Federale regering Belgie
Strijd tegen graffiti
(2006-05-24)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van Minister van Justitie Laurette Onkelinx heeft de
Ministerrad zich akkoorde verklaard met het voorontwerp van wet tit
bestraffing van graffiti, van beschadiging van onroerende eigendommen
en tot wijziging van de nieuwe gemeentewet.
De tekst heeft een dubbele doelstelling:
-een algemene strafbaarstelling die het aanbregen zonder toestemming
van graffiti op roerende en onroereden goederen bestraft;
-het invoeren van een strabaarstelling die het opzettelijk bechadigen
van andermans onroerende eigendommen bestraft.
Het bestraffen van graffiti
De nieuwe gemeentewet bestraft het aanbrengen van graffiti met
gemeentelijke administratieve boetes, maar deze administratieve boetes
kunnen alleen worden opgelegd indien de daders minstens 16 jaar oud
zijn.
Et dreigt dan ook een gevoel van straffeloosheid te onststaan bij
jonge daders die graffiti aanbrengen. Het is immers pas als er sprake
is van een problematische opvoedingssituatie dat het
parket/jeugderechtbank maatregelen zal kunnen treffen ten aanzien van
deze minderjarigen.
Het voorontwerp strekt ertoe aan deze ongewenste situatie te verhelpen
door het strafbaar stellen van het aanbrengen van graffiti en door
deze nieuwe strafbaarstelling op te nemen in de regeling van de
gemeentelijke administratieve boetes.
Op die manier kunnen alle vormen van graffiti aangebracht door delijk
wie efficiënt worden aangepakt naargelang het geval op straf- of
administratiefrechtelijk gebied.
Het bestraffen van het opzettelijk beschadigen van anderans onroerende
eigendommen
In de huidige stand van de wetgeving is de opzettelijke beschadiging
van onroerende goederen die niet opgericht zijn door de overheid of
met machtiging van de overheid, geen misdrijf. Wanneer het gaat om
onroerende goederen die zijn opgericht door de bevoegde overheid of
met haar machtiging wordt de beschadiging van dergelijke onroerende
goederen bestraft op basis van artikel 526 van het Strafwetboek.
Enkel de gehele of gedeeltelijke vernieling van onroerende goederen is
een misdrijf dat strafbaar is op basis van artikel 521 van het
Strafwetboek. De vernieling houdt de gedachte in van verwoesten, in
puin leggen en niet van een lichte beschadiging.
Het voorontwerp van wet voert een nieuwe strabaarheidstelling in die
de opzettelijke beschading van andermans onroerende eigendommen
bestraft.
Voor beide overtredingen zijn straffen voorzien gaande van 1 tot 6
maanden (en tot een jaar bij recidive) en/of van 26 tot 200 eur (x 5,5
opcentiemen).