De nachtmerrie van elke kleine ondernemer

AM, 20060524 -- De nachtmerrie van elke kleine ondernemer is de onbetaalde rekening. Welke mogelijkheden staan de schuldeiser ter beschikking om het openstaande bedrag uiteindelijk betaald te krijgen? In de wereld van vandaag is het voor vele normaal geworden om niet te betalen voor geleverde diensten.


Aan de hand van een waar gebeurde casus gaan we dit onderwerp ter discussie stellen

Een jongeman werkt mee als rapper aan een hiphop-theaterstuk Het Is Ook Jouw Ding. Met de producent en auteur van dit stuk, de heer Fred L., wordt een gage per voorstelling afgesproken. De Belasingdienst levert een var-verklaring. En onze jongeman zal om de zoveel voorstellingen een factuur opstellen en deze indienen bij de Stichting Faith In.

Op verschillende data worden facturen verstuurd maar niet betaald. De stichting blijft van goede wil en belooft telkens beterschap. Tweemaal wordt een klein bedrag aan de deur afgerekend maar het openstaande bedrag loopt gestaag op. Na ruim een jaar en meer dan veertig voorstellingen later wordt de samenwerking verbroken. Het openstaande bedrag is inmiddels opgelopen tot ongeveer vijfduizend Euro.

Welke mogelijkheden staan de jongeman ter beschikking om de onbetaalde rekening te innen? Bijna alle wettelijke mogelijkheden kosten geld en nemen bovendien zeer veel tijd in beslag.

Een incasso-bureau met een no-cure no pay werkwijze kost gemiddeld zeven procent van het uitstaande factuur-bedrag. Je betaald meestal geen geld wanneer de schuldenaar niet betaald maar in geval van een succesvolle vordering worden er ook kosten bij de schuldeiser in rekening gebracht. Het incasso-bureau zal bij een zeer hardnekkige schuldenaar de deurwaarder inschakelen.
Een eigen advocaat op de zaak is simpelweg te duur in vergelijk met het openstaande bedrag. Uiteindelijk heeft de jongeman de mogelijkheid om de zaak voor de civiele rechter te brengen.

Een incasso-bureau, advocaat en een eventuele rechtzaak zijn mogelijkheden welke allemaal veel geld, tijd en energie in beslag gaan nemen. De keuze tot vervolging is moeilijk omdat het openstaande bedrag relatief te klein is om al deze inzet te rechtvaardigen. Ook is een gunstige afloop op voorhand niet te voorspellen.

De bewuste stichting staat inmiddels onder grote financiele druk en de heer Fred L. dreigt de jongeman schriftelijk met een faillissement. Hij claimt goed bestuur en zal daarom niet aansprakelijk zijn voor de openstaande facturen. Deze heer praat van een laster-campagne en zal al zijn kosten op de jongeman verhalen.

Het algemene recht moet ons beschermen en ons de middelen geven om onwillige schuldenaren wettelijk aan te pakken. Maar het recht-systeem blijkt in de praktijk een log en duur instrument te zijn waardoor kleine vergrijpen zo goed als onbestraft blijven. De bewuste dader van onbetaalde rekeningen verpakt zijn handelingen vaak in een bv of stichting. En hij of zij weet dat vergrijpen tot een paar duizend Euro per geval bijna nooit voor de rechter komen. Als de schuldeisers gezamenlijk toch de druk weten op te voeren zal de schuldenaar de bv of stichting bewust failliet laten gaan.

Onze jongeman staat nog steeds met lege handen terwijl de heer Fred L. de een na de andere stichting opstart. Via zijn eigen website stichtingjouwding.nl claimt hij diverse samenwerkingen te hebben met gemeenten en andere overheids-instellingen. Volgens zijn eigen woorden ontvangt hij rond september een grote som subsidie om al zijn plannen te verwezenlijken? Belastinggeld uitgekeerd aan persoon welke onze jongeman niet wilt uitbetalen?

Welke mogelijkheden bezit ons rechtssysteem om mensen te beschermen tegen andere welke bewust openstaande facturen niet betalen?

De kleine onbetaalde rekening kost de kleine ondernemer enorm veel energie en de dader blijkt veelal vrijuit te gaan. Niemand heeft aandacht voor dit probleem omdat het per geval om een relatief klein bedrag gaat. Heeft u ook onbetaalde rekeningen? Herkent u zich in deze casus? Staat u als ondernemer met de rug tegen de muur? Misschien wordt het tijd om onze politieke leiders hiervan op de hoogte te stellen.




Roel T. Beemer