D66

Er moet een speciale commissie komen om he verlenen van verlof aan TBS'ers te toetsen. Deze Commissie zou moeten bestaan uit een ambtenaar van het minister van Justitie, maar ook onafhankelijke deskundigen op het gebied van bijvoorbeeld het recht of de psychiatrie. Dit stelde D66-Tweede Kamerlid Boris Dittrich vandaag voor in het debat over de voorstellen van de Commissie TBS. Hieronder staat de volledige inbreng van de Democraten waarin hij ingaat onder andere ingaat op dwangmedicatie en de zorg voor nabestaanden.

De regering heeft laten weten bijna alle aanbevelingen van de Commissie TBS-beleid over te nemen.

D66 was het met de meeste aanbevelingen eens. Dat leidt ertoe dat ik me op een aantal onderdelen kan concentreren.

Verlofcommissie.

Aanleiding om de TBS-commissie in te stellen was de commotie die ontstond nadat een TBS-er tijdens een verlof de benen had genomen en iemand had vermoord. Dit incident was het zoveelste op een rij. We hebben hier vele debatten over het verlofstelsel gevoerd. Er werd door de LPF en de PvdA zelfs een motie van wantrouwen tegen de minister ingediend. Door het advies van de Commissie TBS lijkt de emotie wat verdampt en kunnen we nuchter kijken of het verlofstelsel, zoals we dat nu kennen, moet veranderen.

D66 vindt dat er iets moet veranderen. Nu wordt een voorstel tot verlof van de kliniek getoetst door de afdeling individuele TBS-zaken van het ministerie van Justitie. Het is overigens hetzelfde ministerie dat klinieken aanspoort doelmatig TBS-behandelingen aan te bieden. Daardoor lijkt er een vermenging op te treden die niet zuiver is. D66 wil de verlofverlening loshalen van de aansturing van de klinieken.

Dan blijft de vraag natuurlijk : hoe zie je verlofverlening? Wij vinden dat verlofverlening een onderdeel van de behandeling behoort te zijn. Er zijn zoveel soorten verlof. Van kort begeleid naar langdurig en onbegeleid. Dat heeft alles te maken met het professionele oordeel of een TBS-er aan het betreffende verlof toe is in het kader van zijn resocialisering. Het is een vraag die bij de behandeling thuishoort en niet bij de rechter die over de beëindiging gaat. Dat betekent dat de verlofverlening niet door de onafhankelijke rechter wordt genomen, maar door een instantie die valt onder de politieke verantwoordelijkheid van de minister van Justitie. Wel moet de verlofverlenende instantie op afstand van de minister worden geplaatst vanwege de reden die ik zo even gaf.

Ik voel veel voor een verlofinstantie, waar niet alleen een ambtenaar van Justitie inzit, maar ook deskundigen op het gebied van bijvoorbeeld het recht, de psychiatrie en de gedragswetenschappen. Die verlofinstantie zal goed op de hoogte moeten zijn van ontwikkelingen op het gebied van therapieën. Op armslengte van het ministerie. Gezaghebbend, in zijn beoordeling van het verlof onafhankelijk van de klinieken, niet belast met politieke afwegingen. Maar wel vallend onder de verantwoordelijkheid van de minister.

D66 is het dus eens met de TBScommissie, zoals de heer Visser het verwoord heeft in het debat van vorige week. Ook de regering lijkt die mening toegedaan. Maar hoe moet dan de uitspraak van minister Donner worden geduid dat hij in die constructie niet meer politiek verantwoordelijk zou zijn voor de verlofbeslissingen? In mijn optiek blijft hij dat wel degelijk.

Het is overigens aan de Kamer zelf om daar zakelijk en nuchter mee om te gaan.

Wil de minister ingaan op hoe hij de verlofinstantie ziet?

Longstay-afdeling.

Toen de Kamer met minister Sorgdrager discussieerde over het opzetten van de zogenaamde longstay-afdeling waren we het er over eens dat in de longstay alleen TBSers zouden worden opgenomen die 1. nog steeds delictgevaarlijk zijn en beveiliging nodig hebben, 2. weliswaar een psychische stoornis hebben, maar bij wie behandeling zinloos is.

Wat mij intrigeert is dat de TBScommissie constateert dat de longstay een soort vergaarbak is geworden van verschillende categoriëen TBS-patiënten en dat er nog wel degelijk onderscheid te maken valt. Als voorbeeld gaf de heer Visser de 80-jarige die nog maar een lage beveiligingsgraad nodig heeft, maar die nog wel delictgevaarlijk is. Ik ben er altijd van uit gegaan dat zo iemand niet in de hoogbeveiligde en dure longstay-afdeling terecht kwam. Dat is me op mijn werkbezoeken ook altijd voorgehouden.

Differentiatie wordt aanbevolen. Daar ben ik het mee eens. De longstay moet alleen beperkt worden tot die groep die niet op een andere manier opgevangen kan worden. Maar moet ik concluderen dat de oorspronkelijke doelstelling van de longstay in de 10 jaar dat hij bestaat, verwaterd is? Is het echt een vergaarbak geworden? Als de minister het daarmee eens is, waarom heeft hij dan niet ingegrepen? Hoe ziet de minister dit?

Dwangmedicatie.

Op zich zelf is D66 er een voorstander van dat er dwangmedicatie kan worden toegepast, wanneer dat noodzakelijk is. Maar we moeten wel oppassen dat de rechten van een patiënt niet met voeten getreden worden. Er is ook nog zoiets als de integriteit van het eigen lichaam. Ik zou niet willen dat iemand die in de gevangenis zit of in een psychiatrisch ziekenhuis of in een TBSkliniek lichtvaardig tegen zijn wil medicijnen krijgt ingespoten, omdat de psychiater dat beter vindt. Er moet dus wel een zekere drempel zijn, al mag het niet zo zijn dat iemand die geen ziekte-inzicht heeft elke behandeling kan frustreren door medicijnen te weigeren. Hier moet dus zorgvuldig mee omgegaan worden. De regering is bereid de wetgeving op dit punt aan te passen.

Streeft de regering er dan naar dat iedereen die is opgenomen in een kliniek ( of het nu een gevangenis, TBS-kliniek of psychiatrisch ziekenhuis is, of misschien wel in een beschermd wonenproject woont) die een psychische stoornis heeft en over wie de behandelaar van oordeel is dat het noodzakelijk is dat bepaalde medicijnen worden toegediend, gedwongen kan worden die medicijnen te aanvaarden? Gaat dezelfde regeling gelden voor alle deze verschillende regimes?

Slachtoffers en nabestaanden.

Soms zijn er door de TBS-patiënt gruwelijke misdrijven gepleegd. Die laten diepe sporen na bij de slachtoffers en de nabestaanden. Hun rechtspositie moet versterkt worden, vindt D66. Dat vindt de TBS-commissie ook, maar men heeft geen specifieke aanbevelingen opgenomen met de redenering dat die versterking ook moet gelden voor slachtoffers en nabestaanden van misdrijven buiten de TBS-sfeer.

Er is een aantal verbeteringen mogelijk. Ik denk daarbij aan de verplichte waarschuwing, wanneer een TBS-er of gevangene op langdurig verlof gaat, wanneer de TBS-maatregel of gevangenisstraf eindigt en er een terugkeer in de samenleving te verwachten valt, het recht op informatie uit het dossier of inzage in het dossier zonder dat steeds de privacy van de TBSer of de verdachte wordt tegengeworpen. Wil de minister aangeven op welke manieren hij de rechtspositie van het slachtoffer cq. de nabestaanden gaat versterken?

Verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de TBS van 3 naar 9 jaar en de aanbeveling om de TBS met voorwaarden te verruimen in combinatie met een gevangenisstraf van 5 jaar.

D66 is het met beide aanbevelingen eens en ook met de reactie van de regering. Wat wel in ogenschouw moet worden genomen is dat alle instanties die te maken hebben met een TBSer of ex-TBSer, goed met elkaar moeten samenwerken. Helaas ontbreekt het hier aan. De moord op Tjirk van Wijk in Groningen is hiervan een schrijnend voorbeeld. Ik heb hierover veel kamervragen gesteld aan minister Korthals. Het bleek dat alle betrokken instanties, zoals de Reclassering, de CAD, de rechter en de officier van justitie niet goed wisten wat de andere instantie deed. Op een gegeven moment werd duidelijk dat de TBS-er de voorwaarden (geen alcohol en drugs gebruiken) overtrad, maar er werd niet ingegrepen met het intrieste gevolg.

De TBS-commissie doet nu voorstellen over betere samenwerking en afstemming. Maar hoe gaat het in de praktijk werken? Gelooft de minister erin dat de instanties gestroomlijnd en soepel zullen samenwerken? Veel tekortkomingen hebben te maken met hoge werkdruk, met gebrek aan capaciteit, met vermeende belemmeringen om informatie door te geven in verband met privacy. Hoe gaat het buiten de kantoortijden en in de weekenden? Dat zijn de momenten waarop er vaak ingegrepen moet worden en de instanties slecht bereikbaar zijn? Komt hier een plan van aanpak voor?

Zorg en detentie.

In de gevangenissen zitten veel mensen met een psychische stoornis. Zij krijgen geen behandeling.

Tien jaar geleden heeft de kamer mijn motie aanvaard om behandelingen in detentie mogelijk te maken, maar ook om te stimuleren dat doorstroming naar psychiatrische ziekenhuizen mogelijk zou worden. Naar aanleiding van die motie is de commissie Kaasjager voortgekomen die allerlei voorstellen heeft ontwikkeld. In die periode is mij gebleken dat VWS en Justitie heel verschillende werelden zijn met ieder een eigen cultuur. Er was bepaald wantrouwen tussen de ambtenaren van beide diensten, maar ook in het veld. In de gezondheidszorg zat men niet te wachten op patiënten die uit het Justitietraject kwamen en behandeld moesten worden. Dat heeft te maken met de angst bij andere patiënten en behandelaars. Met extra beveiligingsmaatregelen die voor andere pati:enten nadelig kunnen uitpakken. Met de afloop van een gevangenisstraf die de behandeling voortijdig kan doen afbreken etc. Naar aanleiding van de aanbevelingen van de TBS-commissie stelt de regering nu dat er ter gelegenheid van de begrotingsbehandeling 2007 voorstellen zullen worden gedaan i.v.m. capaciteit en tempo, waarbij de GGZ-instellingen en justitiële inrichtingen zullen worden betrokken. Zorg en veiligheid ontmoeten elkaar, stelt de minister.

Ik vind het mooi klinken en hoop dat er ook daadwerkelijk vooruitgang wordt geboekt. Daarvoor is het ook nodig dat het ministerie van Volksgezondheid zich achter de nieuwe opzet schaart en dat er eendrachtig wordt samengewerkt.

Hoe ziet de minister de verschillen tussen Justitie en Volksgezondheid en acht hij het reëel dat er een andere cultuur, gericht op hechte samenwerking, ontstaat?

Differentiatie en specialisatie.

De TBScommissie doet hier aanbevelingen over, de minister is huiverig voor het opzetten van aparte, gespecialiseerde klinieken. Dit i.v.m. de mogelijke wachtlijsten die voor verschillende categorieën patiënten kunnen ontstaan.

D66 wil geen blauwdruk opleggen. Wij willen de praktijk de ruimte geven. Mocht de behoefte aan gespecialiseerde klinieken of afdelingen aanwezig zijn, dan moet die ontwikkeling niet tegen gegaan worden.

Horizonbepaling.

D66 is voorstander van het opnemen van horizonbepalingen, wanneer nieuwe en vergaande bevoegdheden in een wet worden geïntroduceerd. Een horizonbepaling gaat verder dan een evaluatie. Want in beginsel houdt de wettelijke regeling op te bestaan, tenzij er tijdig een verlengingsbesluit wordt genomen. Bij een evaluatie onderzoek je de werkingsaspecten van de wet.

De TBScommissie beveelt een horizonbepaling aan, maar met de redenering die hoort bij een grondige evaluatie. Die moet er wat D66 betreft komen. Hoe staat de minister er tegenover?

Rest mij nog uit te spreken dat ik hoop dat er voldoende geld ter beschikking zal worden gesteld door de regering om alle aanbevelingen op een goede manier in de praktijk uit te voeren. De heer Visser heeft nog vermanend gezegd dat hij niet wil dat er in de aanbevelingen geplukt gaat worden, maar dat ze integraal worden uitgevoerd. Hoe ziet de minister dat?

21-6-2006 15:47