behand|Jetty Kouwen         |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DAO-176/06                          |Telefo|+31 70 3486394       |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/1                                 |Fax   |+31 70 3485323       |
|Bijlag|1                                   |jetty.kouwen@minbuza.nl      |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Beantwoording vragen van het lid    |                             |
|t     |Haverkamp en van de leden Van der   |                             |
|      |Staaij, Herben, Wilders, Van Bommel,|                             |
|      |Bakker en Huizinga-Heringa over     |                             |
|      |Papoea                              |                             |
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Haverkamp over Papoea. Deze vragen werden ingezonden op 20 februari 2006 met kenmerk 2050608280. Tevens ontvangt u hierbij de antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Herben, Wilders, Van Bommel, Bakker en Huizinga-Heringa over Papoea. Deze vragen werden ter aanvulling op eerstgenoemde vragen van het lid Haverkamp ingezonden op 21 februari 2006 met kenmerk 2050608360.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Haverkamp (CDA) over Papoea, en op aanvullende vragen ter zake van de leden Van der Staaij (SGP), Herben (LPF), Wilders (GroepWilders), Van Bommel (SP), Bakker (D66) en Huizinga-Heringa (ChristenUnie)

Vragen van het lid Haverkamp

Vraag 1
Bent u bekend met het artikel "Indonesië erkent schendingen mensenrechten?", waarin de Indonesische minister van Defensie, Juwono Sudarsono, toegeeft dat het Indonesische leger zich in Papoea incidenteel schuldig heeft gemaakt aan schendingen van de mensenrechten? Hoe beoordeelt u deze erkenning?

Antwoord
Ja. De Indonesische minister van Defensie heeft volgens het artikel erkend dat er in Papoea inderdaad gevallen zijn geweest waarbij militairen zich schuldig hebben gemaakt aan wreedheden, verkrachting en marteling. Hij gaf hierbij aan dat het geen systematische of institutionele schendingen betrof, maar incidenten waarbij slechts enkele militairen betrokken waren. Het is positief dat de Indonesische regering erkent dat zich in Papoea gevallen van schending van mensenrechten hebben voorgedaan. Hoewel de regering haar best doet om de Speciale Autonomiewet voor Papoea beter te implementeren, blijven mensenrechtenschendingen door leger en politie een punt van zorg.

Vraag 2
Worden de betreffende soldaten berecht? Zo neen, bent u van plan bij de Indonesische regering aan te dringen op een strafrechtelijk proces voor deze gevallen?

Antwoord
Minister Sudarsono sprak niet over specifieke gevallen maar in algemene zin. Er is geen sprake van geïdentificeerde verdachten. Tot op heden heerst nog steeds een grote mate van straffeloosheid als het gaat om schendingen van mensenrechten door militairen. De Indonesische mensenrechtencommissie KomNas HAM heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar mensenrechtenschendingen in Wasior (2001) en Wamena (2003) en heeft rapportage hierover in september 2004 ingediend bij de Procureur-Generaal. Het is aan deze PG om te besluiten of deze gevallen aan het Indonesische mensenrechtenhof worden voorgelegd. Nederland zal in toekomstige gesprekken met de PG deze zaken ter sprake brengen.

Vragen van de leden Van der Staaij, Herben, Wilders, Van Bommel, Bakker en Huizinga-Heringa

Vraag 1
Kent u het bericht 'Pressure grows over killings' 1), waarin gemeld wordt dat vier tieners uit het Papoea dorp Waghete gedood zijn door soldaten van het Indonesische leger (TNI)? Kunt u de gebeurtenissen bevestigen? Wat zijn de redenen voor dit gewelddadige optreden van het TNI?

Antwoord
Naar verluidt heeft op 20 januari 2006 een schietpartij plaatsgevonden in de buurt van het politiekantoor in Waghete, in het Paniai-district in Papoea. Hierbij is volgens de berichtgeving een kind gedood en zijn twee mensen gewond geraakt. Er is vooralsnog geen eenduidige informatie over dit incident beschikbaar. Volgens sommige berichten zou het gaan om een uit de hand gelopen oploop voor het politiekantoor, nadat het bewoners was verboden geld aan passerende automobilisten te vragen. Andere berichten stellen dat lokale TNI-troepen betrokken waren bij het incident. Volgens de provinciale politie is niet duidelijk of de schoten door politie of leger zijn afgevuurd. Minister van Defensie Sudarsono gaf aan dat het dodelijke slachtoffer verzeild was geraakt in een schotenwisseling tussen leger en politie. Een team van de lokale overheid is een onderzoek naar de gebeurtenissen gestart en ook de Papoea-afdeling van KomNas HAM heeft een onderzoek ingesteld. Op 22 en 23 februari jl. hebben op de campus van de Cendrawasih universiteit demonstraties plaatsgevonden waarbij vervolging werd geëist van de aanstichters van de schietpartij in Waghete. Op 25 februari jl. heeft een militaire rechtbank acht maanden gevangenisstraf geëist tegen een militair die betrokken is geweest bij het incident in Waghete.

Vraag 2
Klopt het bericht dat 43 asielzoekers vanuit Papoea per kano in Australië zijn aangekomen en daar asiel hebben aangevraagd? 2) Waarom hebben deze personen asiel aangevraagd? Hoe worden deze asielzoekers door Australië behandeld? Hoe is door de Indonesische regering gereageerd op het asielverzoek?

Antwoord
Onlangs is inderdaad in Australië een boot gearriveerd met 43 opvarenden uit Papoea, die vervolgens asiel hebben aangevraagd. Deze mensen stellen dat de Indonesische regering schuldig is aan genocide in Papoea en dat zij zijn gevlucht uit vrees voor hun leven en voor politieke vervolging. Volgens krantenberichten bevinden zich onder deze groep Papoea's onafhankelijkheidsactivisten die gevangen hebben gezeten. Dit is overigens niet officieel bevestigd. De Australische immigratiedienst heeft de Papoea's naar Christmas Island gebracht, in afwachting van de behandeling van hun asielaanvragen. De Australische premier Howard heeft in een gesprek met president Yudhoyono van Indonesië aangegeven dat elke aanvraag op zijn eigen merites zal worden beoordeeld, in overeenstemming met de Australische wet en internationale verplichtingen. De Indonesische regering heeft te kennen gegeven dat Australië deze mensen geen asiel behoort te verlenen en hen terug moet sturen naar Indonesië, aangezien zij daar niets te vrezen hebben. De autoriteiten in Jakarta hebben aangegeven dat de relaties tussen beide landen er onder zullen lijden indien Australië besluit de gevluchte Papoea's asiel te verlenen.

Vraag 3
Hoeveel gevallen van mensenrechtenschending door het Indonesische leger op Papoea zijn in de achterliggende vijf jaar door de onafhankelijke Indonesische mensenrechtencommissie Komnas HAM onderzocht en aan de rechter voorgelegd? Hoeveel van die zaken zijn door de rechter in behandeling genomen en in hoeveel zaken is uitspraak gedaan? Is de waarneming juist dat mensenrechtenschendingen op Papoea geen prioriteit zijn voor het Indonesische mensenrechtenhof?

Antwoord
In de afgelopen jaren heeft KomNas HAM drie grote onderzoeken uitgevoerd naar mensenrechtenschendingen in Papoea, te weten een onderzoek in de Abepura-zaak en onderzoeken naar mensenrechtenschendingen in Wasior (2001) en Wamena (2003). Tot dusver is alleen in de zaak Abepura uitspraak gedaan door het mensenrechtenhof in Makassar. Het hof heeft beslist dat in deze zaak geen sprake is geweest van 'mensenrechtenschendingen' volgens de Indonesische wet. De twee andere zaken zijn nog niet voor het hof gebracht en zijn sinds september 2004 in behandeling bij de Procureur-Generaal. Mensenrechtenschendingen vormen een prioriteit voor het hof in Makassar, of deze nu in Papoea of elders in Indonesië hebben plaatsgevonden. Het hof heeft tot dusver minder zaken met betrekking tot Papoea te behandelen gekregen aangezien de Procureur-Generaal, die zaken voor het hof moet brengen, relatief weinig Papoea-zaken heeft voorgelegd. In de Abepura-zaak heeft het volgens het hof ontbroken aan voldoende wettelijke bewijslast. Dat zaken die Papoea betreffen tot op heden in mindere mate zijn voorgelegd draagt bij aan de perceptie van straffeloosheid van het leger in Indonesië.

Vraag 4
Kunt u ingaan op de Indonesische wetgeving terzake van mensenrechtenschendingen? Is het waar dat de wet zich beperkt tot het strafbaar stellen van mensenrechtenschendingen die 'systematisch en wijdverbreid' zijn?

Antwoord
In de Indonesische wetgeving valt mensenrechtenschending onder Undang-Undang (Wet) 26/2000 betreffende mensenrechtentribunalen. De inhoud van deze wet is identiek aan artikel 6 en 7 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof. Indonesië heeft het Statuut van Rome vooralsnog niet geratificeerd, maar de Indonesische wet hanteert wel dezelfde definitie voor bijvoorbeeld misdrijven tegen de menselijkheid, die 'systematisch en wijdverspreid' dienen te zijn.

Vraag 5
Kunt u bevestigen dat twee Papoea's, Filep Karma en Yusak Pakage, tot 15 respectievelijk 10 jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld louter vanwege het vertonen van de Papoeavlag? Hoe beoordeelt u dit vonnis op grond van internationaal-rechtelijke bepalingen, mede gelet op het feit dat de moordenaars van Papoealeider Theys Eluay gevangenisstraffen hebben gekregen van gemiddeld twee jaar?

Antwoord
Zoals aangegeven in mijn antwoord van 3 juni 2005 (Kamerstuknummer 2004-2005, nr. 1829) op vragen van de leden Haverkamp, Van der Staaij en Huizinga-Heringa, heeft de rechter straffen van respectievelijk vijftien en tien jaar wegens verraad tegen de staat uitgesproken tegen Philep Karma en Yusak Pakage. Daarbij mag Philep Karma niet meer als ambtenaar werken. De rechterlijke uitspraak is hiermee zwaarder dan de vijf jaar die was geëist. Op landverraad staan in Indonesië aanzienlijk zwaardere straffen dan op moord. Ik ben van mening dat met maatregelen tegen het vertonen van een vlag de vrijheid van meningsuiting, zoals onder meer gegarandeerd in artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake de Burgerrechten en Politieke Rechten, ernstig in het geding is. Weliswaar is deze vrijheid niet onbeperkt, maar zelfs in aanmerking genomen de gevoelige politieke context waarin de handeling heeft plaatsgevonden acht ik het opleggen van gevangenisstraffen van vijftien en tien jaar buiten proportie.

Vraag 6
Welke initiatieven hebt u sinds de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken 2006 op 24 november 2005 genomen, bilateraal, via de EU dan wel de VN, om de toepassing naar letter en geest van de Speciale Autonomiewet voor Papoea bij de Indonesische regering te bepleiten?

Vraag 7
Heeft het bezoek van de troika van EU-ambassadeurs aan West Papoea, waaraan u refereerde in uw antwoorden op eerdere Kamervragen 3), reeds plaatsgevonden? Zo ja, wat heeft dit bezoek opgeleverd? Zo neen, waarom niet en wat doet Nederland om te bewerkstelligen dat het bezoek ten spoedigste alsnog zal plaatsvinden?

Antwoord
Het bezoek van de troika van EU-ambassadeurs aan Papoea heeft nog niet plaatsgevonden. Het EU-voorzitterschap heeft er vorig jaar voor gekozen de aandacht volledig te richten op de uitvoering van het vredesakkoord in Atjeh. Nederland blijft in EU-verband expliciet aandacht vragen voor de situatie in Papoea en de implementatie van de Speciale Autonomiewet, en heeft in dat kader een spoedig troika-bezoek aan Papoea bepleit. Op bilaterale basis streeft Nederland nadrukkelijk naar samenwerking met de Indonesische autoriteiten ter verbetering van de sociaal-economische situatie in Papoea.


1) The Daily Telegraph, 21 januari 2006, (http://dailytelegraph.news.com.au/story/0,20281,17889557-5001028,00.html).


2) 'Papoeas suchen Asyl in Australien', 20 januari 2006, (http://www.vemission.org/index.html?/west_papua_netzwerk).


3) Aanhangsel-Handelingen nr. 1829, vergaderjaar 2004-2005 en Aanhangsel-Handelingen nr. 155, vergaderjaar 2005-2006.


-----------------------
Trouw, 7 februari 2006


---- --