Partij voor de Dieren
PvdD hekelt groeiende jagerslobby in provincie Utrecht
19-05-2006
Roeken vogelvrij verklaard
Utrecht, 19 mei 2006 - De roek, een beschermde vogelsoort, is
recentelijk door de provincie Utrecht vogelvrij verklaard.
Gedeputeerde Staten heeft ontheffing verleend om deze vogel te
bejagen, met als argumentatie dat schade aan gewassen zo voorkomen
zal worden. De Partij voor de Dieren ziet echter voldoende
alternatieven om niet naar het geweer te hoeven grijpen. Het
afschotbeleid markeert de dieronvriendelijke tendens in de
provincie en de Utrechtse werkgroep van de PvdD plaatst grote
vraagtekens bij de onafhankelijkheid van het provinciaal bestuur.
De Partij voor de Dieren ziet met lede ogen aan hoe de jagerslobby
terrein wint in de provincie Utrecht. Vorige maand moest de rechter
er aan te pas komen om de provincie Utrecht terug te fluiten ten
aanzien van de ontheffing tot afschot van knobbelzwanen. In een
eerder stadium achtte de rechter deze ontheffing al onrechtmatig,
maar de provincie besloot de uitspraak te negeren en verleende
gewoon een nieuwe ontheffing, ditmaal rechtstreeks aan de jagers.
Dankzij de vasthoudendheid van De Faunabescherming, werd in een
nieuwe procedure nogmaals de ontheffing onrechtmatig bevonden. Deze
keer echter zijn de roeken aan de beurt.
De ontheffing voor het doden van de beschermde diersoort roek komt
voort uit de pro-jacht houding van de provincie Utrecht. Wanda
Bodewitz, voorzitter van de Werkgroep Utrecht van de Partij voor de
Dieren: "Wij zien de laatste tijd een steeds dieronvriendelijker
beleid binnen het provinciaal bestuur ontstaan. Op dit moment
overweegt men bijvoorbeeld ook afschot van de ganzenpopulatie nabij
Amerongen, omdat dat de kwaliteit van het gras ten goede zou komen.
Min of meer dezelfde argumentatie werd gehanteerd ten aanzien van
het afschieten van knobbelzwanen. Gelukkig heeft de rechter de
ontheffing tot afschot van knobbelzwanen onrechtmatig geacht.
Helaas is er nu weer een ontheffing verleend om roeken af te
schieten. De jagerslobby heeft duidelijk veel invloed in Utrecht,
waarmee onze provincie welhaast een schiettent is geworden."
Het stoort Bodewitz nog het meest, dat er niet naar alternatieven
gekeken wordt. "Wij delen in dezen het standpunt van De
Faunabescherming. Er wordt wel erg snel aan het geweer gedacht,
waarbij alternatieven kennelijk niet in ogenschouw worden genomen.
Roeken kunnen op zich best overlast geven, maar ook hier zijn
andere middelen dan het geweer denkbaar. Gelijktijdig en dieper
zaaien door boeren spreidt bijvoorbeeld de schade aan het gewas.
Afschieten ter afschrikking is niet nodig, want van een
alarmpistool gaan ze ook weg. Bovendien verplaatst verjagen slechts
de eventuele overlast. Wij zien liever dat aan structurele
oplossingen wordt gedacht, zoals verplaatsing van de nesten naar
buitengebieden, waar de roeken geen overlast geven. Waar ik echter
niemand over hoor is dat dezelfde roeken ook insecten wegvangen,
die schadelijk zijn voor gewassen. De provincie kan het geld dat
men nu telkens kwijt is aan juridische procedures beter besteden om
de kennis over de provinciale fauna te vergroten."