31-3-2006
De Raad van Economisch Adviseurs (REA, onafhankelijke adviesraad voor
de Tweede Kamer) bracht op 28 maart 2006 haar advies 'De woningmarkt
uit het slot: Over goede intenties en de harde wetten van de
woningmarkt' uit. In dit rapport staan drie aanbevelingen om de
woningmarkt 'vlot te trekken': verdere versoepeling van de
regelgeving, huurliberalisering met een ruime overgangsregeling voor
bestaande gevallen en woningcorporaties een gelijk speelveld bieden
met andere marktpartijen.
Minister Dekker heeft met interesse het rapport van de REA bekeken.
Zij ziet het in feite als een ondersteuning van haar huidige beleid.
De drie initiatieven die door de REA genoemd worden, neemt zij immers
al, zo stelt de minister. Maar ten aanzien van de ideeën voor de
corporaties is de REA volgens de minister iets te ver doorgeschoten.
Het pure marktdenken is daarin namelijk één op één vertaald naar de
woningmarkt.
Uittreding uit het stelsel en afroming van verkoopopbrengsten
bijvoorbeeld zijn voor Dekker geen opties. De corporaties vervullen
immers sinds lange tijd een belangrijke rol in het tegengaan van
onvolkomenheden van de markt. Daardoor kunnen ook mensen met een laag
inkomen een goede woning behouden en komt leefbaarheid van wijken niet
op de tocht te staan. En dat zijn belangrijke doelstellingen van het
ministerie van VROM. De minister is van mening dat het aanzetten van
de corporaties tot meer productie met een investeringsdoelstelling de
woningmarkt echt ten goede zal komen. In mei zal minister Dekker haar
visie op de woningmarkt naar de Tweede Kamer sturen. Ook zal zij een
debat voeren over de toekomst van de woningcorporaties naar aanleiding
van de beleidsvisie die in december 2005 naar de Tweede Kamer is
gezonden.
Meer informatie:
* REA-advies 'De woningmarkt uit het slot' van 28 maart 2006, zie
http://www.tweedekamer.nl/leden_commissies_fracties/economisch_adv
iseurs_rea/008_REA_Adviezen.jsp
* Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties, brief aan Tweede
Kamer d.d. 12 december 2005:
http://www.vrom.nl/docs/kamerstukken/Mon12Dec20051121530100/DBO200
5191043.doc
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer