Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

WOB-verzoeken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DP. 2006/559
datum : 24-05-2006
onderwerp : Voortgang MJP2 en advies commissie-Verheijen bijlagen : 2

Geachte Voorzitter,

Op 17 mei jl. heb ik samen met VROM en V&W overleg gehad met het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) over de voortgang van de uitvoering van het MJP2, de voorbereiding van de ILG-Bestuursovereenkomst 2007-2013 en in het bijzonder over het advies van de commissie-Verheijen. Tijdens dit bestuurlijk overleg bleek opnieuw dat de totstandkoming en de uitvoering van de 7-jarige bestuursovereenkomst en de daarmee gepaard gaande overdracht van taken van het Rijk naar de provincies een enorme operatie is. De vereenvoudiging van doelen, de concrete afspraken en de heldere verantwoordelijkheidsverdeling betekenen vele veranderingen die zorgvuldig doorgevoerd moeten worden. De commissie-Verheijen was ingesteld om provincies en Rijk te adviseren over de balans tussen doelen en middelen in het MJP2. Op 11 mei jl. is dit advies opgeleverd. U treft dit als bijlage aan.

De commissie-Verheijen constateert dat er een aanzienlijk verschil is tussen het beschikbare rijksbudget voor de rijksdoelen in het MJP2 en de provinciale ambitie. De commissie kan een groot deel van het verschil verklaren. Op basis daarvan is de commissie van oordeel dat de onbalans voor een belangrijk deel kan worden opgeheven als provincies en Rijk transparante en zakelijke afspraken maken.

In het bestuurlijk overleg van 17 mei jl. zijn de conclusies van de commissie-Verheijen bevestigd en is het volgende geconcludeerd:
* Het advies is een belangrijke stap op weg naar een succesvolle afronding van de bestuursovereenkomsten tussen Rijk en provincies.
* De provincies constateren dat het Rijk 3,2 miljard euro beschikbaar heeft voor de ILG-bestuursovereenkomst 2007-2013 en zijn bereid om het tempo van de uitvoering aan de beschikbare middelen aan te passen. De rijksdoelen staan daarbij niet ter discussie.

* In algemene zin spreken Rijk en provincies af gezamenlijk aan de slag gaan om tijdige uitvoering te realiseren. Mocht een tekort aan middelen dreigen, dan moet worden gekozen tussen enerzijds temporisering en anderzijds het beschikbaar stellen van meer middelen (of een combinatie daarvan).
Deze versnellingsopties kunnen verschillende vormen aannemen, zoals voorfinanciering provincies, voorfinanciering Rijk en begrotingsmiddelen.

* De ambities op het terrein van EHS, Recreatie om de Stad, Nationale Landschappen, reconstructie en water zijn indringend besproken. Over deze doelen heb ik het volgende afgesproken met de provincies:
+ Met betrekking tot de EHS, Robuuste verbindingen en natte natuur zal ik in het verband van de 12 bestuursovereenkomsten de mogelijkheden nagaan om meer balans te brengen tussen het realisatietempo en het financieringstempo zonder de ambities los te laten. Bij de uitvoering van de ILG-bestuursovereenkomst benutten de provincies de maximale 7-jarige ruimte van het ILG en MJP2 om, met behoud van de beoogde kwaliteit en kwantiteit, zo flexibel mogelijk uitvoering te geven aan het beleid.
+ Voor Recreatie om de Stad wil ik een tussenevaluatie uitvoeren. De verwachting is dat afronding in 2013 met de huidige stand van uitvoering en beschikbare middelen niet mogelijk zal zijn.
+ Ten aanzien van de Nationale Landschappen zal bezien worden hoe de beschikbare middelen zich verhouden tot de nog in de programma's per gebied te concretiseren ambities. + Over de reconstructie heb ik afgesproken dat de ambities blijven gehandhaafd en dat we eerst gezamenlijk aan de slag gaan met de uitvoering. Als later een tekort blijkt te ontstaan, zullen we de opties van temporiseren en benodigde middelen nader onderzoeken.
+ Voor het onderwerp water is afgesproken dat besluitvorming wordt gekoppeld aan de evaluatie van het Nationaal Bestuursakkoord Water en aan de Decembernota 2006.
* De te hanteren grondprijs wordt gedifferentieerd per provincie en zal in overeenstemming met het ministerie van Financiën worden gecompenseerd, indien de werkelijke grondprijs hoger blijkt te zijn en de budgettaire situatie van het Rijk compensatie toelaat. Over de compensatie van een aantal bijkomende kosten en over de condities voor de inzet van de BBL-gronden vindt nog nader overleg plaats tussen Rijk en provincies.

* Provincies en Rijk zullen nadere afspraken maken over de te hanteren uitgangspunten en definities ten aanzien van de lopende juridische en bestuurlijke verplichtingen en over de restanttaakstellingen, die een deel van de door de commissie geconstateerde verschillen verklaren.

Het bestuurlijk overleg heeft het vertrouwen en de overtuiging uitgesproken dat we er goed in zullen slagen om de gewenste helderheid te brengen in de 12 bestuursovereenkomsten, dat we vervolgens de uitvoering voortvarend ter hand kunnen nemen en dat we daarmee een verbetering van de inrichting van het landelijk gebied tot stand zullen brengen.

Ik constateer dat, onder erkenning van de gemaakte afspraken, de rijksmiddelen voor de periode 2007-2013 adequaat zijn om de rijksdoelen in die periode te realiseren.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman
Bijlagen
Bijlage bij eindadvies commissie Verheijen
Eindadvies Commissie Verheijen