Rechtbank houdt huisarts aansprakelijk voor schade in Implanon-zaak
Alkmaar, 24 mei 2006 - De rechtbank oordeelt dat een vrouw materiële
schade heeft geleden doordat zij ongewenst zwanger raakte en beviel
van een kind. Haar huisarts had het anticonceptiemiddel Implanon niet
of op een onjuiste manier ingebracht. De vrouw heeft volgens de
meervoudige kamer overtuigend aangetoond dat zij nimmer kinderen wilde
krijgen.
De rechtbank wijst de vordering van de vrouw tot vergoeding van
immateriële echter af. De rechters oordelen dat deze schade (ten
minste) geheel wordt goed gemaakt door het immateriële voordeel dat
de vrouw van haar kind heeft. Zo verklaarde zij: "Ik had niet de wens
om kinderen te krijgen, maar ik ben wel moeder geworden en ik wil nu
ook voor mijn kind zorgen. Alleen, als ik de keus had gehad, was het
mannetje er niet geweest, maar hij is er en ik ben nu wel heel
gelukkig met hem."
Partner
De partner van de vrouw (en de vader van het kind) heeft naar het
oordeel van de rechtbank geen recht op schadevergoeding. Hij was geen
partij bij de geneeskundige behandelingsovereenkomst tussen de vrouw
en de huisarts. Ook is ten aanzien van hem niet komen vast te staan
dat hij nimmer kinderen wilde. Dit betekent dat niet kan worden
uitgesloten dat hij op een later moment een kind zou hebben gekregen
en op dat moment de kosten, waarvan hij nu vergoeding heeft gevorderd,
had moeten maken. Aldus ontbreekt het causaal verband tussen de fout
van huisarts en de door de partner gevorderde schadevergoeding.
Omvang schade
De rechtbank beschikt over onvoldoende informatie om de omvang te
kunnen bepalen van de materiële schade die de vrouw heeft geleden. De
rechtbank wijst daarom het gevorderde voorschot af.
LJ Nummer
AX4831
Bron: Rechtbank Alkmaar
Datum actualiteit: 24 mei 2006 Naar boven
Gerechtelijke organisatie