D66

Schriftelijke inbreng van de D66-fractie (Fatma Koser Kaya) voor het verslag inz. het wetsvoorstel over de Wijziging van de Arbeidstijdenwet in verband met vereenvoudiging van die wet (30532)

Bladzijdenummers verwijzen naar de Memorie van Toelichting (30532, nr. 3), tenzij anders vermeld

Woensdag 24-5-2006

Inleiding (blz. 1)
De Tweede-Kamerfractie van D66 heeft met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel voor vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet. De D66-fractie staat positief tegenover vereenvoudiging van de arbeidstijdenwetgeving. Grote groepen werknemers zijn in beginsel mondig en sterk genoeg om, individueel dan wel in georganiseerd verband of via medezeggenschap, zelf een goede regeling met hun werkgever te treffen. Dit biedt betrokkenen de meeste flexibiliteit. Dat is niet alleen gunstig met het oog op de bedrijfsvoering, maar ook voor veel werknemers (bijvoorbeeld als ze arbeid en zorg willen combineren) en voor de fileproblematiek.

Het is de D66-fractie, om een voorbeeld te noemen, niet duidelijk waarom de wetgever in detail zou moeten voorschrijven of, wanneer en hoe lang werknemers pauze nemen als diezelfde werknemers daar zelf wellicht heel anders over denken. Wetgeving zou vooral gericht moeten zijn op bescherming van zwakkeren die moeilijk voor zichzelf op kunnen komen. Ook is wetgeving nodig als de veiligheid (bijvoorbeeld in het verkeer) in het geding is. In ieder geval zou de wetgeving mogelijk moeten maken dat de samenleving niet alleen van maandag tot en met vrijdag van 9:00-17:00 uur draaiende wordt gehouden.

De D66-fractie vindt het moeilijk om te beoordelen in hoeverre het voorliggende wetsvoorstel aan de geschetste uitgangspunten voldoet. Er is sprake van een aantal vereenvoudigingen, maar dat neemt niet weg dat alleen al de Memorie van Toelichting 38 bladzijden nauwelijks te doorgronden juridisch proza omvat. Erg eenvoudig komt de vereenvoudigde Arbeidstijdenwet daardoor vooralsnog niet over.

De fractie van D66 verzoekt de regering op deze kritiek te reageren, en systematisch en schematisch aan te geven:
wat op grond van internationale verdragen minimaal wettelijk geregeld zou moeten worden;
wat hiervoor geregeld is in de huidige wetgeving; wat het kabinet nu voorstelt;
welke onderdelen van de arbeidstijdenregelgeving niet op grond van internationale verdragen geregeld hoeven worden.

De fractie van D66 verzoekt de regering in de nota naar aanleiding van het verslag in te gaan op de conclusies uit het rapport Innovatiever omgaan met verlofdagen, dat onlangs is uitgebracht door de Stichting Maatschappij en Onderneming (SMO) in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. In het rapport worden de mogelijkheden geschetst van het flexibeler en innovatiever omgaan met verlof. Kan de regering aangeven welke wettelijke belemmeringen daar thans voor zijn, bijvoorbeeld in de arbeidstijdenwetgeving?

Arbeidstijdenbesluit (blz. 2, 7/8 en 11)
Het is de D66-fractie opgevallen dat nogal wat regels uiteindelijk in het Arbeidstijdenbesluit zullen worden vastgesteld. Dit maakt het moeilijk om een oordeel te vellen over de nieuwe Arbeidstijdenwet. Kan de regering daarom schematisch weergeven welke regels komen te vervallen in het Arbeidstijdenbesluit en welke regels erbij komen? Welke procedure geldt voor de totstandkoming van dit besluit?

Afwijking 60-uurscriterium (blz. 11)
Bij collectieve regeling kan worden afgeweken van de maximumnorm van 60 uur over 4 weken. De D66-fractie ziet graag meer duidelijkheid over wat hier onder een collectieve regeling wordt verstaan. Is het juist dat hieronder ook de medezeggenschap valt, zoals uit het op blz. 18 gestelde zou kunnen worden geconcludeerd?

Consignatie (blz. 13)
De D66-fractie wil zich graag laten informeren over de Europeesrechtelijke houdbaarheid van het wetsvoorstel voor wat betreft de consignatie. Zou de regering op overzichtelijke wijze op een rij willen zetten wat de jurisprudentie hierover zegt, wat er in Nederland geregeld is/wordt, en welke ontwikkelingen er momenteel in Europa spelen? Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot de wijziging van de EU-richtlijn naar aanleiding van het Jaeger-arrest?

Toepassingsbereik van de wet (blz. 14)
De regering kondigt aan in het Arbeidstijdenbesluit het advies van de SER over te nemen om de toepassing van de wet niet te laten gelden voor werknemers die ten minste driemaal het minimumloon verdienen voorzover zij geen risicovolle arbeid of arbeid in nachtdienst verrichten. De D66-fractie heeft hierover de volgende vragen: waarom wordt het toepassingsbereik niet in de Arbeidstijdenwet zelf vastgelegd?
kan schematisch worden aangegeven welke bepalingen onder de huidige resp. de voorgestelde regels van toepassing zijn op welke doelgroep?

Toepassingsbereik: vrijwilligers
De D66-fractie verzoekt de regering in te gaan op de toepassing van de Arbeidstijdenwet op vrijwilligers, en daarbij met name op de punten die in een e-mail van het Landelijk servicecentrum Scouting Nederland naar voren zijn gebracht. Als knelpunten worden ervaren: dat organisaties moeten registreren wanneer iemand vrijwilligerswerk doet;
dat vrijwilligers gebonden zijn aan maximale arbeidstijden, waardoor (in het geval de wet wordt nageleefd, hetgeen bij zulke bizarre voorschriften te betwijfelen valt) mensen met een fulltime baan officieel nauwelijks vrijwilligerswerk mogen doen; de extra beperkingen beneden bepaalde leeftijden (bijv. vrijwilligerswerk op zondag voor jongeren onder de 16).

De fractie van D66 verzoekt de regering een overzicht te verstrekken van de voor vrijwilligers geldende regels met betrekking tot arbeidstijden. De D66-fractie is van mening dat vrijwilligerswerk op vrijwillige basis gebeurt en dat vrijwilligers zelf moeten kunnen uitmaken wanneer en hoe lang ze dat werk verrichten, tenzij dat onverantwoorde veiligheidsrisicos met zich mee zou brengen. In pakweg- het geval van een fulltime werkende vader die in zijn vrije tijd leider is van het voetbalelftal van zijn zoontje, is dat weinig aannemelijk. De hoofdregel moet dan ook zijn dat de overheid hiervoor niet allerlei betuttelende regels opstelt, met alle administratieve lasten vandien. De D66-fractie verzoekt de regering het wetsvoorstel bij nota van wijziging in deze richting aan te passen.

Administratieve lasten (blz. 16)
De D66-fractie vindt het nogal merkwaardig dat de beoogde vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet niet voor een vermindering van de administratieve lasten zorgt. Kan de regering iets zeggen over het administratieve-lastenniveau van de nieuwe Arbeidstijdenwet? Ook is de D66-fractie benieuwd naar het oordeel van Actal over het wetsvoorstel.

De fractie van D66 heeft daarnaast altijd begrepen dat de definitie van administratieve lasten die de regering hanteert, betrekking heeft op de wettelijke informatieverplichtingen. De kosten van naleving, implementatie en handhaving zitten er dus niet in. Kan de regering aangeven wat het effect van het wetsvoorstel is als deze kostencategorieën wel in de beschouwing worden betrokken?

Brief RCO
Door de Raad van de Centrale Ondernemingsorganisaties (RCO) zijn nog enkele kritiekpunten op het wetsvoorstel aangedragen over: de inkorting van de dagelijkse rust;
het verlengen van dienstreeksen met nachtdiensten; de consignatieregeling;
onvoorziene situaties;
de overgangsregeling.

De D66-fractie wil graag een goede afweging kunnen maken, en verzoekt de regering daarom puntsgewijs op de brief van de RCO te reageren.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 5:6 Arbeid op zondag (blz. 27)
De D66-fractie is tevreden over de verruiming die het mogelijk maakt dat 16- en 17-jarige vakantiewerkers in vakantietijd onder randvoorwaarden zowel op zaterdag als op zondag werken. Dit maakt een betere inzet in bijvoorbeeld de horeca mogelijk, en ook voor de betrokkenen zelf lijkt dat voordelig. De fractie van D66 wil wel weten wat precies onder vakantietijd wordt verstaan. Graag een reactie.

Artikel 5:8 Arbeid in nachtdienst (blz. 29-32) en dubbel normenstelsel nachtdiensten (blz. 9)
De regering stelt voor het dubbele normenstelsel af te schaffen, behalve voor nachtdiensten. De D66-fractie verzoekt de regering deze uitzondering nog eens te motiveren. Is de regeling niet te complex?

De nieuw voorgestelde regeling voor nachtdiensten (blz. 31) maakt permanente nachtarbeid in beginsel onmogelijk. Aan de ene kant vindt de D66-fractie dat er bescherming van werknemers nodig is, zodat ze niet tegen hun wil gedwongen kunnen worden om permanent s nachts te werken. Daar staat tegenover dat de D66-fractie naar aanleiding van het wetsvoorstel reacties heeft gekregen van werknemers die met veel voldoening permanente nachtarbeid verrichten, op die manier beter in hun levensonderhoud kunnen voorzien en aangeven daardoor geen beroep op kinderopvang te hoeven doen. Wat voor de ene werknemer een welkome bescherming is, wordt door de andere beschouwd als hinderlijk paternalisme. Het is dus zoeken naar evenwicht. Zou de regering nader op deze afweging in willen gaan?

24-5-2006 11:28