Media deze week

Op de pagina 'Uitspraken in hoofdzaken' treft u een actueel en volledig overzicht van zaaknummers in hoofdzaken (bodemprocedures) aan, waarin de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdag uitspraak doet. De lijst met zaaknummers is lang. Gemiddeld wordt wekelijks in 60 zaken uitspraak gedaan. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die mediagevoelig kunnen zijn. Deze lijst treft u op deze pagina aan. Deze selectie is uiteraard arbitrair, omdat mediagevoeligheid, vooral regionaal, niet altijd goed is in te schatten.

Voor meer informatie over de uitspraken en/of procedures kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State:

mr. Pieter-Bas Beekman 070 - 426 47 73 / 06 - 52 07 70 04

mr. Frederik Kunst 070 - 426 45 20 / 06 - 52 07 70 00

De mediagevoelige zaken van deze week zijn: Raad van State

(Deze lijst wordt iedere maandag om 14.00 uur geactualiseerd)

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur op het onderstreepte zaaknummer klikken voor de volledige tekst van de uitspraak.
* 200504412/1
(Bevel verwijderen lichtbak seksclub Cuijk) Uitspraak over het bevel dat het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant heeft gegeven aan Club Noblesse om een lichtbak met het opschrift Club op het dak van zijn gebouw in Haps, gemeente Cuijk, te verwijderen. In 1991 is een bouwvergunning verleend voor het bord. Het provinciebestuur baseert zijn besluit om het bord te verwijderen echter op de provinciale Landschapsverordening die in 2002 in werking is getreden. Deze verordening regelt de bescherming van het landschapsschoon en de lichtbak van de Club moet van de provincie op basis daarvan worden verwijderd. Club Noblesse is het niet eens met dit besluit, omdat de club destijds een bouwvergunning heeft gekregen voor de lichtbak.


* 200505749/1
(Milieuvergunning gascompressorstation Anna Paulowna) Uitspraak over de milieuvergunning die het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland heeft verleend aan de Nederlandse Gasunie voor een onbemand gascompressorstation aan de Grasweg in Anna Paulowna. Een handelsonderneming in Callantsoog is het niet eens met de verlening van de milieuvergunning. Deze had volgens haar in ieder geval moeten worden aangehouden, totdat een geluidzone was vastgesteld. Op grond van de Wet geluidhinder moet een zone rond een terrein worden vastgesteld waarbuiten de geluidbelasting niet te hoog mag zijn, als er op dat terrein een bedrijf wordt gevestigd die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken. Die geluidzone was volgens de onderneming op het moment dat de milieuvergunning werd verleend, niet vastgesteld. Verder is de onderneming van mening dat er onvoldoende onderzoek heeft plaatsgevonden naar de risicos van de aanwezigheid van het gascompressorstation.


* 200506448/1
(Woongebouw Leger des Heils Arnhem)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Arnhem heeft verleend voor het intern verbouwen van een pand aan de Renssenstraat in Arnhem tot woongebouw voor het Leger des Heils. Het Leger des Heils wil in het pand een zogeheten Domushuis vestigen. Dat is huisvesting in het kader van een project voor dak- en thuislozen, psychiatrisch ziek, al of niet verslaafd met maatschappelijk onaangepast gedrag en regelmatige contacten met justitie. In het huis wordt aan deze mensen een zorgtraject aangeboden met twee belangrijke onderdelen: wonen in een specifiek ingerichte 24-uurs woonvoorziening in combinatie met een intensieve vorm van trajectbegeleiding vanuit de reclassering van het Leger des Heils. De rechtbank in Arnhem heeft in juni 2005 een eerder beroep van een aantal omwonenden tegen de bouwvergunning gegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank is het gebruik van het pand als Domushuis in strijd met de bestemming Woondoeleinden. Het gemeentebestuur is het niet met dit oordeel van de rechtbank eens en komt in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens het gemeentebestuur vindt het wonen weliswaar onder begeleiding plaats, maar deze begeleiding is van praktische en ondersteunende aard. Van voortdurend toezicht is volgens het college van burgemeester en wethouders geen sprake, zodat deze vorm van bewoning zou passen binnen het gebruik dat het bestemmingsplan toestaat.


* 200506521/1
(Bouwvergunning afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder) Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland heeft verleend aan Consortium Delfluent voor een afvalwaterzuiveringsinstallatie in de Harnaschpolder. Twee inwoners van Rijswijk hebben bezwaren geuit tegen de bouwvergunning. De rechtbank in Den Haag heeft in juni 2005 geoordeeld dat de belangen van beide bezwaarmakers niet rechtstreeks bij de bouwvergunning zijn betrokken en dat zij om deze reden geen belanghebbenden zijn bij de procedure. Beiden zijn het hier niet mee eens. Volgens hen hebben zij rechtstreeks zich op de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Ook vanwege geluid- en geuroverlast zijn zij van mening dat zij als belanghebbenden moeten worden beschouwd.


* 200508117/1
(Verbod evenement Megarave Reunion in 2003) Uitspraak over het besluit van de burgemeester van Heerlen om discotheek Peppermill voor de duur van 72 uur te sluiten als Peppermill het geplande evenement Megarave Reunion op 26 september 2003 zou laten doorgaan. De burgemeester heeft dit ook besloten voor elk ander vergelijkbaar (toekomstig) evenement, voor een nader te bepalen duur. De burgemeester heeft hiertoe besloten naar aanleiding van het evenement Megarave 2003 dat in de nacht van 22 op 23 augustus 2003 heeft plaatsgevonden in en rondom discotheek Peppermill. Tijdens dat evenement is een 15-jarige bezoekster overleden ten gevolge van een overdosis XTC. Met het besluit beoogt de burgemeester herhaling van een dergelijk evenement en de daarmee gepaard gaande handel in harddrugs, te voorkomen. De rechtbank in Maastricht heeft in augustus 2005 het besluit van de burgemeester alsnog van tafel geveegd. Naar het oordeel van de rechtbank laat de Opiumwet de burgemeester geen ruimte om preventief in te grijpen ter voorkoming van overtredingen van die wet. De burgemeester bestrijdt dit oordeel van de rechtbank en komt in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.


* 200508121/1
(Weigering evenementenvergunning Megarave 2004) Uitspraak over het besluit van de burgemeester van Heerlen om geen vergunning te verlenen aan discotheek Peppermill voor het evenement Megarave 2004. Discotheek Peppermill wilde dit evenement houden op 20 of 27 augustus 2004 in de discotheek en het terrein daar omheen. De burgemeester heeft hiervoor geen vergunning verleend, omdat zogenoemde hardcore-evenementen, zoals de geplande Megarave 2004, onlosmakelijk zijn verbonden aan het gebruik van de harddrugs XTC en speed. Tijdens het evenement Megarave 2003 heeft er volgens de burgemeester handel in harddrugs plaatsgevonden en is bovendien een 15-jarige bezoekster van dit evenement overleden aan de gevolgen van het gebruik van XTC. De rechtbank in Maastricht heeft in augustus 2005 een eerder beroep van Peppermill tegen de weigering gegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank had de burgemeester bij het nemen van zijn besluit ook de belangen van Peppermill moeten betrekken. De burgemeester had moeten bekijken of niet kon worden volstaan met het verbinden van voorschriften aan de vergunning in plaats van het volledig weigeren van de vergunning. De burgemeester van Heerlen is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en komt hiertegen in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De burgemeester is van mening dat de rechtbank niet heeft onderkend dat hij wel alle belangen heeft afgewogen, maar dat hij het belang van de gezondheid zwaarder heeft laten wegen dan de (financiële) belangen van Peppermill.


* 200508982/1
(Weigering exploitatievergunning seksclub Den Haag) Uitspraak over de weigering door de burgemeester van Den Haag om een exploitatievergunning te verlenen voor een seksclub aan de Doubletstraat in Den Haag. De weigering door de burgemeester houdt verband met de zogenoemde Wet BIBOB (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). Op grond van die wet kunnen bestuursorganen een aanvraag weigeren, als ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. Naar aanleiding van de aanvraag van het kamerverhuurbedrijf heeft de burgemeester het Landelijk Bureau BIBOB ingeschakeld. Uit het onderzoek dat het landelijk bureau heeft verricht, is naar voren gekomen dat een ernstig vermoeden bestaat dat (het bedrijf van) de dochter van de exploitant zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten (verdacht van medeplichtigheid aan witwaspraktijken). Omdat de burgemeester een zakelijk samenwerkingsverband ziet tussen de exploitant en zijn dochter, bestaat er volgens hem ernstig gevaar dat de exploitatievergunning die is aangevraagd voor de seksclub, mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen.


* 200509538/1
(Intrekking gedoogstatus coffeeshop The Fatman Emmen) Uitspraak over de intrekking door de burgemeester van Emmen van de gedoogstatus voor het verstrekken van softdrugs in de coffeeshop The Fatman aan de Kolhoopstraat in Emmen en uitspraak over het besluit van de burgemeester om de coffeeshop voor een half jaar te sluiten. De burgemeester heeft deze beslissing gebaseerd op de resultaten van een politie-onderzoek waarbij is geconstateerd dat in de coffeeshop ernstige overtredingen van het gemeentelijk gedoogbeleid plaatsvonden. Er werd een voorraad van ruim 16 kilo softdrugs aangetroffen, terwijl volgens het gedoogbeleid een handelsvoorraad van 500 gram is toegestaan.


* 200510079/1
(Weigering gedoogbeschikking coffeeshop Delfzijl) Uitspraak over de mededeling van het college van burgemeester en wethouders van Delfzijl aan een inwoner van die gemeente dat op grond van het gemeentelijk beleid maximaal één coffeeshop binnen de gemeente wordt gedoogd en dat deze gedoogbeschikking al is verleend aan een ander. De inwoner kan zich niet vinden in deze mededeling en is van mening dat zijn verzoek om een gedoogbeschikking ziet op een bijzondere situatie. Die bijzondere situatie is volgens hem dat de gemeente voorbij gaat aan de vraag waarom de te gedogen coffeeshop steeds die van de ander moet zijn en niet die van hem.