D66

Bijdrage van Fatma Koser Kaya aan het debat d.d. 29 maart 2006 met staatssecretaris Van Hoof (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) over de voedselbanken

Naar de feiten kijken

Ik wil eerst zeggen dat ik enorme bewondering heb voor alle vrijwilligers die zich dagelijks bij de voedselbanken inzetten.

Ik wil vanavond een volwassen gesprek over de voedselbanken voeren. Dat betekent dat ik ook naar de feiten moet blijven kijken. In Nederland hebben we tegen de 700.000 WW- en bijstandsuitkeringen. En dan heb ik nog niet meegeteld de mensen met een WAO of een AOW uitkering. In dat licht, valt de opkomst van de voedselbanken te relativeren, maar zo makkelijk wil ik me er niet van afmaken. Ook dan is het aantal van 8000 mensen die naar voedselbanken moeten gaan in een land als Nederland moeilijk te accepteren. En er zijn vast ook mensen (bijvoorbeeld ouderen) die niet naar de voedselbanken kunnen of willen gaan en zo bezien zou het aantal van 8000 nog hoger kunnen zijn. Over deze groep maak ik me nog meer zorgen.

Praktische problemen bijstandsmoeders oplossen
Als we naar de oorzaken kijken, dan is duidelijk dat er sprake is van meervoudige problematiek (Wehkamp, mobieltjes, aankoop op afbetaling).

De grootste groep die van voedselbanken gebruik maken zijn de bijstandsmoeders. Hedenochtend heb ik een debat over emancipatie gehad met minister De Geus. Arbeidsparticipatie is natuurlijk essentieel. Vrouwen willen ook heel graag werken. Maar ze stuiten keer op keer op praktische problemen zoals bijvoorbeeld de werktijden die zich afspelen tussen 9 en 5, de kinderopvang die nog steeds niet de kwaliteit en betaalbaarheid heeft die het zou moeten hebben en ga zo maar door . Ik zou de staatssecretaris willen vragen om te inventariseren welke praktische problemen alleenstaande moeders ondervinden om de stap naar de arbeidsmarkt te maken. Pas dan kan er ook naar oplossingen worden gewerkt.

Geld op de plank van de gemeenten
Gemeenten hielden in 2004 300 miljoen over op het inkomensdeel van hun WWB budget. Recentelijk is er is 25 miljoen voor schuldhulpverlening aan gemeenten toegekend en er is 35 miljoen extra naar de bijzondere bijstand gegaan. De mensen met een probleem is toch bij de gemeenten bekend? Hoe is het mogelijk dat dit geld op de planken blijft liggen. Gemeenten geven aan dat bureaucratie en procedures vanuit de rijksoverheid de aanpak van dit probleem moeilijk maakt. Stas geeft de gemeenten de ruimte en flexibiliteit om dit probleem aan te pakken. Haal onnodige bureaucratie en regelgeving hier weg.

Maatschappelijk werk/sociale raadslieden
We hebben ook het maatschappelijk werk/sociale raadslieden. Ik begrijp dat de mensen met schulden en mensen die niet met geld kunnen omgaan bij het maatschappelijk werk bekend zijn. Waarom is het dan niet mogelijk om mensen naar de juiste hulpverlener te begeleiden. Heeft het met werkdruk te maken? Heeft het met onbekendheid van regelgeving te maken? Graag een reactie hierop.

Toegespitste hulp
Ten slotte voorzitter, er zullen altijd mensen zijn die niet met geld overweg kunnen hoe hoog de uitkering ook is. We moeten elkaar ook niet voor de gek houden. Maar juist deze mensen hebben onze hulp nodig. Deze hulp moet toegespitst zijn op de persoon met de eigen individuele problemen. Dat vereist één op één begeleiding en aandacht en praktische hulp. Ik denk dat een begeleider bij het maatschappelijk werk die zich uitsluitend met hiermee bezig houdt een goede stap is, omdat daar deze mensen bekend zijn. Graag een reactie.

Wachttijden
Ik wil ook benadrukken dat de wachttijden bij het CWI en UWV onacceptabel zijn. Ik pleit al langer voor een activeringsloket bij de gemeente die zich uitsluitend bezig houdt met werk en inkomen, zodat mensen één op één begeleiding krijgen en hun uitkering krijgen en niet langs een circus aan instanties zoals CWI en UWV langs hoeven te gaan. Mensen mogen niet van het kastje naar de muur worden gestuurd, terwijl deze instanties miljarden opslorpt.

29-3-2006 17:00