Ingezonden persbericht

Persbericht inzake rapport Delftse Rekenkamer over de besteding van de EZH-gelden (30/3/2006)

"EZH-projecten sluiten onvoldoende aan bij Delftse Duiten."

De burgerraadpleging over de projectmatige besteding van de EZH-gelden was een interessante vorm van lokale democratie. Wat erna kwam was minder: de projecten werden vaak niet afgebakend van het reguliere beleid waardoor het bijzondere EZH-karakter verloren ging. Voorts ontbrak de verantwoording aan de burger over voortgang en resultaat van de projecten. De met de burgerraadpleging gewekte verwachtingen werden daarmee niet -volledig- waargemaakt.

De Rekenkamer heeft geconstateerd dat de mate waarin de door de burgers en de Gemeenteraad* beoogde projecten gerealiseerd zijn (doeltreffendheid) alsmede de mate waarin de beschikbare middelen aangewend zijn voor het doel waarvoor ze bedoeld waren (doelmatigheid) moeilijk te beoordelen is. Hiervoor zijn twee oorzaken gevonden te weten: 1. na 2001 is er niet meer specifiek gerapporteerd en is er niet meer afzonderlijk verantwoording afgelegd over het totaal van de EZH-projectclusters (de projecten werden vanaf 2001 in de gangbare gemeentelijke verslaggeving 'meegenomen') en 2. bij veel projecten ontbrak een duidelijke omschrijving van uiteindelijk te realiseren doelen waardoor de beoordeling achteraf moeilijk is. Voorts constateerde de Rekenkamer dat sommige projecten niet zijn uitgevoerd en andere achteraf zijn toegevoegd.
De Rekenkamer heeft daarnaast geconstateerd dat in het algemeen de juiste politieke procedures zijn gevolgd en dat de juiste besluitvormingsprocessen zijn doorlopen terwijl er voor het laten vervallen dan wel toevoegen van projecten vaak plausibele redenen waren aan te voeren.
In het licht van de hoge democratische verwachtingen die met de burgerraadpleging zijn gewekt, plaatst de Rekenkamer kritische kanttekeningen bij het feit dat de 'burger' in de fase van de realisatie van projecten 'buiten beeld lijkt te zijn geraakt'. En dit dan zowel waar het betreft besluiten over het schrappen en toevoegen van projecten alsook waar het betreft de rapportage over voortgang en resultaten.
Naar aanleiding van het EZH-onderzoek beveelt de Rekenkamer aan om voortaan van tevoren vastgelegde, gedetailleerde en controleerbare criteria op te stellen voor de resultaten. Daarnaast beveelt de Rekenkamer aan om bij grote projecten een speciale projectorganisatie en administratieve projectverantwoording in het leven te roepen, zodat de Gemeenteraad de voortgang gemakkelijker kan volgen en bewaken. Tenslotte beveelt de Rekenkamer aan dat Gemeenteraad en College van B&W gestructureerde afspraken maken over de informatievoorziening bij grote projecten. Het rapport bevat ook algemene aanbevelingen over de rolverdeling tussen Gemeenteraad en College in dit duale tijdperk.

* Uit de verkoop van aandelen EZH kwam in 1999 een miljoenenbedrag beschikbaar waarvan ^ 52.2 miljoen gereserveerd werd voor de realisatie van door de Delftse burgers -door middel van een burgerraadpleging- te kiezen projecten.
Als middel om politieke keuzes door de burger te laten maken was de burgerraadpleging een bestuurlijk unicum gericht op vergroting van de lokale democratie. In Delft bleek deze aanpak goed te werken en wel zo dat de Gemeenteraad in maart 2000 besloot om 29 clusters van projecten ter hand te nemen die eerder door de burgers geprioriteerd waren.

Met vriendelijke groet,

Delftse Rekenkamer
p/a. Toos van Starrenburg
Molenweg 59
2631 AB Nootdorp
06 - 53874117