Logopedisch spreekuur in meertalige wijken nodig

WOERDEN, 20060621 -- Consultatiebureaus kunnen taal- en spraakproblemen bij 0 tot 4 jarigen sneller signaleren door intensief samen te werken met logopedisten die de arts en verpleegkundige coachen. Een logopedisch spreekuur voorziet in een beter contact met meertalige kinderen en hun ouders waardoor achterstanden in de ontwikkeling van spraak of taal eerder aan het licht komen. Ook voorlichting over de taalontwikkeling aan ouders en peuterspeelzaalleidsters draagt hieraan bij. In het vakblad Logopedie & Foniatrie (juni) worden de effecten van deze intensieve samenwerking met het consultatiebureau beschreven.


Leerprestaties van kinderen worden negatief beïnvloed wanneer de spraak of taal zich tussen de 0 en 4 jaar, de voorschoolse leeftijd, onvolledig heeft ontwikkeld. Kinderen uit een meertalige omgeving lopen bovendien de kans dat zij over onvoldoende kennis van de Nederlandse taal beschikken. In Hoorn is het Logopedisch Centrum West-Friesland vorig jaar een logopedisch spreekuur gestart in een wijk met bewoners uit meerdere culturen. Het centrum doet op het consultatiebureau preventief onderzoek naar de taalontwikkeling van autochtone én allochtone kinderen. Meertalige ontwikkeling is voor kinderen niet nadelig. Kinderen die in de taal van de ouders worden toegesproken en opgevoed ontwikkelen zich beter in het leren spreken. Een stimulerend taalaanbod is daarbij wel voorwaarde. Het is belangrijk dat de ouders consequent zijn en de taal die ze goed beheersen niet mengen met het Nederlands. "In Hoorn heeft het logopedisch spreekuur als proef een jaar met gemeentegelden gedraaid. Ouders, leerkrachten, peuterspeelzaalleidsters en consultatiebureaumedewerkers konden kinderen aanmelden. Door deze voorziening landelijk in te voeren worden taalachterstanden bij jonge kinderen in de kern aangepakt", concludeert Mieke Wilterdink van het centrum.

Logopedisch spreekuur opvang voor taalbarrière op consultatiebureau
Uit de proef met het logopedisch spreekuur blijkt dat de onbekendheid met de vreemde taal voor het consultatiebureau een belemmerende factor is. Communicatieproblemen tussen de arts en allochtone ouders beperken de mogelijkheid om de thuissituatie van het kind en informatie van de ouders in de diagnose te betrekken. Hierdoor krijgt de arts onvoldoende informatie over het kind om te kunnen beslissen over het verwijzen naar logopedie. Want ook de omgevingsfactoren wegen mee bij het beoordelen van het verloop van de spraak- en taalontwikkeling. Het instellen van een logopedisch spreekuur ondersteunt het consultatiebureau bij het aantonen van problemen met de taal. Ook is er een richtlijn voor verwijzing naar logopedie ontwikkeld.

Als spraak- en taalachterstanden vóór de basisschoolleeftijd snel gesignaleerd worden, vermindert de kans op onherstelbare problemen. De spraak- en taalontwikkeling begint immers ruim vóór de leeftijd dat kinderen naar school gaan. Artsen en de verpleegkundigen van het consultatiebureau zien de groep 0-4 jarigen in hun contactmomenten regelmatig. De beroepsvereniging van logopedisten NVLF vindt dat de specialistische kennis van de logopedist meer ingezet moet worden bij het scholen en coachen van deze consultatiebureaumedewerkers, maar ook van peuterspeelzaalleidsters, leerkrachten en andere opvoeders.




Ingezonden persbericht